Camille

15 0 0
                                    

Naomi en Rosa keken haar geschrokken aan. "Waar heb je het over?" Stamelde Rosa. Camille trok haar wenkbrauwen op. "Jullie zeiden dat iets gevaarlijk zou gaan worden. Iets met veel geld. Wat?" Ze keek Rosa en Naomi een voor een aan. Geen van beiden gaf antwoord. "Nou?" Camille werd ongeduldig. "Gaan jullie nog antwoord geven of wat?" De irritatie was duidelijk te merken. Nog steeds geen antwoord. Camille keek ze boos aan. "Er is iets met een of andere Rick, een gevaarlijk plan en veel geld. Ik kan de schoolleiding er ook bij halen als jullie het niet aan mij willen vertellen." Naomi begon te praten. "Het is niet belangrijk voor jou." Rosa knikte. "Prima, dan haal ik de directie wel. Hier klopt namelijk iets niet!" Camille draaide zich om en liep weg. Net op het moment dat ze de deur open wilde doen, rende Naomi naar voren. Ze plaatste haar hand tegen de deur, zodat Camille hem niet open kon doen. Haar ogen spuwden vuur. Geschrokken zette Camille een stap achteruit; zo boos had ze Naomi nog nooit gezien. "Prima, als je het zo nodig moet weten, vertellen we het wel. Maar, dan zit je ook aan ons plan vast, er is geen manier om terug te gaan." Rosa keek Camille aan. Camille keek heen en weer van Rosa naar Naomi. Naomi stond nog steeds voor de deur, armen over elkaar heen geslagen. De woede die op haar gezicht te lezen was, kwam intimiderend over. Camille twijfelde even. Wist ze zeker dat ze dit wilde weten? Ze had het gevoel dat ze zo in een gevaarlijk complot terecht zou komen. Angst vulde haar; dit klopte niet, het was een zaak waar ze buiten moest blijven. Maar haar nieuwsgierigheid was sterker. Ze vermande zich en keek Rosa recht aan. "Kom maar op." "We gaan een bank beroven. Naomi, Dimitri en ik. En een paar vrienden." Meer zei Rosa niet. Camille begon te lachen, maar stopte meteen toen ze een waarschuwende blik van Naomi kreeg. Haar ogen werden wijd van verbazing. "Jullie zijn serieus." Rosa knikte. "Volledig." "En nu je het weet, verwachten we van je dat je meedoet, of we moeten je laten verdwijnen." Naomi keek Camille dreigend aan. "Me vermoorden, bedoel je?" Camille keek ze geschokt aan. Dit had ze niet verwacht. "Maar.." begon ze. Rosa onderbrak haar. "Niks maar. Doe je mee of niet?" Camille voelde zich bang en bedreigd. Zonder na te denken gaf ze antwoord. "Ja, ik doe mee. Om hoeveel geld gaat het?" "Genoeg." Naomi had de deur verlaten en was naast Rosa gaan staan. Rosa zette een paar stappen naar voren, waardoor ze vlak voor Camille stond. "Camille," fluisterde ze zo zacht dat het nauwelijks hoorbaar was, "we zijn vrienden en je bent belangrijk voor ons. Geef ons alsjeblieft geen reden om je pijn te doen, dit plan moet doorgaan." "Ik zei toch dat ik mee zou doen!" Camille klonk geïrriteerd. Rosa draaide zich om naar Naomi. "Ik zal Rick inlichten." Naomi knikte en keek Camille aan. "Zorg dat je morgen om half 6 bij mij bent. Ik zal je het plan uitleggen." "Oké, is goed." Antwoordde Camille. Rosa keek op haar horloge. "Ik moet gaan, tot later." Naomi liep naar Camille toe en zei: "ik moet je nog even spreken, volg mij."

"Niet te geloven!" Camille zat naast Naomi op een bankje op het plein. Ze waren zo ver mogelijk van alle anderen af gaan zitten. "Dit is ongelofelijk!" Camille was duidelijk gefrustreerd en ze gooide boos een propje papier weg. "Ik weet het." Naomi schudde haar hoofd. "Wie had dat ooit verwacht?" "Johan en Dimitri? Is dat echt wat Gert-Jan zei?" Camille kon nog steeds niet geloven dat beiden waren vreemd gegaan, met elkaar. "Jep." Naomi zuchtte. Ze waren allebei even stil. Toen keek Naomi op, naar Camille. "We moeten wraak nemen," Zei ze zacht, maar vastbesloten. "We mogen ons niet zo laten behandelen." Camille knikte en pakte nog een papiertje, verfrommelde het en smeet het vervolgens weg. "Maar hoe?" Ze keek Naomi vragend aan. "Dimitri kunnen Rosa en ik morgen wel regelen. Johan is een ander verhaal." Naomi stond op om iets in de prullenbak te gooien en ging toen weer naast  Camille zitten. Ze draaide zich zo dat ze naar Camille toe zat. "Weet je zeker dat je morgen meedoet? We kunnen niet hebben dat je ons plan verpest. En vertrouw me, dat wil je ook niet. Rick maakt je af."  Die laatste woorden zorgden ervoor dat er een rilling door Camille heen ging. "Ja, ik weet het zeker. Ik kan het geld ook wel gebruiken. En ik werk liever mee aan jullie gestoorde plan, dan dat een van Rosa's vrienden me vermoord. Ik ben niet dom." Camille probeerde haar twijfels en angst niet te laten merken. Naomi keek haar even aan en ging toen weer recht zitten. "Mooi. Het zou zonde zijn geweest om je af te maken."

Toen Camille later die dag door school liep, voelde ze zich vreemd. Er was veel gebeurd. Te veel om nu te verwerken. Johan, de jongen waar ze al een jaar mee had, was vreemdgegaan. Vreemdgegaan met Dimitri, Naomi 's nieuwe vriendje. Naomi en Rosa werkten mee aan een plan om een bank te beroven. Dimitri ook. Zij nu ook. Ze bleef stil staan. Opeens drong het tot haar door. Ze had letterlijk gezegd dat ze ook mee zou doen. Een beroving. En zij zou medeplichtig zijn. Ze zou naar de politie kunnen gaan, ze waarschuwen. Dit voorkomen. Nee. Ze had niet voldoende bewijs. Rosa's vrienden zouden achter haar aankomen. Ze zouden haar vermoorden. Ze voelde zich misselijk. Haar nieuwsgierigheid had ertoe geleid dat ze gedwongen werd om de criminaliteit in te gaan. Haar leven stond op het spel. Ze voelde een zekere paniek in haar opkomen. Er was een grote kans dat ze gepakt zouden worden. Dat ze in de gevangenis terecht zou komen. Dat ze dood zou gaan. En er was geen enkele manier om aan deze situatie te ontkomen. Ze had zich er zelf ingebracht. Naomi en Rosa hadden haar gewaarschuwd. Ze probeerde te kalmeren. Paniek zou niks oplossen.
"Camille, heb je Ali gezien?" Een stem achter haar. Ze draaide zich razendsnel om. "Nee, sorry." Stotterde ze. "Is er iets mis?" Harmannus keek haar ongerust aan. "Eh, nee hoor! Ik voel me gewoon niet lekker." Camille probeerde overtuigend over te komen. "Oh, dat is rot." Harmannus draaide zich weer om en liep weg. Camille volgde hem. Ze had afleiding nodig. Verderop kwamen ze Ali tegen.
Hij was druk in gesprek met zijn jongere broertje. "Hé Ali, wanneer kunnen we met dat verslag bezig?" Harmannus keek hem vragend aan. "Morgen? Ik heb nu geen tijd." Voordat Harmannus kon antwoorden begon Ali alweer tegen zijn broertje te praten. Harmannus zuchtte geïrriteerd en liep weg. Toen de bel een minuut later ging, liepen Camille en Ali naar hun les toe.

Toen Camille later die avond haar telefoon checkte, zag ze dat er niks nieuws was. Ze legde haar telefoon weg en pakte haar tas uit. Ze voelde zich nog steeds gespannen. Ze stond op en liep naar haar radio toe. "Misschien dat er wat goede muziek op is." Mompelde ze tegen zichzelf. Ze zette haar radio aan en ging op haar bed liggen. Met gesloten ogen luisterde ze naar de muziek. Na ongeveer twee nummers besloot ze dat er alleen maar prut gedraaid werd. Ze stond op om haar radio uit te doen en wilde weglopen. Maar vlak voordat ze de deur dicht deed, hoorde ze een geluid. Het was haar beltoon. Ze nam haar telefoon op. "Hallo, met Camille." "Rick hier. Rosa vertelde over je. Luister goed, want ik zal dit maar een keer vertellen. Zorg dat je morgen op tijd bent en doe alles wat wij zeggen. Verpest ons plan en je bent dood, duidelijk?"
De telefoon werd opgehangen.
Geschrokken legde Camille haar telefoon weg. Ze zou zijn woorden nooit vergeten.
"Verpest ons plan en je bent dood."

Een 2e KansWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu