7.
Wessel.
Ik keek door het raam van zijn kamer. Eigenlijk haar kamer, zij in mijn lichaam. Ik moest haar vertellen dat ik in haar lichaam zat. Dat we een ander oplossing moesten gaan bedenken.
Ik hoorde mijn vader, tegen het lichaam van zijn zoon, zeggen dat ze eind van de dag weer naar huis gingen. Het moest nu gebeuren.
Ik liep haar kamer in en ging zitten op de stoel naast haar bed. Het was raar om mezelf te zien slapen, ze lag er stil en alleen.
Ik had Edith hierin meegesleept en nu zat ze vast. Mijn schuldgevoel schoot door me heen en ik probeerde er zo weinig mogelijk iets van aan te trekken. Ik streelde haar wang en ze opende langzaam haar ogen.
Ik las verwarring in haar ogen.
'Hallo Edith,' zei ik zacht.
Ze sperde haar ogen wijd open en keek geschrokken voor zich uit. Haar handen vormden vuisten op het dekbed, ter zelfverdediging dacht ik.
'Ik ben het, Wessel. We zitten nogal vast, denk ik,' grinnikte ik, om de spanning tussen ons te breken.
'Vind je het grappig? Wat doe je in mijn lichaam?' ze herpakte zich op en ging rechtop zitten. De blik in haar ogen, herkenbaar.
Zo keken mijn ouders naar mij toen ik klein was, al ik iets in hun ogen fout deed; Teleurstelling, woede en medelijden.
Er viel een dodelijke stilte.
'Wat nu,' fluisterde ze. Ik was verbaast, ik had zeker een preek verwacht.
'Weet ik niet,' ik sprak de waarheid. Ik wist het ècht even niet meer. We moesten hulp zoeken.
Ik dacht na, ik kon maar één iemand bedenken.
'Paul,' zei ik voorzichtig.
'Paul?' zei Edith langzaam. 'Wie mag die hele Paul wel niet wezen?'
'Het is een goede vriend van mij, ik moet hem spreken!' Ik schoof mijn voeten over de ziekenhuis vloer, het maakte een piep geluid.
'Oke,' was het enige wat Edith uit kon brengen.
'Ik ga hem zoeken en dan zoek ik je op,' zei ik terwijl ik van mijn stoel afsprong. Het was een klein snel hupje, waarbij je soms weer kon terug vallen. Maar dit keer niet. Ik stond sterk in mijn schoenen.
Ik liep naar de deur.
'Wessel!' schreeuwde Edith. Ik draaide me met een ruk om, het was een snelle en sierlijke draai.
'Zorg goed voor mijn lichaam,' zei Edith. Ze trok een serieus gezicht, maar haar ogen lachtten.
'Zal ik doen,' zei ik.
'Je hebt wat?' schreeuwde Paul tegen me. Daar zat ik, in het lichaam van een meisje. Bang, omdat ik wist dat ik mezelf niet tegen hem kon verdedigen.
Paul was een vriend van mij, maar in het lichaam van Edith twijfelde ik er aan.
Ik legde alles langzamer uit en ik zag aan zijn gezicht hoe diep hij na dacht.
'Kom even mee,' hij liep naar boven en hij bleef bij de deur van zijn kamer staan. 'Vrouwen eerst,' grapte hij. Dit was de Paul die ik kende. Ik lachte en stompte hem tegen zijn schouder.
Door de ogen van een meisje leek de kamer van Paul anders. Normaal liep ik gewoon zijn kamer in en gameden we tot het donker werd. Hoe zijn kamer eruit zag deed me eigenlijk niet zoveel. Maar nu in het lichaam van Edith was zijn kamer donker en griezelig. Zwarte muren waarvan je van één niet kon zeggen welke kleur hij had omdat hij gevuld was met boekplanken met boeken.
De altaar die in de hoek van Paul's kamer stond was me nooit opgevallen. Ik wist wel wat zijn hobby was: Paranormale verschijnselen.
Ik zat op de plek waar ik altijd zat als ik bij hem kwam. Ik keek toe hoe hij mij zijn "boeken-muur" stond en naar iets zocht.
Ik keek geduldig voor me uit. Hij was mijn redding.
Dat wist ik zeker.
JE LEEST
One step.
Teen FictionEdith ziet dingen die anderen niet kunnen zien, sinds het overlijden van haar vader. Zij denkt dat het haar vader is, maar gauw komt ze erachter dat het een totaal ander persoon is. Hij vraagt haar te hulp. Dat brengt niet veel goeds mee. Zal ze hem...