Hoofdstuk 8.

235 8 1
                                    

8.

Wessel.

Het was stil in de kamer, af en toe hoorde je geritsel van een bladzijde dat Paul omsloeg. Af en toe ontsnapte er een zucht langs Paul's lippen. 

  Hij fronste en glimlachtte scheef.

'Hebbes!'Paul grinnikte en schoof zijn la open. 'Dit is simpel. We moeten hulp vragen aan iemand die hier ècht verstand van heeft. Dit is het ritueel, kijk maar,' Paul schoof zijn boek voor me en ratelde maar door. Ik verstond niet wat hij zei, ik was onder de indruk van de scriptie op de pagina. 

Mijn gewete knaagte aan me, dit is niet goed.

'Wat roepen we precies op?' zei ik langzaam, dit beviel me niet.

'Dat weet ik niet precies, maar dit kan je helpen!' Paul kwijlde hevig van opwinding.

Ik probeerde alles op een rijtje te zetten voor mezelf. Het kwam er op neer dat we iets zouden op roepen, dat misschien ons kwaad kan doen, en we wisten ook niet of het zou helpen.

'Nee, we doen het toch niet! Ik ga naar Edith en ik bespreek het met haar en dan komen we tot een conclussie,' zei ik voorzichtig, om geen argwaan te wekken. Ik wou niet dat hij alles op eigen kracht zou doen. Het zou té gevaarlijk zijn.

'Juist, oké. Ik wacht dan wel. Ik kan wel wachten. Waarom ook niet?' hij was telleurgesteld.

Edith lag in mijn lichaam in de bed van het ziekenhuis. Ik had haar het plan verteld en had mijn mening er gelijk aan toegevoegd. Er heerste een doodse stilte.

Minuten verstreken, zonder een glimp van een reactie.

'We doen het niet,' zei Edith. 'Ik heb hier al over nagedacht. Het is te riskant. Kunnen we niet in deze lichamen blijven? Een nieuw toekomst opbouwen.' 

Ik was verbaasd. Dit kon ze niet menen!

Ik keek haar aan en ik wist wat ze dacht.

'Je vader leeft nu nog,' zei ik.

Ze knikte langzaam.

'Nu we de toekomst hebben veranderd, is de kans dan niet groot dat mijn vader niet dood gaat?' Edith kreeg tranen in haar ogen.

'Ik weet het niet,' antwoordde ik zacht. Ze had een punt. Wat was er nou mis met de situatie waar we in zijn beland?

'Ik ben moe,' zei Edith. Ze wou mij duidelijk even weg hebben. Ze wou even alleen zijn.

'We hebben het er straks over,' zei ik. Want eerlijk gezegd, ik moest hier ècht over nadenken.  

One step.Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu