Hoofdstuk 5

1.9K 72 3
                                    

*Zaterdag ochtend 6 uur*

Ik kijk naar de prachtige zonsopgang, vanuit mijn lievelings plekje. Een hooggelegen plek met veel bossen en struiken. Het ligt net buiten de stad. Je kijkt uit op bomen, bloemenvelden en aan de horizon de punten van daken.

Ik loop in een stad. Waarvan ik de naam niet weet. Als ik om me heen kijk zie ik niemand. Geen auto's, geen fietsers, geen spelende kinderen. Alle huizen zijn donker en grauw. Het lijkt alsof ze elk moment in kunnen storten. Er is één huis met een raam, waar iemand achter staat. Ik ga er naartoe en ben er verbazingwekkend snel. De persoon achter het raam is niet goed te zien. Ik zie alleen fel blauwe ogen en een silhouet van een jongen. Hij legt zijn hand op het raam. Voordat ik het weet leg ik mijn hand er tegen aan. Ik voel de warmte van zijn hand door het glas heen, vreemdgenoeg. Hoe meer ik mijn best doe om te ontdekken wie de jongen is, hoe meer hij vervaagd. Ik kijk naar de hand, die groter is dan de mijne. Hij wordt lichter en de warmte word zwakker. Paniek slaat toe als de jongen helemaal verdwenen is. Ik draai me met een ruk om. De hele straat is zwart. Ik zie geen hand voor ogen. 'Zoek je ietss?' Fluistert een sissende stem in mijn oor. Van schrik deins ik achteruit. Iets zombie-achtigs, met compleet zwarte ogen, een kapsel zo hoog als de eiffeltoren en een krijtwitte huid staat voor me. Ik wil iets zeggen, maar er komt geen geluid uit mijn keel. De gestalte pakt mijn nek vast met haar klauwhanden. Ik ben te slap om me te verzetten. Ik kijk in haar ogen. Het lijkt alsof ik erin gezogen word. Een raar gevoel sluipt mijn lichaam binnen. Het voelt alsof ik in een achtbaan zit, waar geen einde aan komt. 'Dit iss wat je zzocht toch?' De jongen verschijnt op mijn netvliezen. De jongen met de felle blauwe ogen. De blauwe ogen worden langzaam zwart en hij krijgt een zombie-look. 'Nu is hij van mij' Een akelige, hoge lach galmt door mijn hoofd.

Ik grijp met mijn handen naar mijn hoofd. Mijn ogen knijp ik nog harder dicht. Langzaam laat ik geluiden tot me doordringen. Vogelgezang. Ik open voorzicht een oog. Bomen en bloemen is wat ik zie. Ik laat mijn hoofd los en open mijn andere oog. Wat was dit? Ik leun met mijn hoofd tegen de boom achter me, denkend over wat er net is gebeurt. Het leek zo echt, maar toch onwerkelijk tegelijkertijd.

Ik spits mijn oren als ik geritsel hoor. Mijn ogen richten zich op de plek waar het geritsel vandaan komt. Blonde plukjes haar komen tevoorschijn en even later komt er een jongen achteraan. Nee niet Niall Horan. Kan deze ochtend toch nog wel erger. 'Wat doe jij hier?' Vraagt hij als hij me ontdekt heeft. 'Uhm zitten?' Hij rolt met zijn ogen en ploft naast me neer. Okee... Dit is een klein beetje heel vreemd. Klein beetje maar hoor. Uhum. 'Zo wat brengt jou hier?' Zeg ik. 'Ehh eerst gaan joggen, dan verdwaald raken en rondolen in een bos. Jij?' Hij kijkt me aan met zijn felle blauwe ogen, die me bekent voorkomen. Blauwe ogen. Droom. Zombie met mislukt kapsel. Dit is heel erg eng... 'Hallo?' Zegt Niall en hij zwaait met zijn hand voor mijn gezicht. 'O sorry ik dacht even na. Maar eh ik kom hier heel vaak op zaterdag' 'Okee'. Ik zak weer terugmin mijn gedachtes. Hoe kunnen de ogen van Niall in mijn droom voorkomen?

___________

Heey

hij is een beetje kort, maar ik heb volgende week toetsweek.(Emma ook)

We hebben een nieuwe kaft :D Comment what you think!

Wat vonden jullie van dit hoofdstuk? Niet te saai ofzo? Tips zijn welkom

XxXMilou

Lees ook onze andere boeken!

A Cinderella StoryWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu