H 9 - Leyla

33 5 1
                                    

Woedend, gekwetst, verdrietig en radeloos. Ze was het allemaal. Ze voelde ze allemaal door haar aderen gieren. En nu was ze ook nog verdwaald. Maar wat maakte het ook uit? Ze had toch nergens om naartoe te gaan. Ze veegde haar gezicht af met de mouw van haar trui, maar bevroor midden in haar beweging. En toen trok ze de trui met een beweging uit, gooide hem weg en keek er als versteend naar. Ze voeden zich verraden door hem, de jongen waarvan ze dacht dat hij echt om haar gaf.

Ze vluchtte het dichtstbijzijnde gebouw binnen, weg van het vervloekte ding en gaf over in een wasbak. De hele situatie maakte haar misselijk. Met de palm van haar hand veegde ze haar gezicht af, waarna ze de kraan open draaide en om zich heen keek. Ze was in een kleine woning beland met een bed, een keuken en een deur die naar een badkamer leidde. Ze had geen licht, maar door het beetje zonlicht zag ze een zaklamp op het aanrecht liggen. Ze pakte hem op en liep naar een klein tafeltje dat in een hoek stond, trok de kabel uit het televisietoestel en maakte daarmee de deur vast door de deurklink aan een kapstok vast te binden. Daarna nam ze ontbijtgranen en melk uit de frigo en at het snel op, want als ze eerlijk moest zijn had ze reuze honger.

Toen ze klaar was, liep ze naar de badkamer om te gaan plassen. Opeens zag ze vanuit haar ooghoek een beweging en vliegensvlug draaide ze zich om.Ze schrok van een meisje met warrig blond haar en grote wallen onder haar grijze ogen. Tot haar eigen schrik besefte ze dat het haar spiegelbeeld was. Ze wreef over haar gezicht dat hard aanvoelde, en kreeg weer de neiging te gaan huilen. Een plotselinge golf van woede​ stroomde door haar aderen en ze trok het mes uit haar broekzak. Met stugge bewegingen begon ze haar haar af te snijden. Wat maakte het ook uit? Niemand mocht haar en de enige persoon die haar accepteerde zoals ze was, was dood. Ze was even vergeten dat het mes nog vol met bloed hing, maar dat scheelde haar helemaal niet. Boos bleef ze doorsnijden. En daar kwamen de tranen alweer. Ze kon er niets aan doen, het was alsof ze er uit moésten. Haar handen bibberde zo hard, dat het mes uit haar handen viel en op het steen van de wasbak kletterde. Toen ze weer opkeek, begon ze nog harder te huilen. Haar mooie haren, helemaal verpest. Net als haar leven. Ze kon ook niets goed doen, ze maakte van alles een puinhoop. Als ze niet uit de krantenwinkel weggelopen was zoveel maanden geleden, was haar familie misschien in leven geweest. Als ze niet besloten had om naar buiten te gaan, had Larissa misschien geen zelfmoord gepleegd. En nu had ze zonder er bij na te denken haar haren afgesneden en er een grote puinhoop van gemaakt. Misschien moest ze zelf ook maar gewoon zelfmoord plegen, dan was ze van alles verlost.

Snel herpakte Leyla zich en schudde haar hoofd. Nee, zo mocht ze niet denken! Zelfmoord was geen oplossing, voor niets.

Snel liep ze de badkamer weer uit en ging op zoek naar een schaar. Toen ze alle schuiven en kasten opengetrokken had en eindelijk een gevonden had, liep ze terug naar de spiegel en bekeer haar haar eens goed. Er kwamen plukken tot net onder haar kin, andere kwamen nog net tot aan haar schouders. Haar ouders hadden vroeger een kapsalon gehad, dus ze wist veel over kapsels. Zelf had ze ook veel mogen oefenen op poppen met pruiken, omdat ze het altijd zo fascinerend had gevonden hoe soepel haar moeder met de schaar om kon gaan. Na een tijd werd ze er echt goed in en ze mocht zelf gemakkelijk opdrachten - puntjes afsnijden of afknippen tot een bepaalde lengte - doen. Daar was ze haar moeder nu dankbaar voor.

Na lang treuzelen besloot ze de linkerkant van haar haar kort te knippen en de rechterkant tot aan haar kaak. Het gaf haar een stoere, uitdagende look, en ze was er tevreden mee. Toen keek ze naar de kleren die ze aanhad (die ze van Ricky gekregen had). Het was een doodnormaal zwart t-shirt en een rode broek. Ze keek rond op zoek naar een kleerkast en toen ze die gevonden had bekeek ze onderzoekend de inhoud. Toen viste ze er een zwart rokje uit, kousen tot aan de knieën en een leuk paar zwarte gympen. Uit het shirt van Ricky knipte ze rond de armen grote gaten waardoor de band van haar zwart kanten bh voor een stuk zichtbaar werd. Het enige wat nu nog ontbrak was een laagje make-up, maar die lag nog in haar hut en hier in deze woning zag ze er geen liggen. Ach, zonder kon ze ook verder.

Toen ze zichzelf nog een laatste keer bekeken had, liep ze naar het bed en liet zich erop vallen. Ze was doodmoe, maar kreeg niet het gevoel te gaan slapen. Het was alsof haar botten en spieren schreeuwden om te lopen, iets wat ze vroeger ook altijd deed.

Ze was altijd al goed geweest in hardlopen en had zelfs eens een gouden medaille gewonnen. Maar sinds de apocalyps mocht ze eerst niet van haar ouders, later durfde ze niet meer.

Maar het was altijd fantastisch geweest; dat moment dat je alle energie, woede, verdriet of vreugde door je spieren kon laten stromen, de wind in je haren voelde en langs gezicht voelde glijden, de wereld die een grote waas werd. Nu hield ze het niet meer uit. Ze moést gewoon lopen. Ze voelde de drang schreeuwen in haar botten en de opwinding door haar spieren gieren. Dus dat was wat ze deed.

Ze stapte uit bed, knoopte de kabel weer los van de deur en begon te lopen. Steeds harder en harder. Ze dwong haar benen sneller te lopen, sloeg met haar armen om meer snelheid te krijgen. Ze liep zo hard dat ze de pijn door haar hele lichaam voelde kruipen, als een dodelijk virus, en ze begon nog harder te lopen, omdat ze voelde dat ze dat gewoon moest. En toen was ze door de muur heen en vloeide de pijn weer weg. Er was nu alleen vreugde en plezier. Ze voelde zich eindelijk gelukkig, na al die maanden. Verschillende herinneringen vlogen naar boven en probeerden haar onder te drukken, maar het gevoel van vrijheid was te sterk. En dus bleef ze lopen en lopen. Ze wist niet waar ze naartoe liep, maar toch hield ze niet op. Ze liet haar benen hun eigen weg gaan, weg van deze verschrikkelijke plek.

A/n: Ik ben weeral te laat, en deze keer heb ik er niet eens een excuus voor. Ik zat zondag na twee weken Spanje eindelijk in mijn eigen bed, maar ik had geen inspiratie meer. Ik denk dat ik gewoon te uitgeput was om te schrijven. En gisteren heb ik een hele dag in mijn bed gelegen, want als je twee weken lang pas om 2u 's nachts gaat slapen om vervolgens om 8u al weer op te staan, ben je na twee weken zo goed als dood.

Maar hier is dus eindelijk het hoofdstuk dat eigenlijk zondag moest komen. Voor volgende week zal ik echt proberen op tijd te zijn!

Dan nu als afsluiter; likes en comments zijn altijd welkom :')

Zombie Ziel #2: Sterfelijk gezieldWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu