Passen

3.9K 125 7
                                    

Ik zit bij de paskamers te wachten op Roos, ze heeft wel 6 setjes het kleine hokje mee ingenomen dus ik ben blij dat ze hier stoelen hebben staan. Het is verder rustig in de winkel, naast Roos zit er nog een dame in een pashokje, voor de rest is er niemand. Heerlijk. Roos komt naar buiten lopen in een donkere spijkerbroek met een felrood bloesje.

'Het is wel heel erg rood, maar het staat je wel.' zeg ik. Roos knikt bedenkelijk en verdwijnt het pashokje weer in.

'Ik vond het anders niet te rood.' hoor ik een stem in mijn oor fluisteren, een hand doet mijn afgezakte bh-bandje goed. Terwijl mijn hart sneller slaat in mijn borstkas, gaat er een rilling door me heen. Ik sta op grijp zijn schouder en duw hem naar achter, ik gris een shirtje uit het rek en duw hem een pashokje in. Terwijl zijn rug de achterkant van het pashokje raakt trek ik het gordijn dicht. 

KLANG! 

Ik shrik op, het shirtje ligt op de grond, ik heb het laten vallen toen ik het gordijn dichttrok. Meteen ben ik uit zijn betovering en schrik me dood. Voorzichtig gluur ik langs het gordijn. Ik haal opgelucht adem als ik Roos' sokken vrolijk onder het gordijn van het pashokje zie dansen. Die heeft niks gezien. Ik raap het shirtje op en hang het aan een haakje, leuk shirtje is het, en ik heb mijn maat nog gepakt ook. Wat een toeval.

'Je bent jaloers.' V rukt me uit mijn gedachten.

'Je heet geen Vince,' ik vergeet het bijna zijn statement te ontkennen, 'en ik ben niet jaloers.' Hij schud zijn hoofd. 'Nee inderdaad niet.' zegt hij en ik kijk hem vragend aan, heeft hij het nou over zijn naam of mijn jaloezie, die niet bestaat. 'Ik heet geen Vince.'

'En ik ben niet jaloers.' 

'Waarom keek je dan zo boos? Mag ik je vriendin niet aantrekkelijk vinden. Wie weet ga ik haar vaker opzoeken.' hij kijkt me aan met een valse grijns.

'Als je dat maar laat.' bijt ik hem toe.

'En waarom zou ik dat laten? Waarom maakt het jou uit? Je bent toch niet jaloers.'

'Nee, ik ben niet jaloers, maar ik zou het mijn vriendin niet aan willen doen dat ze met iemand zoals jou iets begint. En bovendien vindt ze iemand anders al leuk, leuker dan jou, ondanks al je geslijm.'

'Oh, maar dat is geen probleem, ik kan haar zo om mijn vinger winden. Maar waarom zou je niet willen dat ze iets met iemand zoals ik begin, ik bedoel jíj lijkt er van te genieten.' 

'Ik geniet er helemaal niet van.' de leugen klinkt er overduidelijk doorheen. Door mijn woorden, mijn trillende handen en de hartslag die hij vast hoort. Mijn hart bonst zo hard dat het zich een weg lijkt te willen banen dwars door mijn ribben naar buiten. 

V glimlacht en legt zijn hand op mijn wang, ik hou met moeite een zucht binnen. Ik staar hem recht in zijn ogen en moet denken aan het briefje wat hij me de laatste keer gaf. 

'Zou je stoppen?' vraag ik dan terwijl ik mijn hoofd er probeer bij te houden.

'Nee, ik zou niet kunnen stoppen.'

'Waarom zou je niet kunnen stoppen, ik bedoel je kan het dan zo vaak doen als je wilt.'

'Ik kan niet zonder je. En bovendien kan jij ook niet zonder mij.'

'HEEJ! WAAR BEN JE NOU?' hoor ik Roos opeens roepen. Ik steek mijn hoofd langs het gordijn. 'Ik vond een leuk shirtje dus die ga ik even pakken, staat je goed die groene broek.' antwoord ik.

'Ja hé, maar ik wil toch ook nog even die andere passen, je laat zo wel even dat shirtje zien toch?' vraagt Roos dan.

'Natuurlijk!' zeg ik met een glimlach waarin hopelijk niet mijn angst in doorschijnt. Angst dat ze V ziet in mijn pashokje. Roos lijkt niks te merken en loopt haar pashokje weer in. 

'Ik ga maar.' fluistert V in mijn oor. Ik grijp zijn arm en hij draait zich om. Hij kijkt me vragend aan en ik zie dat hij wilt dat ik toegeef dat ik niet zonder hem kan, maar dat plezier zou ik hem never nooit geven. 

'Jij blijft bij Roos uit de buurt, ik zal haar nooit iets laten beginnen met iemand die haar bijvoorbaat al gaat bedriegen. Dat sta ik niet toe.' zeg ik met ijzige stem. V kinkt bedenkelijk. 

'Moet Roos daar zelf niet over beslissen?'

'Als je het maar laat.' zeg ik terwijl ik hem zo dicht naar me toe trek dat onze neuzen elkaar bijna raken. 

'Oké,' fluistert hij bijna onverstaanbaar. Ik geloof hem. Ik leg mijn hand op zijn wang en breng mijn lippen naar zijn oor. Ik voel dat hij zich aanspant. Ik glimlach en fluister: 'Ik ben niet verliefd op je.' En ik meen het, ik mee het uit het diepste van mijn hart. Want als V iets zou overkomen boeit het me niks, het kan me niet schelen dat hij pijn lijdt of zelfs dood is. Ik zou hem niet missen, alleen zijn aanraking, zijn handen op mijn huid, zijn lippen in mijn nek. Nee, ik ben niet verliefd, eerder verslaafd. Ik voel dat hij dit niet had verwacht, ik voel dat hij me gelooft. Ik voel dat ik hem pijn doe en het voelt heerlijk. Hij maakt zich los van mij en loopt en doet een stap bij me vandaan, zover dat kan in een pashokje. Hij draait zich om en fluistert met een donkere stem, die enigszins trilt wat me helemaal goed doet: 'Dat komt nog wel.' Dat doet me dan weer minder goed. Hij glipt het hokje uit en ik kijk om het gordijn en zie opgelucht dat Roos nog steeds in haar pashokje staat. De enige die V  had kunnen zien is een man van middelbare leeftijd die verveelt op zijn telefoontje kijkt, dus zelfs dat lijkt me onwaarschijnlijk. Razendsnel kleed ik me om, het shirtje zit perfect, die neem ik. Tevrede loop ik naar Roos' pashokje om haar mijn aanwinst (to be) te showen. 

Hij houdt van roodWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu