Perfect gevouwen

5.1K 148 0
                                    

Ik zie je wel weer.

V.

Het was zijn handschrift, dat wist ik meteen. Het paste bij hem, sierlijk, rustig, prachtig.

      ‘Lukt het?’ vroeg mijn vader vanaf de bank. Ik schrok op, ik was geschokt. Mijn mond was hoogstwaarschijnlijk open gevallen. Hij was droog.

      ‘Ja, ja, ik dacht dat ik me mijn droom weer kon herinneren, maar ik kon er net niet bij weetje wel.’ antwoorde ik. Hoewel ik mijn nachtmerrie mij weer haarscherp kon herinneren.

      ‘Dat is wel bijzonder irritant’ lachte mijn vader.

Ik stopte het briefje in mijn sweater. Vervolgens pakte ik een bord om een broodje te maken. Ik trok de kast open, keek naar het beleg, deed de kast dicht. Ik kwam tot de conclusie dat ik geen honger meer had. Of eigenlijk geen zin om te eten. Ik ruilde het bordje om voor een bakje, pakte een sinaasappel, sneed hem in stukjes en schonk een glas melk in.

      ‘Zo, gaan we gezond doen?’ grapte mijn vader, ‘dat werd wel eens tijd…’ Ik trok een zuur gezicht naar hem en pakte een partje. De eerste hap en het sap droop al langs mijn handen, waardoor mijn vader grinnikte, maar hij hield zich stil. Gelukkig.

In de auto, richting het bos wist ik het. Mijn zus wist het, ze keek voor zich uit, Big Smile op haar gezicht. Ze hield van de natuur, van het bos, de duinen, de zee, noem maar op. Ik had mijn oortjes in, muziek hard, keek uit het raam en probeerde aan niks te denken. Het lukte, het lukte zo goed dat ik pas door had dat we niet naar het bos gingen toen ik uitstapte en niet het vertrouwde bos zag. Dit had ik niet verwacht. Ik knipperde met mijn ogen. ‘Uuh… waar zijn we precies?’ vroeg ik.

      ‘Dan had je maar niet zulke harde muziek op moeten hebben lieverd,’ grapte mijn vader. Mijn zusje draaide met haar ogen.

      ‘Draai je eens om…’ Daar had ik nog niet aangedacht. Ik deed wat ze zei, drie grote rieten daken keken op me neer, de Efteling. Ik zuchtte en wist een glimlach op mijn gezicht te planten en die glimlach was diep van binnen gemeend. Een warm gevoel nestelde zich voorzichtig in mijn buik.

      ‘De Winterefteling, geen leuke verassing?’ vroeg mijn moeder met een Big Smile zoals ik eerder op het gezicht op mijn zusje had gezien..

 ‘Zeker wel!’ antwoorde ik en ik voelde me blij, ik wilde altijd als eens naar de Winterefteling. Ik hield van sprookjes, ik weet dat ze niet waar zijn, maar ik hield er gewoon van. Vroeger al en nu nog. Ik wilde er van genieten, ik wilde die verschrikkelijke dag vergeten, al was het maar voor even. Sprookjes hebben immers altijd een '... en ze leefde nog lang en gelukkig.

Hij houdt van roodWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu