2.6

10.8K 354 21
                                    

Zijn handen glipten onder mijn shirt. Ik wilde dit echt niet. Maar ik was bang dat hij dan weer boos zou worden. Zijn handen gingen steeds verder naar boven. Zijn handen hadden nu mijn borsten bereikt. Dit ging echt te ver. Maar een persoon mocht dit doen en dat was niet Jaimy. Ik duwde Jaimy van mij af. Maar het lukte mij om hem maar een klein stukje van mij af te duwen. Zijn handen zaten nog steeds onder mijn shirt. "Ik wil dit niet." Fluisterde ik. De tranen branden in mijn ogen. Zijn ogen stonden weer vol met woede en lust. Rare combinatie maar dit was niet de eerste keer dat ik die blik zag. Ik trok me bij hem weg naar achter en zijn handen gleden weg van mijn shirt. Maar binnen no time stond hij weer dicht voor mij. "Ik geef je eten, kleren en een eigen kamer, ik wil wachten tot jij ook seks met mij wilt, ik heb respect voor je en ik heb alles voor je over, gun mij nou ook een keer een pleziertje. Als je door iemand anders was gekocht was je allang verkracht. Ik heb je daar weggehaald ook om die rede en jij gunt mij geen eens een beetje plezier!" Hij pakt mij vast en knijpt hard in mijn armen. "Auw je doet me pijn." Mompel ik zachtjes. De tranen stromen nu over mijn wangen. Jaimy laat mij los en kijkt me even met medelijden aan, maar dan draait hij zich om en loopt weg. Ik loop naar mijn kamer en ga tegen de deur zitten. Dit is allemaal zo moeilijk. Ik wil zo graag weg hier maar ik moet blij zijn met de situatie. Ik had het veel slechter kunnen hebben alleen ik mis Daan zo erg en ik wil terug. Ik heb honger. Ik had wel eten ingepakt, maar nog helemaal niks ervan gegeten. Ik kijk op de klok en zie dat het 12 uur. Al bijna middag. Ik durf niet terug naar beneden om om eten te vragen. Ik ben inderdaad best wel ondankbaar. Ik zou blij moeten zijn dat ik het hier goed heb. Ik had het tien keer slechter kunnen hebben.

Pov Daan

Ik word weer wakker in die stomme schuur. Ik rek me uit en kijk om mij heen. Ik heb dorst en loop naar een klein kraantje. Ik eet nog wat wortels en drink wat water. Snel doe nog wat wortels in mijn zak en ga dan weer verder. Ik loop door veel weilanden. Ondanks dat het zomer is, is het behoorlijk koud. Ik kijk naar de lucht die er erg donker uitziet. Ik loop snel door maar al snel vallen er allemaal druppels uit de lucht. Ik loop maar gewoon door. Schuilen heeft geen zin, er is toch geen schuil plek. Ik loop uren door het land en eet af en toe wat wortels. Het regent nog steeds en ik ben helemaal nat.

Eindelijk er is een dorpje! In de verte staan een paar huizen. Ik begin te rennen. Ik mag toch vast wel een telefoon lenen. Binnen een kwartiertje ben ik eindelijk bij de huizen. Ik klop op de deur. Een jonge vrouw doet open. Er staat een klein jongetje aan haar knie. Zijn handjes om haar been heen en zijn blonde krulletjes zitten door de war. Hij doet mij denken aan mijn jongere broertje. Alleen... "Kan ik wat voor je doen?" Vraagt de vrouw. Ik had niet door dat ik naar het kleine kindje zat te staren. "Ik eh, mag ik een telefoon lenen?" Ik kijk weer naar het kindje. "Natuurlijk, kom maar binnen! Wil je wat drinken?" Ik knikte. "Ja ik heb een heel groot stuk gelopen. De vrouw loopt de kamer uit en ik ga op de bank zitten naast het kindje. "Hoe heet jij?" Vraagt het jongetje. "Ik heet Daan en hoe heet jij?" Vraag ik. "Ik heet Finn. Wil je mee spelen." Finn houdt boerderij dieren omhoog. "Ja hoor." Zeg ik. We gaan op de grond zitten bij de boerderij. "Jij bent de koe en ik het paard en toen kregen ze ruzie over het eten, wie als eerst ging." Zegt Finn. "Mijne heet Nemo. En hoe heet die van jou?" Ik begin te lachen. "Maar Nemo is toch en vis en geen paard." Het jongetje kijkt beteuterd naar zijn paard. "Oja." Mompelt hij. "Ik noem hem wel Martin." Er gaat een schol door mij heen. Martin. Mijn jongere broertje. Het was allemaal mijn schuld. Ik bal mijn vuisten. Er moest mij altijd wat overkomen. "Hee, watiser waarom moet je huilen." Zegt Finn. Hij komt naar mij toe lopen en geeft me een knuffel. Ik had geen eens door dat ik aan het huilen was. Snel veeg ik mijn tranen weg, en knuffel Finn terug. Hij deed mij zoveel denken aan mijn broertje, Martin. Alleen Martin was er niet meer. Dan komt de moeder van Finn binnen lopen met wat drinken en de huis telefoon. "Bel maar." Zegt ze. "Dank u." Zeg en ik pak de telefoon. Ik toets het mobiele nummer van mijn vader in. De telefoon gaat een paar keer over. Dan neemt hij op. "Hallo met Willem." Zegt mijn pa. "Pa." Schreeuw ik bijna. "Pa je moet me helpen."

Please

Vote

Comment

Follow

Verliefd Op Mijn BroerWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu