Hoofdstuk 2

5 0 0
                                    

De psychotherapeut stelt zich niet eens voor. Simone's advocaat noemt het intimidatie, ik noem het oninteressant. Ik vertel hem mijn verhaal en zie hem dan nooit meer. Voor de zoveelste keer steek ik hetzelfde verhaaltje af, inmiddels slaag ik er al goed in om dit te doen zonder iets erbij te voelen.

"Ik werd in de winter van 2000 bij hen in huis geplaatst, en kan me niet veel van dit jaar herinneren. 6 jaar lang werd ik iedere avond mishandeld, op alle manieren die ik me maar kan bedenken. Psychologisch, lichamelijk, alles. De twee kinderen die er woonden, deden hieraan mee. Leraren op mijn basisschool waren bekenden van hen, dus toen ik naar leraren toe stapte, kreeg ik te horen dat ik mijn mond moest houden. Wanneer andere leerlingen thuis iets vertelden en hun ouders contact zochten met jeugdzorg, hadden ze altijd een verhaal klaar. Ik was van de trap gevallen of had weer ruzie gezocht met hun zoon. Ik was de crimineel volgens hen, en uiteindelijk reageerde de jeugdzorg niet meer op meldingen. Toen ik op de middelbare school zat, zorgden ze ervoor dat ik geen zichtbare plekken meer had, dan kon er ook niks gebeuren. Simone, mijn voogd, was mijn gymlerares. Ze zag me per ongeluk bij het omkleden, en zag de blauwe plekken en de wonden. Ze heeft me meegenomen naar het ziekenhuis, waar uitkwam wat zich had afgespeeld. Jeugdzorg bleef echter erbij, dat er geen getuigen of bewijzen waren. Simone spande een rechtszaak aan, won, en sindsdien woon ik bij haar."

Ik zucht. Ik heb het verteld. Ze kunnen ons toch niks maken. Maar dan vraagt hij opeens door.

"Ten eerste, is er van de mishandeling ooit enig bewijs opgedoken?" vraagt hij.

Ik knipper verwoed met mijn ogen. Wat denk je zelf? Dat Simone die rechtszaak zomaar gewonnen heeft?

"De kinderen van het gezin hadden als grap een paar mishandelsessies op camera gezet, als dat is wat u bedoelt."

Ik kan de sarcastische ondertoon niet helpen. Heeft hij zich niet in de zaak verdiept? Dit zijn vragen die iedere betrokkene had kunnen beantwoorden.

"Wat had een lerares in een omkleedlokaal van jonge kinderen te zoeken?" Vroeg hij nu.

Die vraag brengt mijn bloed langzaam tot koken. Hoe durft hij zo over haar te spreken, na alles wat ze gedaan heeft! Maar ik moet nu rustig blijven. Als ik mijn controle verlies, hebben ze weer een reden om achter me aan te komen. Ik haal diep adem om te kalmeren, en geef dan antwoord.

"Andere leerlingen hadden bij haar gemeld dat ik me nooit gezamenlijk omkleedde, maar me altijd afzonderde. Ook viel haar op dat ik tijdens gym vaak pijn had, maar er nooit naar liet kijken. Het feit dat ik me sowieso door niemand liet aanraken kwam op zich ook wel raar over." Die laatste zin bracht een glimlach op zijn gezicht. Zijn mijn rare gewoontes amusant?

"Daarover gesproken. Je hebt de diagnose PTSS gekregen, Post Traumatische Stress Stoornis." Nee goh, dat wist ik niet. "Kun je mij kort uitleggen wat dat in jouw geval inhoudt?"

Nu kan ik me niet inhouden en rol met mijn ogen. Prima, wil je mijn problemen horen? Veel plezier ermee.

"Ik krijg black-outs wanneer er hard met deuren worden geslagen, wanneer iemand me aanraakt, en wanneer iemand aanstalten maakt om me te slaan. Wanneer u verder nog vragen hebt verwijs ik u door naar mijn psychotherapeut."

Ik sta op en loop de deur uit. Zo is het genoeg. Simone springt op.

"Hoe was het gegaan?" vraagt ze. Maar ze kan het antwoord al van mijn gezicht aflezen. Ze weet wat er nu in mij omgaat, en weet ook dat ze me nu even met rust moet laten. Ze heeft zoveel begrip voor me, ik wou dat ik haar kon laten zien hoeveel ik dit waardeer. Als we straks thuis komen zal ik zoals gewoonlijk naar mijn kamer gaan en met niemand meer praten. Ook hier heeft ze begrip voor, ze geeft me altijd de ruimte die ik nodig heb. Niemand begrijpt me zoals zij. Daarom heb ik verder ook niemand. Ze begrijpen me niet, en als iets de mens angst aanjaagt, dan is het iets wat ze niet kunnen begrijpen. Daarom is iedereen bang voor me. Dat, en vanwege mijn aanvallen. Maar ik vind het prima zo, ik heb ook verder niemand nodig. Ik ben gewoon anders, ik ben niet geschapen voor socialisatie. Waar ik dan eigenlijk wel voor geschapen ben, weet ik nog niet. Misschien wel nergens voor, wie weet.

Onherstelbaar beschadigdWhere stories live. Discover now