Hoofdstuk 3

5 0 0
                                    


Simone klopt op de autodeur. Ik voel hoe de angst langzaam weer overneemt. We staan voor de school, weer een nieuwe opleiding. Wil ik dit wel? Heeft het eigenlijk doel? Over een maand zijn ze me toch weer moe. Simone stond er echter op, ik heb een diploma nodig. Ze zou niet hulpeloos toekijken hoe mijn toekomst wegsijpelde.

"Kom, Lex, ga mee naar binnen," zegt ze.

Met tegenzin maak ik de deur open en stap uit. Toegegeven, dat half jaar op mijn kamer zitten met alleen mijn schilderijen, was meer dan saai. Het was geestdodend. Maar om nu weer met een groep mensen samen te zijn... Het brengt zo veel risico's met zich mee. Het wordt toch niets. Voor nu hoef ik echter alleen met de directeur te spreken.

Ik sjok achter Simone aan, mijn handen in mijn zakken. Wat voor opleiding was dit ook weer? Iets met pedagogiek... Ik onthoud het nooit, het heeft nooit doel. Ik moet over een maand toch weer gaan, dus wat maakt het dan uit? Ik kijk op. Het is maar een klein gebouw, veel kleiner dan de vorige scholen. Dat stelt me enigszins gerust. Kleinere school, minder mensen. Vanbinnen lijkt het een beetje op mijn middelbare school. Koel en somber. In de hal staat een man op ons te wachten. Hij glimlacht naar Simone en steekt zijn hand uit. Dit zal dan wel de directeur zijn.

"Welkom, goed jullie te zien. Mijn naam is André Liskens, en u bent zeker mevrouw Smith."

Simone glimlacht. "Simone. En dit is Alexander."

André steekt zijn hand niet naar me uit, maar knikt. Simone heeft hem dus al ingelicht. Hij leidt ons naar zijn kantoor. De gangen zijn vrijwel leeg, blijkbaar zijn de lessen nog bezig. André sluit de deur zachtjes achter zich en gebaart naar de stoelen voor het bureau. Ik ga zitten.

"Ik heb inmiddels bericht ontvangen van dr. Nolan," zegt André. Hij valt met de deur in huis. "Ik heb het allemaal goed doorgelezen en heb een plan opgesteld voor zijn onderwijs."

André draait zich vervolgens naar mij, en praat verder met mij. Iets wat de meesten niet doen, voor het eerst voel ik me een persoon in plaats van een probleem.

"We erkennen je problemen, en gelukkig kunnen wij jou een veilige leerplek bieden. Je hebt de perfecte opleiding gekozen, onze leraren zijn stuk voor stuk opgeleid om met stoornissen om te gaan. Veel aanpassingen hoeven er ook niet gemaakt te worden, we zullen ons best doen om je in al jouw behoeften te voorzien."

Ik ben verbaasd. Tot nu toe klinkt het allemaal vrij positief. Té positief. Ik vertrouw hem niet.

"Om zoveel mogelijk onzekerheid voor je weg te nemen, zorg ik voor een briefing van alle docenten die deelnemen aan jouw scholing. Ook zal ervoor worden gezorgd dat jouw medestudenten van jouw situatie op de hoogte zijn."

Ik schud verwoed mijn hoofd. Dat is niet de bedoeling, ik wil niet al vanaf de eerste dag de jongen met PTSS worden.

"Nee, ik wil niet dat ik anders behandeld word door de anderen, ik kan alleen niet aangeraakt worden, dat is alles. Ik wil niet dat ze meer van mij weten dan nodig is."

André knikt.

"Oké, geen probleem. Ik zal het doorgeven, maak je maar geen zorgen. We zullen je helpen waar nodig is."

Ik knik. Tot nu toe klinkt het goed, anders. Misschien geef ik het deze keer toch een kans, wie weet is het deze keer daadwerkelijk anders. Die hoop stop ik snel weg. Ik blijf liever pessimistisch. Dan kan ik alleen gelijk krijgen of verrast worden. Met teleurstelling kan ik niet omgaan. Hij praat nog een tijdje verder met Simone, en ik merk dat mijn aandacht al verzwakt. Opeens staat Simone op, en ik schrik. Zij en André staren me aan. Snel sta ik op, en besef dat het gesprek voorbij is.

"Alexander, bedankt dat je voor onze opleiding hebt gekozen. Je zult er geen spijt van krijgen."

Hij glimlacht naar me, en peilt mijn reactie. Ik probeer mezelf ertoe te brengen om ook te glimlachen, maar ik kan het niet. Ik knik en loop weg. Ik weet hoe bot ik over kan komen, maar het is alsof ik niet anders kan. Het is ook niet zo dat ik het niet probeer, want ik doe zó hard mijn best. Er blokkeert gewoon iets. Simone komt achter mij aan, maar zegt niets. Ze geeft me tijd om de nieuwe informatie te verwerken. Dat doet me goed.

De hele rit naar huis blijf ik stil in de auto. Ik zet de radio aan om de stilte te vullen, Simone haat ongemakkelijke stiltes. Vanuit mijn ooghoeken zie ik hoe ze soms even naar me kijkt, en ik weet dat ze nadenkt over wat ze zou kunnen zeggen.

"Dank je." zeg ik, en ik schrik van mezelf.

Simone kijkt me aan.

"Waarvoor, lieverd?"

"Dat je in me gelooft."

Ze glimlacht.

"Dat spreekt voor zich. Het wordt eens tijd dat je dat inziet. Je kunt dit."

Haar woorden doen mij goed, ook al weet ik dat het niet zo is. Het klinkt toch fijn.

"Ik heb jouw e-mailadres aan de directeur gegeven, je krijgt aan het einde van de week je rooster."

"Wanneer begonnen de lessen ook weer?" vroeg ik.

"Die zijn inmiddels al begonnen, maar je mist alleen de eerste week. Daar vinden voornamelijk introducties plaats. Daar hoef je niet aan mee te doen, dat heb ik al met de directeur geregeld."

Als ik Simone toch niet had...

Ik vouw mijn paraplu dicht. Ik blijf nog even in de hal van mijn nieuwe opleiding staan, en denk er kort over na om weer om te draaien en naar huis te gaan, maar André staat al op me te wachten.

"Dag, Alexander! En, ben je er klaar voor?"

Nee, totaal niet, en zal het ook nooit zijn.

Ik knik echter, ik zal er wel klaar voor moeten zijn. Ik volg hem naar het klaslokaal. Ik voel me niet op mijn gemak, wetende, dat ik zo meteen voor een grote groep mensen sta en me moet voorstellen. Vooral aangezien ze al meer over mij weten dan ik over hen. André maakt de deur van het klaslokaal open en kondigt me aan. Ik loop naar binnen, en zie dat het gelukkig een kleine klas is. Ik tel maar twaalf personen en slaak een zucht van opluchting. Dat valt gelukkig mee, beter dan die collegegroepen van de vorige opleiding.

De leraar kijkt me afwachtend aan en laat zijn blijk dan over mijn hele lichaam glijden. Ja, ik heb littekens, en ja, ik heb er nog meer.

"Goedemorgen, zal ik je voorstellen of wil je het zelf doen?" vraagt de leraar.

Ik weet dat hij het goed bedoelt en dat hij me alleen wilt helpen, maar ik voel me meteen een klein kind. De klas denkt er precies zo over, dat hoor ik aan het gegniffel. Ik geef geen antwoord op de vraag en wend me tot de klas.

"Ik ben Lex, ik ben 20 jaar, en ik schilder," weet ik uit te brengen. Een paar leerlingen lachen. Ik wil meteen doorlopen naar de lege plaats achter in de klas, maar een van de studenten steekt zijn hand op.

"Davey, vraag maar raak," zegt de leraar. Een rilling loopt over mijn rug bij het horen van die naam. Een paar leerlingen zien het, en beginnen te wijzen en te roddelen. Ik kijk naar Davey.

"Op de lijst staat Alexander, is die naam te lang voor je?" vraagt hij met een uitdagende blik. Hij slaat zijn armen over elkaar en wacht op mijn antwoord. Ik doe mijn mond open om er iets op te zeggen, maar vind mijn woorden niet. Daar wordt op gereageerd met een lachsalvo. Terwijl de leraar de groep probeert te beheersen, steekt iemand anders zijn hand op.

"Waarom heb je PTSS?" vraagt hij.

Ik bevries. Daar gaan we. Meteen komen deze vragen.

"Sven, we vragen jou toch ook niet waarom je een ezel bent? Hou je kop gewoon!"

Ik kijk op, en zie hoe het meisje vooraan zich naar hem heeft omgedraaid. Ze heeft zwart, golvend haar tot haar ellebogen. Ze draait zich om, en kijkt me aan. Ik weet niet hoe lang ik in haar bruine ogen heb gestaard, maar ze leken wel tot in mijn ziel te kijken. Ik voelde me als een opengeslagen boek, klaar om door haar ogen gelezen te worden. Dan lacht ze naar me, en mijn gedachten staan stil. 

Onherstelbaar beschadigdWhere stories live. Discover now