021

90 7 0
                                    

021

HARRY’S POV.

Mijn knieën beginnen te knikken. Mijn hoofd blijft draaien. Ze kijkt me bezorgt aan. Zou ze nog van mij houden? Of haat ze me. Ik peins op het laatste. Ze haat me. “Je haat me.” Fluister ik.  Haar ogen worden groot. “Harry? Hoeveel heb je gedronken.” Vraagt ze. Ze geeft om me. Of is dit gewoon een beleefde act? Ik grijns. Een gemene grijns. Mijn hoofd duizelt. Ze rolt met haar ogen. Waarom doet ze dat? Ik wijs naar haar ogen. “Waarom doe je dat?” Vraag ik met een dubbele tong. Nu is het haar beurt om te grijnzen. “Ik hoop maar dat je geen domme dingen hebt gedaan Harry.” Zegt ze met een bezorgde blik. “Ik ben dom, en als ik er niet meer ben, zal niemand lang rouwen.” Zeg ik. Haar ogen worden groot. “Harry, kom we gaan naar buiten.” Zegt ze bevelend. Ze pakt mijn arm vast. Het lijkt alsof mijn arm in brand staat door haar aanraking. Dat was altijd zo. Als ze bij me lag. Dan…dan voelde het alsof mijn huid in brand stond en mijn buik uit elkaar kon springen. Of als ze steeds dichter bij me kwam en ik haar zoete geur van haar lippen rook. Of als onze lippen elkaar raakte, dan wilde ik voor altijd bij haar zijn. Maar wat doe ik? Ik maak het uit. De enige persoon die om me geeft, duw ik weg. Ik wilde altijd voor me zelf zorgen. Ik heb daar niemand bij nodig dacht ik altijd. Totdat het helemaal mis ging. Ik had mijn moeder nodig. Mijn vader die kwam niet opdagen. Nee, die had het te druk met zijn nieuwe vrouw en haar kinderen. Zijn zoon, zijn bloedeigen zoon, zat in de problemen. Zelf dan! Zelfs dan is hij te lam om langs te komen en me de moed te geven om door te gaan. Mama en ik deden alles samen. Wij hadden geen man in huis nodig. Ik had mijn moeder en mijn moeder had mij. We hielpen elkaar door die moeilijke tijd heen. Het was ook erg moeilijk toen ik op kamers ging. We zouden het vanaf nu zelf moeten doen. We konden niet meer bij elkaar in bed kruipen als het even slecht ging. We staan buiten. Lana kijkt me bezorgt aan. “Harry, wat is er? Heb je veel gedronken.” Vraagt ze. “Nee, ik heb ook totaal niet mijn liefdes verdriet weg gedronken.”Zeg ik vol sarcasme. Ze kijkt me vuil aan. Woede spuwt uit haar ogen. “Jij hebt het anders wel met MIJ uitgemaakt hoor ventje. De enige die liefdes verdriet mag hebben dat ben ik wel eikel.”Spuwt ze. Ze is boos. Waarom? Omdat ik het uitmaak. Oh ja, dat is ook wel logisch. Urg.. Ik haat die drank. Dan weet ik op belangrijke momenten niet meer wat te doen. “Ik wilde het helemaal niet uitmaken, maar het moet wel.” Zeg ik, bijna fluisterend. Haar ogen schieten over mijn gezicht. “Het moet wel? Wat is dat nou weer voor opmerking Harry. Sinds wanneer trek jij je iets van andere mensen aan.” Zegt ze. “Sinds dat ik jou heb ontmoet.” Zeg ik, met nadruk op jou. In haar blik veranderd iets. Snel herstelt ze zich weer. “Harry, als jij niet normaal tegen mij kan doen. Dan hoef ik helemaal niks meer met jou te maken te hebben.” Zegt ze. Er zitten tranen in haar ogen. Ze geeft dus wel om me. Het liefst wil ik haar vast pakken en knuffelen en zeggen dat alles weer goed komt. “Dan ga ik wel naar huis.” Fluister ik. Wat? Harry, Zeg dat je van haar houd. Harry!? Mijn hart wil bij haar zijn, maar mijn gedachtes winnen. Haar tranen stromen over haar wangen. Mijn voeten lopen weg. Ik wil nog een keer om kijken maar dan word het zwart voor mijn ogen.

{A/N sorry voor het korte stukje. Misschien vanavond nog een chapter.}

Vote :)

Promises {dutch Harry Styles Fanfiction}Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu