Potter's Twin Sister? (Draco Malfoy x Lezer)

Hoofdstuk 15

Pov J/N ^ dit heb je nu aan

'Harry! Harry! Doe de deur open!'' 

Harry loopt naar de deur en doet 'm open. Hij krijgt een paraplu in zijn handen geduwt.

''Oom Herman, wilt u dit even ondertekenen?'' vraagt Harry.

''Wat is het?''

''Niets. Gewoon iets voor school''

Oom Herman heeft de mijne al ondertekent, Maar als hij die van Harry niet ondertekent ga ik ook niet.

''Straks, als je je gedraagt''

''Als zij dat ook doet''

Ze lopen naar de woonkamer. Er staat een vrouw met een hond.

''Ben jij hier ook nog steeds?'' vraagt ze.

''Ja'' zegt Harry.

''Zeg dat niet zo ondankbaar. Mijn broer is veel te goed voor je. Ik had je meteen naar het weeshuis gebracht''

Ik ga naast Harry staan.

''En wie ben jij?'' vraagt de vrouw.

''J/N, J/N Potter mevrouw'' 

''Aangenaam'' zegt ze met toch een beetje afschuw in haar stem.

''Daar is Dudley mijn'' Ze mompelt nog wat.

''Breng haar koffers naar boven'' zegt Oom tegen Harry.

Waarom word ik normaal behandelt en hij niet?

----

We zijn aan het eten en Harry ruimt de tafel op. Ik wou 'm helpen maar dat mocht niet. 

''Ik maak altijd wat simpels, met twaalf honden''

''Wil je ook? Een drupje brandy andy voor ripper?(?)''

Ze geeft de hond wat wijn is het denk ik.

Gaat ie daar niet dood van?

''Wat sta jij te grijnzen?'Waar zit je ook alweer op school?'' vraagt Mvr Dursley(?)

''Sint Walpurga, een prima school voor hopeloze gevallen.'' zegt Oom.

''Krijg je daar nog met het rietje?''

''O ja, ik heb al heel wat klappen gehad.'' liegt Harry.

''Goed. Ik vind dat zo'n onzin, dat je niet mag slaan. Jij kan er ook niks aan doen, Herman. Het zit in de genen. Slechte genen.''

Wat zei zij!?

''Wat deed zijn vader?''

''Niets, hij was werkeloos''

Ja man!

''En altijd dronken''

Oké, ik mag mijn vader niet, maar dit zeg je niet!

''Dat is niet waar'' zegt Harry.

''Wat zei je?''

''Mijn vader was geen dronkenlap''

Het glas van de mevrouw gaat stuk.

Hij is boos.

Allebei.

''Geen paniek. Ik heb een stevige grip''

Ja ik ook.

Ik ga je er mee wurgen.

''Het is bedtijd.''

''Stil, Herman. Ruim jij dit eens op''

Harry ruimt het op.