Proloog

183 16 0
                                    

Ik ren ik weet niet waarheen, maar wat ik wel weet is dat mijn leven ervan af hangt. Ik ren en ren, nog steeds weet ik niet waarom en waarheen. Dan wordt ik bij mijn arm gegrepen en meegesleurd naar een diepte.

Ik hoor iemand mijn naam roepen. "Je moet mij zoeken!" Ik hoorde weer iemand mijn noemen. "Aaaaah!" Een enorme scheut van pijn gaat door mijn benen. Ik val met een doffe knal op de grond. Ik wil naar mijn been kijken om te zien of er iets gebroken is, maar ik zie ze niet. Alles om me heen is donker. Niks ik kan niks zien, ik lig hier in een gat, waar ik door iets ben ingesleurd en kan niks zien, heb geen flauw idee waar ik ben of waarom.

Ik moet mijn best doen om niet een huilen uit te barsten omdat mijn benen zo veel pijn doen. Ik probeer te bedenken hoe ik hier weg kom en waar ik dan heen ga, maar er schiet me niks te binnen. Hoe moet ik aan iets ontsnappen dat ik niet kan zien.

Uit het niets zette er een koude windvlaag op. Dit was best wel raar, want ik dacht dat ik in een kuil zat. Ik kreeg het koud en drukte mijn armen tegen mijn lichaam aan. Tot mijn verbazing zat er iets plakkerigs op mijn linker arm. Ik probeerde net te bedenken hoe dat gebeurd was.

Mijn gedachten werden verstoord door een vrouwenstem. "Help me! Je moet me redden. " Wie was dat? Is dat het geen dat me in deze kuil sleurde, als het zowiezo wel een kuil is. Ik deed mijn mond open om te vragen wie ze was, maar er kwam geen geluid uit. Ik raakte zo langzamerhand een beetje in paniek. Ben ik soms dood?

"Jij kleine stakker, je kan niet praten, niet lopen, niet zien en je gaat binnenkort dood. Ik zou me niks ergers kunnen voorstellen." Dit was weer diezelfde vrouwenstem, alleen had het nu een gemene klank in haar stem. "Of misschien toch wel, namelijk mijn slaaf zijn. Wacht dat kan ik natuurlijk ook doen." Bij deze stem kon ik niet duidelijk zeggen of het een vrouw of man was, maar toen ik de stem hoorde leek het alsof de dood mijn hart aanraakte en het samen kneep, maar het dan net niet dood liet gaan.

"Luister niet naar hem, hij......." De vrouwenstem werd ruw de mond gesnoerd. Ik probeerde me overeind te duwen met behulp van mijn armen. En tot mijn verbazing lukte dat ook nog. Ik keek nog eens goed om me heen en alweer niks, geen enkel licht streepje.

Iets greep mijn armen beet en deed er boeien omheen. Ik probeerde me te verzetten, maar het was onmogelijk. Het wezen had me in zijn greep.

Met een schok kwam ik overeind. Ik was weer eens tegen het plafond aan gevlogen. Ik wreef pijnlijk over mijn hoofd. Ik haat het echt als ik weer eens slaapvloog. was eigenlijk wel een aparte droom, waarom zou ik mijn vleugels niet gebruikt hebben. Maar ja, ik heb wel vaker aparte dromen.

Dragon academyWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu