"Help! Is daar iemand? Help!" "Ja, hallo. Hier ben ik je redder in nood. Links van mij kwam er een man uit de bosjes. Achter hem liepen drie andere mannen met drie vleermuizen aan een lijntje. Ik raakte in paniek. Dit was niet wie ik wou zien en ze mochten me zeker niet helpen.
De man die als eerst uit de bosjes kwam maakte een gebaar naar de twee mannen achter hem. En als reactie liep een van de mannen op mij af. Ik probeerde los te komen van mijn plant. Maar voordat ik iets kon zeggen of doen hing ik al op zijn kop op de rug van de man.
"Laat me met rust of anders... " "Wat anders?" Zei de leider spottend. "Ga je dan gillen?" Hij moest lachen en zijn kameraden lachten gezellig met hem mee. Een plan bedenken ging moeilijk als je op de rug licht van een soort oerbewoner.
Ik bedacht me dat mijn muziek nog aan stond en dat mijn oortjes alleen maar waren uitgevallen. "Hé, jij? Zou jij mijn oortjes weer in mijn oor willen doen, ik verveel me nogal zie je?" "Nee, dat mag niet!" Zei die lompe spierbal nogal ruw. "Nou bedankt." Zei ik sarcastisch.
Ik verveelde me dood, voor mijn gevoel liepen we uren, waarschijnlijk waren het maar een paar minuten, maar toch. Toen we eindelijk aankwamen bij een soort van open plek dropte de oerbewoner me gewoon bij een paal in het midden van het kamp. Het kamp was redelijk groot, er stonden een stuk of 15 tenten en twee grotere tenten. Uit de grootste tent kwam de heerlijke geur van eten. En ik denk dat die andere grote voor de leider is.
Ik keek nieuwsgierig rond, daarom had ik ook niet door dat er allemaal mensen met mantels om me heen ging staan. "Zo!" Ik schrok op. Nu pas zag ik dat alle mensen van het kamp, een stuk of twintig, bogen voor een man. Die voor mij staat en waarschijnlijk ook degene was die 'zo' had gezegt. Hij, ik nam tenminste aan dat het een man was, was breed geschrouwderd en ook in een mantel, waardoor ik zijn gezicht niet kon zien.
"Wat ben jij?" Ik keek hem raar aan."Ik ben gewoon een mens, dat zie je toch. Ik heb oren, praat dezelfde taal, benen, armen, handen, vingers, een neus, ogen en een mond. Nog meer bewijs. " "En je hebt vleugels." "Ja en?" "Een mens heeft geen vleugels, maar heel veel maakt het niet uit. Je komt als geroepen. Zie je we hebben nog wel wat klusjes en er moet ook nog geofferd worden en zo. Dus handig ben je wel. Maar eerst gaan we met jou je vriendjes lokken, want dan hebben we meer mensen en dus meer gemak voor ons."
Ik keek hem boos aan, niet dat ik echt in zijn ogen keek ofzo, want ik zag zijn gezicht nog steeds niet. Hij moest lachen en toen hij eindelijk klaar was knipte hij in zijn vingers. Drie mannen kwamen op me aflopen. Ik wilde me weer verzetten, maar dat drukte de adem even helemaal uit mijn longen. Ik snakte naar adem terwijl twee mannen me optilde en de derde wikkelde een ijzeren ketting om mijn voeten.
De ketting liet hij vallen bovenop de teen van een van de andere mannen. De mannen raakte in gevecht en ik juichte ze aan om elkaar te vermoorden. Ik rolde over de laatste man van het lachen, de man kon me niet houden en was bezweken onder mijn gewicht. Ik ben niet zwaar hoor, die man was gewoon slap. Jammer genoeg kwam er een man bij die de mannen weg stuurde en mij op zijn kop aan een paal hing.
De ijzeren ketting snee langs mijn enkels. Ik zat nog steeds in de plantenmassa. Vanaf mijn punt kon ik overal soldaten in de bosjes zien zitten. Ze wachten op Zoë, Sia en Jaylinn, maar ik weet zeker dat ze ze niet te pakken kregen.

JE LEEST
Dragon academy
FantasyLucia is een wees die maar een droom heeft drakenrijder worden. Nu heeft ze de kans om die droom waar te maken. Ze heeft een probleem ze is geboren met vleugels, maar of dat haar ook echt speciaal maakt. Sommige mensen zullen haar aardig vinden. Maa...