Hoofdstuk 12

56 3 0
                                        

Ik werd ruw in mijn zij gepord. Langzaam vormde er zich een licht om me heen en zag ik Sia naast mij hangen. Nu pas merkte ik aan mijn armen aan het plafond hing. Ik trok aan het touw en probeerde het los te trekken. "Dat werkt niet!"

Even zag ik wazig en toen zag ik een lachend jongetje voor me staan. Hij kijkt me spottend aan. "Ben je nu boos" Die trapte tegen de vuilnisbak waar ik in zat. De vuilnisbak wankelde even en viel toen om. Ik lag midden in het vuilnis, huilend. Ik voelde de tranen over mijn wang stromen. De jongen lacht en er komen steeds meer mensen bij hem staan die ook lachen.

Mijn zicht werd weer wazig. Toen ik weer kon zien zag ik Zoë tegen een paal aan leunen. "Ik zei al dat het niet werkte, dan hoef je het niet nog een keer proberen." Ik keek haar raar aan, maar ze had geen aandacht voor mij ze was bezig met Sia. Die uit alle macht probeerde haar polsen los te krijgen.

De jongen die ik had gezien was de grootste pestkop van het weeshuis. Hij pestte mij altijd met mijn vleugels. Ik wou deze gedachten zo snel mogelijk uit mijn gedachten en ging daarom deze plek onderzoeken.

Het licht kwam uit een soort bol die in het midden van de kamer zweefde. Uit het niets kwam er een jongen uit de bol met licht. Hij had zwart weelderig haar en de donkerste, bruine ogen die ik ooit gezien had. Hij was helemaal in het zwart gekleed en eigenlijk was hij ook best knap. Hij liep op blote voeten.

"Oké, hallo mijn gevangenen. Is iedereen aanwezig?" Zei hij spottend. Hij deed alsof hij rondkeek om het te checken. "Oh, wat jammer. We missen nog een iemand. " Hij maakt een kort handgebaar en toen verdween er rechts van ons een stuk niks en lag daar Jaylinn.

"Jaylinn. Nee, wat heb je met haar gedaan?" Ze lag verkreukeld en ademde moeilijk en schurend.

"Ik heb niks met haar gedaan, dat was jij. Deze plek is te slecht voor haar ze bezwijkt langzaam. Als jij haar nooit had meegenomen hiernaartoe was zij er niet zo erg aantoe." "Ja, maar dan had je die vrouw vermoord. Waar is ze trouwens?" Ik zocht naar enig bewijs dat er nog iemand was, maar zonder succes."

"Snap je dat nou echt niet? Dat is dat domme draakje van jou. Omdat ze verbonden met jou is kan jij haar stem horen. En ik moest alleen maar van dit moment een droom te laten maken en poef jij zo haar recht naar mijn klauwen lijden. Dat is ook de reden waarom je ion het begin niet de neiging had om naar me toe te komen. Je was toen nog niet met haar verbonden en had dus niet de drang om haar hoe dan ook te helpen. "

Ik kon wel huilen, ik was er gewoon ingetrapt. Ik heb iedereen in gevaar gebracht. "En nu ben ik van je af. Ik wordt zwak en uitgehongerd gevonden met het nieuws dat jullie dood zijn. Samen met die domme draak van jou." Zoë hoorde dus al die tijd al bij hem. Ze was nooit echt een vriendin, hoe kon ik zo dom zijn.

"Stil jij! Je was inderdaad heel hulpvaardig, maar daar draait het niet om. Ik heb nu eindelijk de paarse diamant. En dus de ultieme kracht. " Ik keek Sia aan maar die haalde haar schouders, op zo ver dat haar lukte dan. De man slaakte een zucht. "Elke draak zijn oogkleur komt van een diamant. Maar die van Jaylinn is zeldzaam, de paarse. Er bestaan er nog maar drie van en ze zijn buitengewoon krachtig.

Ik heb een manier ontwikkeld waardoor ik bij iedereen kan zien wie zijn of haar draak is en zo was jij makkelijk te vinden. Jij was de enige die binnenkort je draak kon ontmoeten dus moest ik jou wel kiezen. Ik zorgde dat jullie met z'n drieën op een kamer lagen, want jij had Jaylinn, Zoë ging mij helpen en Sia eigenlijk was jij nog wel het best"

Zoë slaakte een verontwaardigd kreetje. " Want jij had namelijk de zilveren draak als draak, maar die is al honderd jaar niet meer gezien. Ik wou kijken of ik met jou haar kon lokken.

Nu zal ik die van haar afp...." "Nee." Ik bewoog, sloeg met mijn vleugels deed alles om me los te maken, maar zonder succes. De jongen stond me alleen maar lachend naar me te kijken. "Mag ik weer verder? Dank je. Waar was ik ook alweer? Oh, ja. Nu zal ik die van ha...."

Opeens voelde ik een enorme kracht stoot door mijn vleugels gaan. Ik spreidde ze en met een slag brak het touw om mijn polsen en was ik vrij. Ik keek naar mijn vleugels, ze waren geel, maar dan ook echt fel geel. Toen ik klaar was met mijn vleugels bekijken zag ik achter de jongen een schim staan. Het enige wat ik echt scherp van hem of haar zag waren de ogen. Hij had felgele ogen, dezelfde kleur als mijn vleugels.

Ik wou aan hem vragen of mijn vleugels door hem geel waren, maar voordat ik mijn mond open had gedaan was hij weg. Ik viel weer op de grond, want ik kon hier eigenlijk niet vliegen. 

Dragon academyWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu