Invaders #4 - Behind Bars

16 3 0
                                    

Jim, Namor en Toro kwamen terug aan bij de caravan en hun kamp waar ze verbleven. "We moeten terug!" riep Jim verdrietig. "We kunnen niet terug," zei Namor toen, die hem probeerde te kalmeren en Toro liep zijn caravan in. "Als ze je zien dan..." 
"Dan zien ze me maar, ik weet wel dat ik word opgepakt, het kan me niet schelen," zei hij toen. Toro kwam op dat moment zijn caravan weer uit gerend. "Er zijn inbrekers geweest," zei hij toen en Namor en Jim keken geschrokken. "Hoe bedoel je?" vroeg Namor verward. "Nou. Er is iemand in de caravan geweest," zei Toro toen argwanend. Namor en Jim zaten hem geschrokken aan te kijken. "Dat moeten wij zijn geweest," zei een stem toen en Namor en Jim draaiden geschrokken om naar Captain America en Bucky die nu voor hen stonden. "Namor ..." zei hij toen. "Captain?" vroeg hij verward. "Wat doe jij nu hier?" 
"Dat kan ik ook aan jou vragen," zei Steven. "Heb jij geen koninkrijk te leiden?" vroeg hij lachend. "Ik ben prins weet je nog?" vroeg hij toen wat vernederd. "Ik kom hier voor jullie, trouwens. Ik probeer een team samen te stellen en ik heb meer superhelden nodig," vertelde Steven tegen de anderen, die aandachtig naar hen luisterden. "Dat klinkt goed, captain. Wat voor team mag het zijn?" vroeg Namor toen aandachtig. "De Invaders, wij vijven, tegen al het kwaad. Ik sta natuurlijk open voor iedere ander held die mee wil werken, maar ik denk dat wij met zijn vijven een heel eind komen," gaf hij eerlijk toe. "Klinkt goed," gaf Namor toe die knikte. "Jij leidt het team neem ik aan, Captain, want ik denk dat wij een eerste klus hebben," zei Namor met een glimlach en hij keek naar Jim, die knikte. 

Clara liep op haar hoge zwarte hakken het politiebureau binnen en liep naar de zaal waar gesprekken gehouden werden. Daar zat aan een tafeltje Phineas, die nietsvermoedend zat te wachten. Clara liep de kamer binnen en knikte naar agent Johnson die aan de andere kant van de ruimte stond. Hij hield iedereen in de gaten en Clara ging aan tafel zitten bij Phineas. "Wat doe jij nou hier?" vroeg hij. "Ga je me die vraag nu elke keer stellen als je me ziet?" vroeg Clara met een glimlach, terwijl ze haar benen over elkaar legde en hem speels aanstaarde. "Wees blij dat er iemand is die naar je omkijkt,"

"Nou ... Super bedankt. Waarom ben je hier?" vroeg Phineas argwanend. "Ik wilde je even mededelen, dat je hier niet voor niets zit. Je denkt toch niet dat Sardo zomaar langs komt?" vroeg Clara hem met een hoog klinkend lachje. "Hoe bedoel je?" vroeg hij en Clara keek hem geërgerd aan. "Ga je nu alleen maar vragen stellen. Ik snap niet wat ik ooit in je zag. Waarom denk je anders dat ik elke keer bij je langs kom..." zei Clara met een geniepige lach. "Ga je me nu vertellen dat je voor die ... voor Sardo werkt?" vroeg Phineas vol ongeloof. "Mmm ... Volgens mij heb ik je dat net verteld, maar als je het niet erg vindt, dan ga ik nu weer," zei ze toen ze op stond. "Nee Clara! Dat vind ik niet oké," zei hij boos. "Jammer ... Ik ga toch," zei ze en ze schoof de stoel aan, terwijl ze lachend van hem weg liep. Phineas keek boos naar haar en ramde met zijn vuisten op het ijzeren tafeltje, terwijl Johnson van een afstandje verward naar het gebeuren stond te staren. Hij liep richting Phineas en ging aan zijn tafel staan. "Problemen?" vroeg hij toen. Phineas schudde kwaad zijn hoofd. "Laat haar maar..." zei hij terwijl hij weer iets kalmeerde. "Ik wil terug naar mijn cel..." zei hij en Johnson knikte. Hij nam Phineas mee en eenmaal terug zette hij hem in zijn cel. Het slot klikte en Phineas zat op het bed, terwijl hij naar het raam staarde. Hij keek nog een keer goed, omdat het was als of er een komeet op hem af raasde. Hij keek met grote ogen naar wat er gebeurde en hij dook op de grond, onder het bed, om te schuilen. 
Met een grote knal en veel glas overal stond Human Torch in de cel, die van brandend snel naar een normale jongen ging en dus zijn vlammen doofde. "Vader?" vroeg hij toen haastig. "Hier!" riep hij, terwijl Phineas onder het bed vandaan kwam. "Wat doe je hier?" vroeg hij. "Je moest het laten," zei Phineas. "We zijn hier om je te redden," zei Jim toen. "We krijgen je hier uit," zei hij vastberaden. "Je moet dit niet doen, Jimmy," zei Phineas tegen hem. "Jawel ... We krijgen je hier uit, we zijn superhelden, vader..." zei hij met een lichte glimlach. "Ik kan je hier niet uit vliegen ... Dan verbrand ik je ... Ik krijg je hier uit ... met het team," zei hij toen. Phineas zuchtte en knikte toen eindelijk instemmend. Jim glimlachte en zette zijn handen in vuur en vlam, waardoor hij de sloten door brandde en de deur open zwiepte. "Kom mee!" riep hij terwijl Phineas achter hem aan liep. "Blijf staan!" riep Johnson toen plots. "Grijp ze," zei hij terwijl andere agenten nu op ze af renden. "Niet doen Jimmy..." zei Phineas zachtjes, terwijl Jim zijn handen op de agenten richtte. Maar voordat ze bij hen in de buurt kwamen vloog er een schild door de gang tegen wat hoofden van agenten aan. Waardoor er meerderen levenloos of bewusteloos op de grond vielen. Jim schoot een vuurbal af op een agent, waardoor die levenloos op de grond viel en begon te branden. Op dat moment verscheen Sub-Mariner die het vuur doofde en knikte naar Jim. Toro en Bucky pakten Johnson vast en hielden hem tegen de muur. "Sorry man, orders van de baas," zei Bucky toen vrolijk. "Dank jullie wel jongens," zei Jim. "Graag gedaan. Nu weg wezen hier!" riep Steven en Jim begon met Phineas te rennen. Captain America, Bucky en Toro verdwenen sneller en Namor liep met Jim mee. "Geslaagde eerste missie zeg ik zo," zei Namor met een glimlach en Jim knikte blij naar hem, maar vanuit zijn ooghoek zag hij plots iets anders. "Neem hem mee naar buiten..." zei Jim plots en Namor keek hem verward aan, waarna hij zijn blik volgde en een man bij een cel bezig zag. "Wat ga je doen?" vroeg Namor. "Naar buiten zei ik..." zei Jim toen standvastig, waarna Namor knikte en Phineas mee naar buiten nam, die hem wat angstig na keek. Jim keek boos naar de mannen, omdat hij er één herkende als Red, de handlanger van Sardo. Namor verdween uit de gang en Jim liep op de man af. "Hé!" riep hij boos. "Sorry makker. Moest toch echt even gebruik maken van de situatie," zei hij gemeen lachend. "Harris, daar zit er nog één!" riep hij tegen nog een andere man die aan het einde van de gang bezig was. "Niks ervan," zei hij, waarna hij met zijn hand tegen zijn borstkas drukte en hem liet branden. "Aaaah!" riep Red en zijn borstkas werd roder, terwijl Jim na een tijdje stopte en Red op de grond neer viel. Harris vluchtte in zijn eentje weg. Jim schrok van zijn eigen daad en keek naar het levenloze lichaam van Red dat op de grond lag. Hij begon wat zwaarder adem te halen en draaide zich om, lopend naar de uitgang, niet merkende dat de deur die Red probeerde te openen. Nu op een kiertje stond...


Deaths:

Meerdere agenten

Red


Foto: Phineas Horton

Marvel HeroesWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu