Rode bloesem aan de takken
Vallen krullend naar benêê
Voorbereid op ongemakken
Toch denkend aan een frisse zee
Nee alleen die zee is waar ik aan denk
En enkel al die gedachten zijn een geschenkDoor klacht en negativiteit, door weer en wind
Zo bitter als een grapefruit, zo fris als mint
Eeuwig mooi en fascinerend is wat ik van die zee vind
Een zee zonder bodem in zicht, om in te verdrinken
Een zee met een diepgang om in weg te zinkenEn als de bodem is bereikt en alles is gezien
Dan blijf ik daar, omdat die zee dat verdient
Met al haar diepgang, haar sproeterige stenen, haar kenmerkende leven
Als ik haar helemaal kennen zou, zou ik dat niet op kunnen geven
Deze zee is geweldig, dat is zekerMaar als er iets is gebleken
Is dat ik op de zee nog lang niet ben uitgekeken