Hoofdstuk 2

3K 36 1
                                    

Crystal
Ik ben maar blijven rennen. Alleen maar rennen. Ik heb geen idee waar ik nu ben of hoelang ik al ren.
Mijn maag knort en de zon komt langzaam op. Het scheelt dat Seatle een grote stad is.. Mijn vader vind me dan niet zo snel.
Ik kijk op uit mijn gedachten en zie dat ik op een pleintje beland ben. Er staat een bankje en er staat een vogelbadje. Ohh water, wat heb ik daar zin in.
Ik kijk even beschamend om mij heen of er iemand loopt. Ik gok dat het nog vroeg in de ochtend is en dat iedereen nog lekker ligt te slapen. Ik plens een beetje water in mijn gezicht en drink het water uit mijn handen op. Ik weet vrijwel zeker dat ik er nu echt verwilderd uit zie. Mijn kleding is gescheurd en overal zitten bloedvlekken.
Het is ook niet echt hygiënisch om uit een vogelbadje te drinken omdat er er normaal gesproken vogels in het badje badderen. Het ziet er daarom vast vreemd uit als er nu iemand uit drinkt.

Oke... Wat gaan we doen tot de tijd dat Seatle ontwaakt? Het bankje ziet er verleidelijk uit, maar de kans dat mensen je zien liggen en zich zorgen maken is groot.
Ik besluit om hier maar even rond te lopen. Volgens mij lag er achter deze winkels een klein parkje.. tenminste als ik mij niet vergis. Ik ben hier, als ik het me goed herinner, een keertje eerder geweest.
Ik pak mijn mobiel uit mijn broekzak en kijk of in het hoesje mijn bankpas zit.
Ik heb altijd al mijn passen bij mij... maar uitgerekend vandaag vergeet ik mijn bankpas.
Ik zucht diep en kijk of ik hier misschien wifi heb... maar ook dit zit niet mee. Ik zucht gefrustreerd en gooi mijn mobiel weg. Hij beland een eindje verderop en valt met een harde knal op de grond. Ik ga gefrustreerd op het bankje zitten en probeer mijn gedachten een beetje op een rijtje te krijgen. 
Ik moet een oplossing vinden om straks bij de mensen geen argwaan te wekken.
Ik heb eten nodig, schone kleding, een schoonheidsspecialist en een ziekenhuis die onderzoek kan doen naar mijn ribben, mijn hoofdwond en alle andere schaafplekken.

Tijdens het rennen vannacht ben ik erg vaak gestruikeld.
Ik keek achterom omdat ik perse zeker wou weten of ik gevolgt werd door mijn vader...
Maar ja.. elke keer als je achterom kijkt moet je wel zeker weten dat je je voeten goed neerzet.

Ik kijk nog even om mij heen en besluit om toch maar naar het parkje te gaan. Het is geen verstandige keuze omdat er veel armoede is in Seatle en daarom in het park veel zwervers liggen.
Ondertussen raap ik mijn mobiel op.
Fijn hij ligt helemaal uit elkaar. Het beeldscherm is helemaal gebarsten en het scherm flikkert in zwart / witte kleuren.

Om mij heen begint de stad zich een beetje te ontwaken. Ik moet goed op mijn hoede zijn omdat mijn vader hier 'veel' vrienden heeft wonen. Als er eentje mij tegenkomt zit ik in no time weer in gevangenschap bij mijn vader. Die 'leuke vriendjes' van hem steunen mijn vader en zijn het volledig eens over hoe hij mij behandeld.

Momenteel ben ik op weg naar het parkje. Er rijden steeds meer auto's op de weg en de winkels worden langzamerhand geopend.
Ik zucht en klim, voor zover het gaat, in een grote boom die in het park staat.
Ik ben niet zichtbaar voor de langslopende mensen maar ik kan hun wel zien.
Ik grinnik bij de gedachte maar dat houd snel op als mijn maag weer knort.
Ik probeer een plan te bedenken om eten te regelen maar het komt niet in mij op.
Ik durf niet tussen zoveel mensen op straat te lopen.
Straks herkent iemand mij of...
Hé wacht eens... ik zie eruit als een zwerver. En er zijn hier genoeg opvangcentra voor daklozen.
Ik geef mezelf mentaal een schouderklopje en klim langzaam de boom uit.
Bij de laatste 2 meter, breekt een tak af die ik vasthoud en val ik hard op de grond.
Meteen komt de hoofdpijn weer terug en lig ik dubbel van de pijn in mijn ribben.
Ik zie een man langslopen die verbaast stil staat en een bezorgde uitdrukking op zijn gezicht heeft. Hij heeft een zwarte aktetas vast en draagt een lange zwarte jas.
Ik probeer hem met gebaren duidelijk te maken dat alles goed gaat. Helaas sein ik dit verkeerd en komt de man op mij afgelopen.
Ik kijk angstig naar de grote man en probeer achteruit te kruipen.
Niemand kan mij helpen omdat deze man en ik waarschijnlijk als enige in het parkje zijn. Het is denk ik nog te vroeg voor de inwoners van Seatle om naar een park te gaan.
Ik durf niet te schreeuwen maar doe daar ook geen moeite voor.  Mijn hoofd doet teveel pijn.
'Hey kleintje.' Zegt de man zachtjes.
Hij staat 2 meter van mij af en hurken door zijn knieën.
Ik durf niks terug te zeggen en krimp uit angst in elkaar.
'Ik doe je niks.' Zegt de man bezorgt.
'Heb je ergens pijn?'
Ik schud snel mijn hoofd met kreun zachtjes van de bonken in mijn hoofd. Ik leg mijn handen op mijn hoofd in de hoop dat het stopt.
'Wil je een paracetamol?'
Ik kijk de man onderzoekend aan. Paracetamol is wel fijn maar vertrouw ik die man?
Ik schud mijn hoofd en probeer mijn best te doen om op te staan.

Mijn benen trillen van deze plotselinge activiteit waardoorik het gevoel heb dat ik ga flauwvallen.
'Zal ik je naar huis brengen?'
Weer schud ik mijn hoofd en kijk ik angstig om mij heen om ergens heen te rennen.
'Sst, ik doe niks.'
De man zet een klein stapje vooruit waardoor ik een stap achteruit zet.
Hij zet weer een stap en dan ik weer.
Na een paar stappen voel ik de boom in mijn rug en staat de man recht voor mij.
Gelukkig zit er nog wel iets van ruimte tussen.

Als ik voor een seconde het oog contact met de man verlies zet hij een flinke stap dichtbij en trekt hij mij dicht tegen hem aan.
Ik verstijf meteen en probeer uit alle macht hem weg te duwen.
'Ssst'
De man houd me strak vast en wacht even totdat ik het heb opgegeven.
'Ben je klaar?'
Ik knik verloren en snik.
'Niet huilen. Het komt goed.'
De man tilt mij op en trekt mij dicht tegen zijn borst aan.
Hij duwt mijn hoofd in zijn nekholte en houd mij stevig vast.
'Ik denk dat je wel iets wilt eten hé?

Heel erg bedankt voor het lezen allemaal 😉
xXx Rooms-n-oes
1127 woorden

His Kitten, His rules...Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu