Mijn hart bonkt in mijn keel. Ik klem mijn mes stevig vast in mijn hand. Ik druk mezelf tegen de muur. De voetstappen zijn niet ver meer. Opeens bedenk ik mij iets. Wat nu als dit iemand van de Gorrduk is. Iemand met een machinegeweer.
Maar dat klopte niet want dan loopt er een blond meisje langs mijn lokaal. Lucia. Van de spanning slaak ik een zucht en laat mijn mes op de grond vallen. Het geluid galmt de gang door. Verschrikt kijkt Lucia om, maar als ze ziet dat ik het ben verdwijnt de schrik uit haar ogen. Ze stapt het lokaal in. "Wat doe je hier?"vragen we tegelijk aan elkaar. "Jij eerst."zegt ze. Ik haal de foto van mijn ouders uit mijn zak. Lucia knikt. "En jij?"vraag ik. "Niks."zegt ze. Ik trek een wenkbrauw op. Lucia slaat haar ogen neer. "Niks?"vraag ik. Lucia zucht. "Je houdt je mond."zegt ze. Ik knik. "Ik heb hier een afspraak met iemand."zegt ze. Ik trek nu ook mijn andere wenkbrauw op. "Met wie?"vraag ik terwijl ik probeer mijn glimlach in te houden. "Met iemand."antwoord ze kleintjes. We staan even ongemakkelijk tegenover elkaar. "Oh maar in dat geval ik ga maar weer eens."zeg ik vrolijk. Ik loop Lucia voorbij en neem de brandtrap naar beneden.
Op het plein is het uitgestorven. Niemand durft meer op de plaats te zijn waar minder dan 24 uur geleden een groot gevecht heeft plaatsgevonden. Ik ril even als ik donkerrode plekken op de stenen zie. Dan steek ik het plein over en duw de zware deur van Het Raadhuis open. Aan de lange tafel zitten Emilio en Zac met een stapel papieren. Ze kijken op en knikken naar mij als begroeting. Ik neem plaats tegenover hen. "Wat doen jullie?"vraag ik. "Administratie."antwoordt Zac kortaf. Emilio schuift ongemakkelijk op zijn stoel. "We kijken naar het aantal doden, hun bezittingen en hun familieleden."zegt hij dan. Ik knik. "Hulp nodig?"vraag ik dan. Zac schuift een stuk papier naar mij toe. "Hierop staan de overledenen en hun familieleden. Breng jij maar het nieuws." Ik pak het blad aan. Eigenlijk wil ik tegenstribbelen. Maar dan zie ik de smekende blik in de ogen van de jongens. Ik sta op en wil naar buiten lopen. Met een brok in zijn keel roept Zac mij na:"Het papier is dubbelzijdig!" Ik trek de deur achter mij dicht.
De reacties van de kinderen verschilden. Sommige begonnen te huilen, andere werden kwaad, negeerden mij of werden lijkbleek. Zo heb ik ongeveer vijf keer de stad doorkruist. Ik was pas klaar toen het begon te schemeren. Dan haal ik de foto uit mijn zak. Er zit wit rond de kreuklijnen. De foto is vergeelt. Ik strijk hem recht en kijk gefocust naar de vrouw die mijn hand vast houdt. Ze heeft bruin haar en groene ogen. Net als ik. Ze glimlacht en heeft kuiltjes in haar wang. Ik wilde dat ik er connectie mee zou voelen. Maar ik voelde helemaal niks. Ja, ik voelde dat ik honger had. Ik had de hele dag al niks gegeten. Zou ik al naar de velden van Emilio kunnen gaan of is het te vroeg ervoor? Ik besluit dat ik gewoon kan gaan, anders is het straks heel erg druk. Ik vouw de foto netjes op en stop hem in mijn achterzak.
Ik duw loop door de poort. De zon schijnt recht in mijn ogen. Ik houd mijn hand voor mijn ogen en zoek naar Emilio. Ik zie hem staan in het veld met een meisje. Hij houdt haar hand vast. Ik frons mijn wenkbrauwen even. Ik wist niet dat Emilio een vriendin had. Het is ook niet jouw zaak, denk ik dan. Ik zet mijn handen voor mijn mond en roep zijn naam. Hij kijkt op en wenkt me. Ik rol met mijn ogen. "Als iemand roept is het de bedoeling dat dat persoon naar mij toekomt niet anders om." fluister ik binnensmonds. Maar ik besluit niet koppig te zijn. "Hee D."zegt Emilio. Ik trek mijn wenkbrauwen. Hij noemt me nooit D. Ik heb er nu al een hekel aan. Opeens moet Emilio lachen. "Oh haha, snap je hem niet, D? Hee Dee? Hay Day, van vroeger? Echt te grappig, gezien het feit dat ik nu ook een boer ben." Hij en het meisje liggen in een deuk. Ik trek een wenkbrauw. "Nou humor."zeg ik een beetje geïrriteerd. "Wat doe je nou boos?"zegt hij. "Ja, D wat is er?"vraagt het meisje naast hem. Ik kijk haar aan. Ik ken haar niet. Zij kent mij niet. Waarom noemt ze me zo? Ik ga wat rechter op staan en kruis mijn armen voor mijn borst. "Pardon?"vraag ik. "Wie ben jij?" Ze is heel mooi. Haar ogen zijn donker en haar ingevlochten haar ook. Maar, haar huid is heel licht. Iets wat raar is omdat het meeste leven zich nu buiten afspeelt onder de zon. Haar huid is ook helemaal gaaf. Geen littekens. Geen rode plekken. Het meisje laat Emilio's hand los. "Taylor. En jij bent Demian maar dat weet iedereen al."zegt ze minzaam. "Waarom zeg je dat zo?"vraag ik. "Hoe bedoel je?"antwoord ze boos. "Met zo'n toon."zeg ik. "Omdat, omdat jij denkt dat jij geweldig bent. Je denkt dat je onze leider bent. Je denkt dat niemand tegen je opkan. Je denkt dat niemand je wat aan kan doen. En omdat je gewoon arrogante bitch bent." zegt ze met op elkaar geklemde kaken. Ik kijk verward naar Emilio. Maar die staat alleen maar een beetje naar zijn voeten te turen. "Ik weet niet waar je het lef vandaan haalt..."zeg ik en ik wil een heel verhaal beginnen. Maar ik snoer mezelf de mond. Ze is het niet waard denk ik bij mezelf. Maar ik ben wel te trots om naar eten te vragen. Ik adem diep in en draai me om. Met boze stappen loop ik terug naar mijn kamer.
Ik sla de deur met een harde klap dicht. Ik denk dat de hele stad het heeft gehoord. Ik bal mijn vuisten. Dan sla ik opeens tegen de muur. Ik wil stoppen maar het lukt niet. Met elke klap denk ik, ze heeft gelijk, ik heb niet iedereen gered. Claire zou nog kunnen leven. Langzaam verschijnen er deuken in mijn muur. Ik stop pas als mijn handen beginnen met bloeden. Met ongeloof kijk er naar. Ik wist niet dat ik hiertoe in staat was. Snel loop ik naar de kist met mijn kleding en scheur een wit t-shirt in repen. Ik wikkel mijn knokkels in en zet het vast met een veiligheidsspeld.
Na ongeveer een uur wordt er op de deur geklopt. Ik kijk op. Het is al donker. Wie zou dat zijn? Ik zet de deur op een kier. Ik kijk in de ogen van Zac. Ik slaak een zucht en open de deur meer en laat hem binnen. "Wat was er nou, net op het veld? Waarom viel je zo uit tegen Emilio's vriendin?"zegt hij. Ik trek een wenkbrauw op. "Wat bedoel, zij begon hoor."zeg ik. Zac rolt met zijn ogen. "Doe nou niet zo kinderachtig. Taylor is heel aardig. Ze schrok echt van je."zegt hij. Ik zucht diep. Ik heb geen zin hier in. "Laat maar zitten."zeg ik. Zac glimlacht lief naar me. "Of komt het omdat je jaloers bent." Ik kijk verbaasd. "Misschien vindt je Emilio wel leuk."zegt Zac. "Wat?!"antwoord ik een beetje van mijn stuk gebracht. "Nee, ik heb..." Ik kap mezelf af. George en ik hebben er nooit over gehad of we het aan iedereen zouden vertellen. Ik weet eigenlijk ook niet of George en ik iets hebben. "Wat heb je?" Ik schud mijn hoofd. "Nou, het gaat me waarschijnlijk toch niks aan. Hier, je zou wel honger hebben." Zac geeft me een stuk brood. Ik glimlach en pak het aan. In de verte hoor ik bel. Ik kijk op. "Shit, ik moet gaan. Ik heb nachtdienst op de muur."zeg ik. "Nog bedankt voor het brood."zeg ik.
(Ja, niet een hele erge cliffhanger maar ik dacht anders is het niet goed voor jullie hart. Wat denken jullie? Is Taylor te vertrouwen? Oh hier is een trouwens een foto van haar.
Taylor
Laat het weten in de reacties wat jij ervan vindt!
X.)
JE LEEST
Real Fears
Adventure'Ik schiet omhoog. Genadeloos schijnt de zon op mij neer. Ik kijk om mij heen. Niemand. Waar zijn ze? Dan hoor ik geschreeuw van het plein. Ik krabbel op en kijk zoekend rond. Mijn geweer en een van mijn messen is weg. Ik trek het andere mes uit mij...