'Zo, dit is het' zegt mijn vader terwijl hij de deur opengooit. Ik slik. We gaan tijdelijk in een flat wonen. We lenen de flat eigenlijk meer van vrienden van mijn vader. Ze gaan een half jaar in het buitenland wonen voor vrijwilligerswerk dus konden wij hier in trekken voor een lage prijs. In een half jaar tijd moet alles met de verzekering zijn geregeld, we moeten een huis hebben gekocht en dat huis helemaal hebben geverfd, ingericht etcetera. Noa is bezig om een studentenhuis te gaan zoeken dicht bij haar opleiding. Na haar vwo opleiding op de middelbare heeft ze een tussenjaar genomen om even uit te rusten. Heel veel mensen vinden het aanstellerei, maar ze had het echt nodig. Ze heeft het zo druk gehad en iedereen zat op haar lip. Maar nu gaat ze studeren aan de universiteit. Ik stap over de drempel de flat in. De gang heeft een klassiek behang met een beetje ruitachtige patronen die ik niet helemaal kan beschrijven. De gang ziet er best gezellig uit, maar dan kom ik in de.woonkamer. Oh ja, die vrienden zijn kunstenaars, dat is ook zo. Het lijkt niet op een huiskamer, meer op een strand. Ze hebben een soort plastic tapijt met een afbeelding van zand, en op de muren is de zonsondergang in de zee geschilderd. Als ik verder loop, zie ik dat het maar één muur is, de rest is geschilderd als een het strand overdag, er is zelfs een verdwaalde strandbal geschilderd. Het is heel mooi... maar niet zo geschikt voor een huiskamer en het past totaal niet bij de gang. 'Nou Eef, wat vind je?' vraagt mijn moeder. 'Ik eh... ik vind het heel mooi.' Ik kijk nog steeds een beetje verbaaad rond. 'Dit had je niet verwacht hé?' zegt mijn vader lachend. Ik schud mijn hoofd. Op de kastjes, de tafel etc. liggen schelpen en ze hebben een lamp van parels ( neppe, hoogstwaarschijnlijk maar nog steeds indrukwekkend). 'Kom mee, dan laat ik je jou kamer zien. Het is een simpele kamer, zonder bed ( ik moet een half jaar op een luchtbed slapen, jeee -.-) Er staat een bureau en een stoel, dat is het. Maar de muur is weer indrukwekkend. Het is een muur met woorden, dat klinkt misschien saai maar dat is het niet. Het zijn woorden en quotes, en ze zijn zo geschilderd dat de letters hun betekenis weergeven. Life waarbij de stip op de i een ying-yang teken is.L♡VE ←zoals hier is geschreven alleen dan in sierlijke letters. Het is zo mooi, ik kan het amper beschrijven. De kleuren passen ook bij de betekenis, licht bij vrolijk, donker bij verdrietig. 'En wat vind je, iets voor jou?' ik knik blij. Het is echt heel cool. Ik laat mijn tas op de grond ploffen, en ga er op mijn hurken voor zitten en ik haal het luchtbed er uit. 'Mam, pap waar is de pomp voor het luchtbed?!' schreeuw ik terwijl ik op sta. 'Wacht even Eef!' roept mijn vader terug. even later komt hij binnen lopen met de elekterische pomp. 'Dankje pap' zeg ik. Ik stop de pomp in het luchtbed en steek de stekker in het stopcontact. Terwijl ik wacht maak ik een foto van mijn muur en stuur hem naar Nikki, Julie en Levi. 'Dit is mijn muur, supercool he? komen jullie binnenkort kijken?' zet ik erbij en ik klik op verzenden. Julie reageerd gelijk 'Kan ik anders nu even komen?' ik denk even na. 'Mama kan Julie even komen?!' roep ik. 'Wat?!' roept ze terug. 'Kan Julie...' 'WAT?!' ik zucht en loop naar de kamer van mijn ouders. Mijn adem stokt. Alle muren zijn van glas behalve die met de deur. Ik zie nu pas op wat voor mooie plek deze flat staat, je hebt uitzicht over de hele stad. 'Mam, kan Julie nog even langs komen?' vraag ik haar. 'Uhm we gaan zo eten, maar ze mag wel komen eten wat mij betreft' antwoord mijn moeder. 'Dankje mam!' zeg ik een ik geef haar een kus op haar wang. Ik app het gelijk naar Julie, ze komt er zo aam zegt ze. Ik maak ondertussen mijn inmiddels opgeblazen luchtbed op en richt mijn kamer een beetje in. 'Hey Eef!' zegt Julie opeens. Ik krijg zo wat een hartaanval omdat ze opeens tegen me praat. 'Stom kind ik schrok me kapot' en ik geef haar een klap met mijn kussen op haar hoofd. 'En nu moet ik mijn (lucht) bed ook nog helemaal op nieuw opmaken je word bedankt Juul!' zeg ik quasiboos. 'Ja had je me maar niet moeten slaan meid' zegt ze terwijl ze haar haar weer goed doet (dat in de war was door mijn kussen agressieviteit). Ik steek mijn tong uit en maak mijn bed weer op. Even later veeg ik tranen uit mijn ogen over een verhaal dat Julie verteld. Het gaat over iemand die geen tanden had maar een appel wou eten. Julie heeft een geweldige fantasie. 'Eef, Julie komen jullie? we gaan eten!' roept mijn vader. Ik sta op van mijn bed en trek Julie mee overeind. Dan laat ik haar hand los en knalt ze met haar hoofd tegen de kast.
'Gaat het?' vraagt mijn moeder bezorgd. Julie knikt terwijl ze de zak ijs op haar hoofd houd. 'Sorry Julliepullie maar het was te verleidelijk om niet te doen' zeg ik. 'Kunnen we nu gaan eten? ik ga dood van de honger' zegt Julie met een grijns, zo te zien valt het allemaal wel mee. Na het eten moet ik de keuken opruimen, en Julie helpt heel goed door me te dirigeren (haar woorden, niet de mijne). Dat betekend dus dat ze nog steeds aan tafel zit, op haar mobiel en af en toe zegt dat ik op moet schieten. Als ik eindelijk klaar ben blijkt Julie al naar huis te moeten, ik loop met haar mee naar de deur. 'Bedankt voor het eten' zegt Julie nog snel regen mijn ouders. 'Graag gedaan hoor meissie' en mijn vader schenkt haar een glimlach. Op de een of andere manier heeft hij altijd al een zwak voor haar gehad, op zich niet raar want Julie is heel erg beleefd. Ik geef haar een knuffel en dan gaat ze weg. Dan besef ik me opeens dat het zondag is, en dat ik morgen weer naar school moet. Ook besef ik dat ik morgen een aardrijkskunde toets heb waar ik nog niet voor heb geleerd. Oeps. Het komt ook niet zo goed uit dat we net verhuisd zijn, waardoor ik geen idee heb waar mijn boeken zijn. Een voldoende gaat het waarschijnlijk niet worden. Wish me luck.
Heeyy dit was niet echt een boeiend hoofdstuk en het was super kort, maar ik heb echt geen inspiratie de hele tijd sorry guysss
JE LEEST
Ik mis je {on hold}
Random"Opeens glij ik weg. Ik gil. De diepte komt met tegemoed. Ik schaaf me aan de rots en de steen waar ik op stond valt op me. Ik grijp me vast als ik een struik zie. Gemene doornen prikken in mijn hand. Ik weet even niet wat ik moet doen. Dan begin ik...