Hoofdstuk 14

150 22 11
                                    

Ik ben nog steeds helemaal overdonderd van wat er net gebeurd is. Neth zo te zien ook. Hij heeft de rugzak van de jongen in zijn hand, duidelijk twijfelend of hij hem mee moet nemen of niet. Hij kijkt erin en vist er een blocnote, een pen, wat voedsel en een mes uit. Het voedsel en het mes gaan naar zijn eigen rugzak. Dan de blocnote. Wat kun je daar in vredesnaam mee in de Arena? Neth weet het zo te zien wel. Hij pakt de pen en begint ijverig te schrijven. Ik ben razend benieuwd wat hij schrijft, maar de camera weigert in te zoomen. Hij schrijft ongeveer 5 minuten, en stopt dan de blocnote en pen terug in de rugzak van de jongen. Heel voorzichtig doet hij de rugzak half om bij de jongen, zodat hij niet naar beneden zal vallen wanneer de jongen gegrepen wordt met de klauw die uit de hovercraft zal komen. Dan weet ik het. Het is een briefje, voor de familie van de jongen, die Neth zojuist in de rugzak heeft gestopt. Ik zie hem kijken. Wat kan ik nog doen? Neth zal geen bloemen om hem heen gaan leggen, zoals Katniss bij Rue deed. Dan trekt hij iets van zijn nek af. Een ketting. Het is een zwart leren koordje met één bedel. Een druppel. In twaalf had het geen betekenis, het was gewoon mooi. Nu heeft het ineens wel een betekenis. En wat voor één. Een traan, om de dede jongen. Het water, waaruit hij Neth gered heeft. De regen, waar Neth nu in staat te rillen, terwijl hij de ketting om de pols van de jongen wikkelt. Zo is Neth, hij moet íets doen. En dit was het laatste wat hij voor de jongen, of eigenlijk de familie van de jongen, kon doen. 

_________________________________

Er zijn inmiddels vijf dagen verstreken. Sinds de dood van de jongen heeft het drie dagen en drie nachten enkel geregend, en onweer ontbrak daar niet bij. Er zijn zelfs twee tributen omgekomen die geraakt werden door de bliksem. Er zijn nu nog vijf tributen over, maar binnen zeer korte tijd zijn er veel tributen omgekomen. De spelmakers zullen dus voorlopig niet ingrijpen. "Hier, neem dit maar mee. Je wordt opgepiept zodra er iets gebeurd," zegt Peeta, die een soort horloge aan mij wil geven. Ik kijk hem vragend aan. "Pauze. Je zit nu al een aantal uren hier te kijken, je zult wel moe zijn." En op het moment dat hij het zegt, merk ik pas hoe moe ik ben. Ik knik, pak het horloge aan en doe het om mijn pols. Ik kijk Delphi en Roses vragend aan, en Roses knikt. "Ik blijf wel hier, ik wil graag kijken en ben toch nog niet moe," zegt Delphi. Roses loopt achter mij aan, naar mijn kamer. "Wil je eerst slapen?" vraagt ze. "Dat lijkt me wel verstandig," zeg ik. "Gewoon één of twee uurtjes, maak me maar wakker als jij vind dat het lang genoeg heeft geduurd." Roses knikt. "Vind je het dan goed als ik even naar Jothy ga? Ik maak je over twee uur wakker," zegt ze. Ik knik. "Tuurlijk, ga je gang. Je hoeft niet de hele tijd naar de schone slaapster te kijken," knipoog ik. Roses lacht en verdwijnt naar Jothy. 

Ik kijk om me heen. De twee bedden zijn nog steeds tegen elkaar aangeschoven. Heel voorzichtig kleed ik me uit en schiet in mijn pyjama. Ik ga liggen, mijn horloge nog steeds om. Maar het voelt zo... Leeg. Zo zonder Neth, zo alleen. Ik sla mijn armen om mijn buik heen, en houd me vast aan het idee dat ik toch iets heb waar ik van houd, iets van ons. Langzaam maar zeker zakken mijn ogen dicht. 

Als ik wakker wordt staat Roses voor mijn neus. Of tenminste, ze zit op een stoel naast het bed. "Lekker geslapen?" vraagt ze terwijl ze een lok haar uit mijn gezicht strijkt. Ik knik. "Eigenlijk wel," antwoord ik. Voor het eerst in lange tijd heb ik aan één stuk doorgeslapen en zonder nachtmerrie's. Dan kijk ik op de klok. Het is vier uur. Ik ging om twaalf uur naar bed. "Roses! Je had me echt wel wakker mogen maken! Hoe lang zat je hier al?" vraag ik. "Nou, tien minuten misschien. Ik ben om het uur wezen kijken, maar je sliep zo lekker. Jij hebt je rust hard nodig, nu al helemaal," antwoord ze. Lieve schat die ze is. 

"Wat gaan we doen?" vraag ik. Opeens krijgt Roses een schittering in haar ogen. "Je mocht een week geleden toch al een echo laten maken? Volgens mij heb je dat nog steeds niet gedaan," zegt ze. Ik schud mijn hoofd. "Hoog tijd," lacht ze. "Wil jij Delphi halen of doe ik dat?" vraag ik. Ik zie Roses twijfelen. "Vind je het ook goed als wij deze keer maar met z'n tweeën gaan?" vraagt Roses zachtjes. Oei. "Nee is goed," herstel ik me snel. "De volgende keer doe ik iets met haar, vandaag is even onze quality time." Ik ben al druk bezig met bedenken wat ik met Delphi wil gaan doen. Maar dan weet ik het al. Ik ga met haar de eerste kleertje kopen voor de kleine. En met z'n drieën een kamer inrichten. Zo klopt het weer, ieder wat wils. Met een glimlach op mijn gezicht loop ik met Roses mee. 

Ik sta zenuwachtig voor de deur van de ziekenboeg. Roses duwt me zachtjes opzij en klopt op de deur. Volgens mij had ze in de gaten dat ik het nogal... spannend vind. "Hallo dames, wat kan ik voor jullie doen?" vraagt een vriendelijke stem. Die vriendelijke stem hoort bij een klein, tenger vrouwtje. Roses neemt meteen het woord. Volgens mij is ze ontzettend enthousiast, en ik kan het haar niet kwalijk nemen. "Uw collega had haar een week geleden verteld dat ze een echo kon laten maken. Nu hebben we er alle tijd voor. Hebben jullie ook tijd?" ratelt Roses. De vrouw knikt. "Kom binnen, ik roep even mijn collega. Samen zullen we de echo maken." Ik loop mee naar binnen. 

Niet veel later lig ik op een soort bed, maar zonder matras. Zo'n echt dokters-ding. De collega van de vrouw smeert een soort gel op mijn buik, en de vrouw zelf stelt het apparaat in. Dan gaat de collega met een klein apparaatje met een snoer eraan over mijn buik. En dan, op het scherm, daar is het. Mijn kleine wondertje. Er zit echt iets, en het heeft nog vorm ook. "Kunnen jullie al zien wat het is?" vraagt Roses. "Ja, ze is al tussen de drie en vier maanden zwanger, dus dat kunnen we zien. Willen jullie het weten?" Roses kijkt mij aan. Heel langzaam knik ik. Ik ben te overdonderd om iets te kunnen zeggen. "Het wordt een meisje!" Roses pakt mijn hand en kijkt me aan met een glimlach van oor tot oor. Ik grijns terug. "En nou maar nadenken over een naam," lach ik, het eerste wat ik heb gezegd sinds ik hier binnen kwam. "Hebben jullie misschien een uitdraai van de echo? Twee?" vraag ik. De vrouw knikt en komt even later terug met twee 'foto's'. En ik weet al wat ik ermee ga doen. Eentje lijst ik in, de andere stuur ik naar Neth. 

Mijn buik wordt schoongemaakt, en nadat we de dokters hebben bedankt staan we weer op de gang. Maar we staan er nog geen vijf seconden of mijn horloge gaat af. Met de echo's in mijn hand ren ik naar de Tribute Room, Roses op mijn hielen. "Wat is er?" vraag ik geschrokken als ik binnenkom. Maar één blik op het scherm zegt genoeg. Zowel Neth als Archia zijn in beeld. En Archia heeft een mes. Neth niet. Ze praten. 

"Oh, en jij dacht even te winnen? Terug te kunnen naar je vriendin? Je kindje? Nou dat dacht ik niet. Ik heb ook familie, vrienden. En die wil ik ook terug zien. Dus vecht maar. Kom maar op," zegt Archia vals. "Luister nou... Probeer je nou even te verplaatsen in Terra. Dit hoeft helemaal niet. We kunnen ons ook allebei omdraaien en weglopen. Dan hoeft het niet tot een confrontatie te komen. Want zeg nou zelf, vind jij dit eerlijk?" zegt Neth hopeloos. "Ik hoef me niet te verplaatsen in die trut. En ja, ik vind dit hartstikke eerlijk. Jij je brute kracht, ik mijn mes. Kom je nog?" gaat Archia verder. "Nee, ik kom niet. Ik ga alles op alles zetten om terug te komen, maar ze zouden het jou én mij nooit vergeven als we een medetribuut vermoordden. Denk nou even na. Heel het District zal je haten. Is dat wat je wil?" Even lijkt Archia van haar stuk gebracht. "Best. Wat jij wil. Draai je om en loop weg. Dan doe ik hetzelfde. Maar als het nog een keer tot een conflict komt, spaar ik je niet, als je dat maar weet." Maar ik vertrouw het niet. Neth wel. Hij draait zich om en loopt weg. Een hele, héle grote fout. 

Hij heeft drie, vier stappen gezet. Archia staat nog steeds waar ze net stond, haar hand stevig om het handvat van het mes heen. Dan begint ze te rennen. Recht op Neth af. Neth draait zich op het laatste moment om. Te laat. Archia steekt het mes diep in zijn borst. Mijn maag draait zich om. Nee. Dit kan niet waar zijn. Neth valt op de grond met het mes in zijn borst. Archia trekt hem eruit, en gaat met haar hand achter haar oor staan wachten. Waar wacht ze op? BOEM. Daarop. Het kanon klinkt. Neth is dood. 

Archia draait zich recht naar de camera. "Die zit, trut," zegt ze vals. Het liefste zou ik nu het beeldscherm in springen, haar nek omdraaien. In plaats daarvan wend ik mijn gezicht af. De tranen stromen over mijn wangen. De tranen vallen op de echo. De echo die ik naar Neth wilde sturen. Hij heeft zijn dochter nooit gezien. En zal haar ook nooit meer zien. Bij dat besef stort ik in, en alles wordt zwart, nog voordat ik met mijn hoofd de grond raak. 

____________________________________________________________

Hee :)

Ik las net bij het hoofdstuk van Roses dat ik in hoofdstuk 12 iets moet veranderen, dat ga ik doen zodra ik daar de tijd voor heb :) Houd dit hoofdstuk maar gewoon aan, deze klopt, die andere niet. 
Byebye <3 

But... Can I Survive This?Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu