Hoofdstuk 11

207 16 1
                                    

"Terra! Terra! Alsjeblieft, word wakker!" roept een paniekerige stem. Ik probeer mijn ogen open te krijgen, te kijken waar de stem vandaan komt, maar het lukt niet. Ik ken de stem. Maar het is niet de stem die me normaal wakker maakt. Niet Neth. Ik probeer al iets minder hard om mijn ogen open te krijgen. Het enige wat me nu lukt is compleet in de stress om me heen slaan en gillen. "TERRA! WAKKER!" schreeuwt een harde stem over mijn gegil heen. Nu weet ik van wie de stem is. Peeta. Heel moeizaam open ik mijn ogen, en alle stress en angst zet zich om in tranen. 

Peeta houd me vast tot ik iets ben bijgekomen. "Wat was er nou?" vraagt hij. Alles. Neth zit in de Arena. Hij was bijna dood. Grote kans dat ik er alleen voor kom te staan met de kleine. Roses die zich alleen voelt en waar ik zo graag iets aan wil doen. Maar ik weet dat dat niet kan. "Ik had gewoon een nachtmerrie," mompel ik, en besef me hoe stom dat klinkt. Maar daar denkt Peeta duidelijk anders over. "Och meisje toch... Ik weet wat het is..." mompelt hij. Inderdaad, Katniss werd ook altijd schreeuwend en gillend wakker. Peeta zal vast ook gigantisch veel nachtmerries hebben gehad. Het is niet raar, het is ontzettend logisch. 

"Wil je vertellen waar hij over ging?" vraagt Peeta. Ik schud mijn hoofd. "Het was gewoon... Arena..." weet ik uit te brengen. Ik besef me nu pas dat ik helemaal aan het trillen ben. "Kan ik je heel even alleen laten? Dan haal ik even een glaasje water voor je," zegt Peeta. Ik knik bevend. Peeta's belofte maakt hij waar: hij is binnen een minuut terug met een glas water. Ik neem dankbaar een slok, en beef al iets minder hard. Heel langzaam drink ik het glas lees, tot ik ben gestopt met trillen. "Ja? Gaat het weer een beetje?" vraagt hij. Ik knik. "Dankjewel," zeg ik. "Dan laat ik je nu weer alleen, ik ben gewoon in de tribute room of in de woonkamer, daar mag je altijd heen komen, oké?" Ik knik. "Is goed."

Peeta verlaat de kamer en ik loop richting de badkamer. Daar liggen mijn kleren van gisteren nog, die kan ik nog wel een dag aan. Nee, toch niet. Halverwege bedenk ik me en loop naar de kast. Ik kies een vrij wijde broek met elastiek bovenaan, spijkerbroeken zitten niet meer lekker. Ze zakken af of zitten te strak. Daarop een zwart strakker shirtje. Ik loop naar de badkamer en kleed me om. Voor ik mijn shirt aan trek, scheer ik mijn oksels nog even. Het gaat prima, tot het scheermesje kantelt. Au. Daar zit een snee. Even ben ik afgeleid. Even denk ik niet meer aan alle stress, aan alle mentale pijn, nu is er alleen even lichamelijke pijn. Ik twijfel heel even, maar zet dan het scheermes op mijn armen. Ik haal het opzij en er zit een sneetje. Zo bewerk ik mijn hele onderarmen. Ik heb Neth een belofte gedaan, ik weet het. Maar met een scheermesje kun je toch niet diep snijden, of wel? Nou ja, het maakt ook niet uit. Ik weet dat hij wil dat ik gelukkig ben en geen pijn heb. Zo heb ik even geen pijn, kan ik even aan wat anders denken. Ik kijk naar mijn armen, die onder het bloed zitten. Heel voorzichtig spoel ik het bloed eraf met koud water. Het prikt ontzettend, maar ik negeer ook deze pijn. Dan dep ik het droog met een handdoek, maar overal zitten kleine witte krasjes. Ze zijn niet groot, maar omdat het er zoveel zijn, zie je ze wel goed. Hoe ga ik dit nou weer verbergen voor Roses, Peeta en Delphi? 

Ik trek het zwarte shirt over mijn hoofd en bekijk mezelf van alle kanten in de spiegel. De donkerblauwe broek kleurt mooi bij het zwarte shirt, onder het zwarte shirt zit een bobbel. Het lijkt wel alsof ik met de dag dikker word. Dan leg ik mijn armen op de wastafel. Shit, je ziet het wel heel erg goed... Dat wordt een vestje er over heen. Ik weet bijna zeker dat ze het binnen drie dagen doorhebben. Ik loop in korte mouwen en korte broeken zodra het eerste zonnestraaltje zich laat zien, en nu is het volop zomer. Ik pak toch maar een donkerblauw vestje uit de kast en doe het over mijn shirt heen. De mouwen trek ik ver naar beneden, zodat ze zelfs over mijn handen heen vallen. Wat armbanden er over heen en niemand ziet het. Wat niet wil zeggen dat het niemand opvalt...

Als eerste ga ik naar de eetkamer. Wat me opvalt is dat ik vanochtend niet over heb moeten geven. Best lekker. Als ik binnenkom, zie ik dat Roses en Delphi ook aan tafel zitten. Delphi kletst aan één stuk door, maar Roses lijkt af en toe weg te vallen. Ze heeft enorme wallen onder haar ogen, wat vreemd is, want ze heeft toch slaappillen gekregen? Misschien slaapt ze alsnog slecht, of heeft ze veel nachtmerrie's, net als ik. Als Delphi ziet dat ik binnen ben gekomen staat ze op en loopt ze naar me toe. Ze heeft een korte broek aan en een luchtig shirtje. "Wat zie je er leuk uit! Maar heb je het niet ontzettend warm?" vraagt ze. Ik schud mijn hoofd. Snel, smoes verzinnen... "Ik heb het juist de hele tijd koud, zal wel bij de zwangerschap horen," knipoog ik. Delphi neemt er genoegen mee, want ze begint toast voor me te maken. "Wat wil je erop?" vraagt ze. "Ik kan het ook wel zelf doen!" protesteer ik. "Nee, nee, ga jij maar lekker zitten! Ik maak het wel even, zo gebeurd. Maar wat wil je er nou op?" vraagt ze weer. "Uuhm, doe maar jam. Aardbeien please."

Ik ga naast Roses zitten, die intussen haar ogen dicht heeft. Ze schrikt zichtbaar als ik de stoel naar achter trek, haar ogen vliegen open. "Sorry," fluister ik. "Maakt niet uit," zeg ze met een half krakende stem. Ze schraapt snel haar keel en probeert het nog een keer: "Het komt wel goed." Ik besef me dat dat een antwoord was op een vraag die ik nooit stelde, maar die zeker wel in mijn ogen te lezen was. Want ja, ik maak me zorgen om Rose. Delphi lijkt er het beste van te maken, en alhoewel Roses daar ook haar uiterste best voor doet, lijkt het haar nog niet zo te lukken. 

Al snel staat mijn toast voor mijn neus, en een beker hete thee volgt. "Dankje," zeg ik dankbaar tegen Delphi, die naast mij plaatsneemt. Ik eet en drink het langzaam op, nadenkend over hoe ik de dag ga indelen. Waarschijnlijk zometeen naar de tributen room, Neth in de gaten houden. Hoe hard het ook klinkt, het zou me een worst wezen wat er met Archia gebeurt. Maar mijn plan wordt in de war gegooid door de oplettendheid van Delphi. "Wat is dat?" vraagt ze wantrouwig. "Wat is wat?" vraag ik, geen idee waar ze het over heeft. "Dat," zegt ze, wijzend op mijn arm. Dat meen je niet. Dat kan niet. Ik had het zo goed naar beneden getrokken, zo goed met armbanden 'vastgezet'. Maar mijn mouw is omhoog geschoven, en een aantal krassen zijn duidelijk zichtbaar. Rose kijkt ook mee, en haar mond valt open. Niet drie dagen, maar een uur was genoeg om het te merken.

"Maar Terra, je had beloofd dat je het niet meer zou doen," zegt Delphi wanhopig. "Je wordt binnenkort moeder, als die krassen blijven staan, als je jezelf pijn blijft doen, en je kindje is iets ouder, hoe ga je dan uitleggen waarom mama krassen op haar armen heeft staan?" vraagt Roses. Shit, daar had ik nog niet eens over nagedacht. "Ik... Ik weet het niet," mompel ik. "Luister lieverd, we doen dit alleen omdat we ontzettend veel om je geven. Als we niks om je zouden geven, hadden we je gewoon je gang laten gaan. Maar dat doen we niet," zegt Delphi weer. "Maar... En nu?" vraag ik, niet wetend welke houding ik moet aannemen. Ik voel me zo diep ongelukkig nu, ik weet niet meer waar ik me nog moet verstoppen. "Ik kan wel een zalfje vragen bij de ziekenboeg. We lichten papa in, en we hopen dat het weer weg gaat. Maar alsjeblieft, beloof me dat je het nooit meer doet," zegt Roses smekend. Ik knik vaagjes. Hoe kan ik iets beloven waar van ik niet eens zeker weet of ik het wel waar kan maken? 

But... Can I Survive This?Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu