Hoofdstuk 6 Zoë

197 8 0
                                    

Daar voor me, op een troon, lag hij. Het zwaard. Ik wilde er naartoe maar het kon niet. Ik kon niet bewegen. Ik hoorde een kille lach en draaide me om. Ik de hoek van de kamer stond een gedaante, in de schaduw zodat ik zijn of haar gezicht niet kon zien. 'Je kunt er nooit bij komen, Snaar, je gaat hem nooit krijgen.' Zegt het gedaante. 'Snaar?' Denk ik. Plots hoor ik een sten schreeuwen:' jij montster! Als ik het niet kan pakken, dan het kind van de voorspelling wel. Zij heeft veel medestaanders, zoals de andere halfgoden, de saters en ....' De schaduw in de hoek lachte weer. Dus jij denkt dat dat kind van de voorspelling met een beetje hulp van wat halfgoden en satertjes mij kan verslaan? Ik? Die het gelukt is om Het Zwaard te stelen? Laat me niet lachen'. De andere stem schreeuwde weer: 'ik was nog njet klaar! Ze heeft niet alleen de hulp van saters en halfgoden, maar ook van de Goden, en dat is iets wat jij niet hebt hè, achterlijk Schepsel.' De schaduw maakte een geschokt geluid en schreeuwde toen: 'nou jij , Snaar, jij krijgt het zwaard in ieder geval nooit te pakken!'.

Ik draaide me om en wilde wegrennen toen mijn blik viel op een grote kooi waarin een meisje zat. Dat moest Snaar zijn. Ik wil naar de kooi toe als ik me bedenk dat ik noch steeds niet kan bewegen. Ik ga zwaaien en andere bewegingen maken, in de hoop dat Snaar me ziet. Haat blik gaat rond en stopt bij mij. Hopelijk ziet ze me. Snaar knikt. Gelukkig. Dan wendt ze haar blik af en begint te praten. 'Zeg, Monster, waar zijn we en waarom ben ik hier?' Zegt ze. 'Jajaj dat wil jij wel weten hè? Jij mag het wel weten, je kan het toch nooit meer aan je stomme vriendjes vertellen.' Het monste lacht. Snaar kijkt me met een hoopvolle blik aan. 'Ik geef je een raadsel' zegt het monsyer. 'We zijn op een plek die geen hoogtes kent, maar toch heel hoog ligt. We zijn in Niemandsland, maar toch kent iedereen de plek.'

Mijn moeder is dan wel de dochter van Athena, maar haar gave dat ik raadsels kan oplossen in ongeveer 5 seconden heb ik niet geerfd. Voor dit raadsel heb ik echt Mara en Tobias nodig.

'En wat doen we hier?'

'Ik bescherm wat ik gestolen heb, en jij bent hier omdat je een klein nieuwschierig stom irritant wezen bent.' Ik wilde nu eche naar die Snaar toelopen en haar troostten.

Dan hoor ik geflluister. Mijn naam. 'Zoë! Zoë!' Ik voel dat ik wordt weggetrokken uit deze plek. Weg van Snaar en het Monster. Weg van Het Zwaard. En vlak voordat ik mijn ogen opendoe en weer terug kom op de gewone wereld, bedenk ik me dat ik Snaar helemaal niet ken, maar ze me wel enorm heeft geholpen.

Heeeey,

Het spijt me dat er zooo lang geen update is geweest. Ik was op vakantie en nergens was internet om een hoofdstuk te uploaden, echt nergens. Sorry sorry sorry. Ik heb nog 1 1/2 week vakantie dus dan beloof ik nog minstens 2 hoofdstukken! I promise!

Thnx.

Story After Percy Jackson (dutch fanfiction)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu