Hoofstuk 9 Zoë

158 12 2
                                    

Langzaam draaien we tegelijk om en kijken naar de persoon die achter ons staat. Hij is best lang, en best knap, mag ik dat even zeggen? Maar hij draagt wel een soort van zwerver kleding als je begrijpt wat ik bedoel. 'Hoi, wie ben jij?' Vraag ik. Mara geeft me een elleboog en fluistert: 'idioot! Spreek een god nooit aan met 'je' !'

Oeps, oke ik had gewoon nooit verwacht dat deze zwerver Apollo was, kom op ik bedoel, een god leeft of rijk en gezellig in Olympus of leeft als een mens maar dan wel een beetje rijk. 'O sorry, ik bedoel ehhh ik bedoel 'wie bent U' ' zeg ik ongemakkelijk. De Zwerver, ik bedoel, Apollo glimlacht en zegt: 'ik, ik ben de oom van je goede vriend daar. En vast ook wel familie van jou maar ik weet niet hoe dat allema ik erlkaar zit . Ik voel een gedicht op komen jongens!' Zegt de God.

Wacht een gedicht. Nee! Daar hebben we geen tijd voor.

'Familie is als een trouwe band, door vuur en vlam en dan BAM.....' Mompeld Apollo. Ik knikt naar Tobias rn hij zegt: 'uhm, oom, misschien kunt u dat mooie gedicht even voor later bewaren, kunnen we praten over iets anders?' De god stopt met mompelen en kijkt ons aan. Zijn blik verandert van dromerig een blij naar duister en mysterieus. 'Ja, maar niet hier, kom mee kinders.'

Ja ik weet? Iedereen zegt 'ga nooit mee mey vreemden enzo!' Maar we zijn familie van de Griekse Goden, dan doe je dat gewoon. Wat is het leven zonder een beetje risico? Dus Mara, Tobias en ik liepen met de zwerver-God mee.

We komen aan bij een groot huis, een villa soort van. Apollo doet het hek open en loopt naar binnen. Wij drieën blijven nog even staan en kijken elkaar aan. 'Ja joh, je bent een god, ziet eruit als een zwerver en woont in een villa... Doet toch edereen?' Zeg ik. Mara en tobias lachen en we lopen achter Apollo aan het mega huis in. 'De bewoner van dit huis is op vakantie, dus ik dacht ik leen het even. Ik voel een rijmpje opkomen...:' Als een huis zo leeg...'' 'Nee, dankje bewaar dat voor later alstublieft' zegt Mara snel voordat Apollo verder kan gaan. Apollo kucht en zegt; 'uhm ja, wat willen jullie. Zijn jouw ouders niet bezorgt Zoë?' 'Misschien ik weet het niet. Maar u weet vast wel waarom we hier zijn.' Zeg ik. We lopen de woonkamer binnen en ik plof neer op de bank. 'Ja maar leg het even uit.' Zegt Apollo. Mara en Tobias kijken mij aan met een'jij-begint-blik'

Ik vertel over dat Mara naar ons toe kwam rennen en vertelde over het zwaard. Over hoe Tobias, Mara en ik op Firebolt, Sophia en Jackie naar Denver gingen en onvernachtte en toen naar Phoenix gingen. Enzovoorts tot nu.

'Aha, en ik moet nu zeggen waar het zwaard is zodat jullie hem gaan vinden?' 'Uhm ja' zeg ik. 'En hoe weet ik dat Jullie, 1 halfgod 1 sater en de dochter van de Jacksons, erin slagen mijn zwaard veilig terug te brengen naar het kamp,' vraagt Apollo. 'Uh, ik denk dat wij sterk en dapper genoeg zijn.' Zegt Mara. 'Dat gaan Jullie bewijzen, een test. Wees morgen hier rond het middag uur, met je wapens. Dan begint de test om te bewijzen of je het wel waard bent om deze Quest te dragen.'

Story After Percy Jackson (dutch fanfiction)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu