Hoofdstuk 7

237 13 4
                                    

"Blijf je de rest van de dag boos naar me kijken?" Fenna zucht diep, Everts gezicht staat op onweer, net zoals de afgelopen tweeëneenhalf uur. "Je hebt al tegen me geschreeuwd," zegt ze, als hij stil blijft, "je bent al boos geweest. En ik snap waarom je boos bent... het spijt me, maar dat heb ik ook al gezegd." Ze rolt met haar ogen als Evert haar blijft negeren. "Kom op!" Roept ze een paar seconden later uit. Ze haat deze gespannen stilte. Evert gaat onverstoorbaar door met ingrediënten voor het avondeten op het aanrecht uitstallen. Weer zucht Fenna diep. "Ik had het niet zo moeten doen, Evert. Het spijt me, oké?" Probeert ze opnieuw, al geeft de geïrriteerde toon in haar stem aan dat ze de verontschuldiging niet echt meent.

Langzaam draait Evert zich naar Fenna toe. Met zijn armen over elkaar gevouwen neemt hij haar in zich op. "Je hebt precies dat éné ding gedaan waarvan ik had gezegd dat je het niet moest doen." Bijt hij haar kwaad toe. Ze bijt op haar lip. "Ik zág de kans, Evert. En het ging goed." Hoofdschuddend zucht hij. "De énige reden dat het goed ging, Fenna, is omdat de jongens van het AT adequaat reageerden. Anders..." Hij bijt op zijn lip. Deze discussie hebben ze vanmiddag al ruim een halfuur gevoerd. "Anders telt niet als het goed gaat." Vindt Fenna. Nu kan Evert zijn woorden niet meer binnen houden. "Jawel, Fenna. Wel als je je collega's in gevaar brengt. Als dit fout was gegaan waren we allemaal dood geweest. En als jij zo doorgaat. ALS JIJ ZO VERDOMD ROEKELOOS EN IMPULSIEF BLIJFT... Dan gaat dat gebeuren. En dan heb JIJ dat op je geweten!" Roept hij kwaad uit.

Fenna's hele lijf komt op spanning te staan na Everts woorden. Ze weet hoe het voelt om de dood van een collega op haar geweten te hebben. En zo wil ze zich nooit meer voelen. "Ik weet wat ik doe," sist ze naar Evert, "en je kan niet elke keer zo kwaad worden als dingen niet gaan zoals jij wil." Ze kijkt hem boos aan. Ze ziet de spieren in zijn kaak aanspannen. "Als dingen niet gaan zoals IK WIL?!" Echoot hij. "Godverdomme, Fenna, ík had de leiding gekregen hier, we hadden een plán, JIJ ZOU LUISTEREN! Ik mag hier boos over zijn!" Hij stopt even, om adem te halen. "Fenna, als partner moet ik je blind kunnen vertrouwen. En dat kan ik op deze manier toch niet?! Ik gaf je het knikje dat je je wapen NIET moest pakken, en wat doe jij?" Met een furieuze blik in zijn ogen kijkt hij naar haar.

"Is dat echt wat je vindt?" Fenna's stem klinkt kwaad, net zoals eerder. Maar diep vanbinnen voelt ze Everts opmerking steken. "Je vindt me een slechte partner?" Met haar donkere ogen kijkt ze hem recht aan. Hij knikt, zonder ook maar een seconde na te denken. "Ik kan je niet vertrouwen, Fenna. Ik-" "JE KAN ME NIET VERTROUWEN?!" Fenna onderbreekt hem, nu wel met een andere emotie dan woede in haar stem. Evert lijkt het niet eens door te hebben. "Nee, als jij je altijd zo fucking roekeloos gedraagt... Ik kan je VERDOMME NIET vertrouwen! Keer op keer geef ik je kansen, en elke keer... Elke verdomde keer, Fenna, ga je je eigen gang. ZO WERKT PARTNERSCHAP NIET!"

Heel even is het doodstil in de keuken. Fenna veegt een pluk haar uit haar gezicht. "Kijk me niet zo aan," bijt Evert haar kwaad toe. "Ik kan ook werkelijk niks goed doen hè?" Fenna fronst. "Nee," bevestigt Evert, "op dit moment niet." Fenna zet haar handen in haar zij. "WAT DOEN WE HIER DAN?!" Roept ze wanhopig uit. Weer valt er een gespannen stilte over het duo. "Geen idee." Zegt Evert dan, "eigenlijk heb ik geen idee wat we aan het doen zijn, Fenna. Het werkt niet." Hij haalt zijn hand door zijn haren. "Het werkt niet meer tussen ons." Fenna snuift boos. "Omdat ik vanmiddag niet naar je luisterde vind jij dat het niet meer werkt tussen ons? Dat is belachelijk." Evert schudt zijn hoofd. "Nee, Fenna, natuurlijk is het niet alleen vanmiddag." Reageert hij geïrriteerd.

"Wat is het dan verdomme wel?" Fenna's donkere ogen vinden Everts blauwe ogen. "IK WEET GEWOON NIET WAT WE AAN HET DOEN ZIJN!" Roept hij uit. Fenna laat haar armen langs haar lichaam vallen. "Misschien moeten we er dan maar gewoon mee ophouden." Stelt ze voor. Evert vouwt zijn armen steviger in elkaar. "Misschien moeten we dat wel doen, ja." Stil staan ze tegenover elkaar, de irritatie van de discussie nog in de lucht, maar een ander gevoel overheersend. Opluchting? Fenna slikt. "Ik pak wat spullen, dan ga ik naar Lies." Deelt ze mee voor ze zich omdraait en wegloopt.

-----------------

tjaa... Dat is niet goed hè? 😅🙈

HerinnerenWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu