De volgende dag loopt Fenna met kleine, voorzichtige stapjes heen en weer door haar kamer. Haar lijf doet pijn, maar toch stemde ze in met het voorstel van de verpleging om uit bed te gaan. Haar beurse lichaam wordt alleen maar stijf van het liggen in bed. Ze is hier inmiddels een week, en ondanks de pijn is ze heel blij dat ze uit bed kan nu. Ze moet wel haar infuuspaal achter haar aan slepen, omdat ze nog steeds verbonden is door middel van allemaal draadjes, maar inmiddels is het niet meer zozeer slepen met het ding als erop leunen, omdat ze het lopen toch zwaarder vindt dan ze had verwacht. Desalniettemin stapt ze niet terug in bed, zo lang ze op de pijn moet focussen, worden alle gedachten in haar hoofd een beetje naar de achtergrond verdrongen, en zo lang ze niet na hoeft te denken over de breuk in haar relatie met Evert, vindt ze alles goed.
Een paar verdiepingen lager loopt Bram in zijn eentje het ziekenhuis binnen. Hij loopt door de lange gangen, neemt de lift omhoog naar de vierde verdieping en wandelt daar door nog meer lange gangen. Als hij uiteindelijk de deur van Fenna's kamer opent, vallen zijn ogen bijna uit zijn hoofd. "Jezus, idioot, moet jij niet gewoon in je facking bed liggen?" Roept hij verbaasd uit. Fenna staat voor het raam, haar linkerhand om haar infuuspaal geklemd, maar wel recht overeind op haar eigen benen. Ze draait zich om naar Bram, een verbeten glimlachje op haar gezicht. "Ik mocht er even uit. Ik wordt zo stijf van dat liggen de hele tijd, en van de verpleging mag ik uit bed, zo lang ik geen gekke dingen doe en netjes in de buurt van deze paal blijf." Ze gebaart naar haar paal met haar vrije rechterhand.
Bram glimlacht naar Fenna. Hij loopt naar haar toe, en trekt haar dan in een hele voorzichtige omhelzing. "Fijn om dit weer te kunnen doen." Fluistert hij in haar oor. Ze grinnikt. "Wat ben je toch ook een soft watje," lacht ze, al doet de knuffel haar stiekem heel erg goed. "Wat heb je met Lies en Evert gedaan?" Vraagt ze dan. Bram laat haar weer los, en kijkt haar ernstig aan. "Ze hebben verteld wat er gisteren gebeurd is," zegt hij zacht, "Evert dacht dat het beter was om even niet te komen... En Lies moest even wat tijd met Thomas doorbrengen, die was een beetje ziekjes." Hij hopt op de rand van haar bed. "Hoe voel jij je vandaag?" Vraagt hij dan.
Fenna glimlacht automatisch naar Bram. "Voel me wel oké," zegt ze, "beetje last van hoofdpijn vandaag. Maar ben wel heel blij om even uit bed te zijn, dat maakt heel veel goed." Ze zwijgt over de niet stoppende stroom van gedachten die haar sinds gistermiddag bezighoudt, en die haar het grootste gedeelte van de nacht heeft wakker gehouden. Ze vermoedt dat dat ook gelijk de verklaring is voor haar bonkende hoofdpijn. "Fen?" Ze hoort aan de toon in Brams stem dat hij een vraag gaat stellen die ze niet wil beantwoorden. "Ben je oké, met alles tussen jou en Evert? Het is zo fucked up dat je het je niet kan herinneren." Ze bijt op haar lip, en draait haar lichaam iets van hem weg. "Ik snap het gewoon niet... Maar ik heb geen zin om erover te praten, Bram." Met felle toon in haar stem kapt ze hem af. Hij heft zijn handen in de lucht. "Oké, chill, Fen, hoeft niet."
Nadat er een paar minuten een gespannen stilte heeft gehangen, gaat Fenna naast Bram op het randje van het bed zitten. "Zijn jullie nog steeds bezig met die vermissing?" Vraagt ze hem. Hij fronst, deze vraag had hij niet verwacht. Dan knikt hij. Fenna bijt op haar lip. "Ze was bij een vriendinnetje verdwenen, toch?" Vraagt ze dan. Verrast kijkt Bram opzij. "Heeft Evert dat verteld?" Vraagt hij. "Nee," Fenna glimlacht zwakjes, "er zijn wat herinneringen... Er komt wat terug," zegt ze dan. Enthousiast springt Bram op. "Dat is facking goed nieuws, Fen!" Roept hij uit. Fenna haalt haar schouders op. "Het zijn stukjes en beetjes... Ik kan heel veel niet goed plaatsen." Mompelt ze. Ze wil niet enthousiast worden, niet als ze nog zo veel niet weet. Bram grijnst naar haar, "kom op, niet zo negatief doen, dit is goed, Fenna. Ook kleine dingen mag je vieren, hè?" Er verschijnt een klein glimlachje op Fenna's gezicht. "Ik ben blij dat jij blij bent." Zegt ze. Bram gaat weer naast haar zitten. "Is er meer? Misschien kan ik je ergens mee helpen?" Fenna haalt haar schouders op. "Ik heb flarden van gesprekken... Momenten." Ze zucht. "Ik kan me vaag herinneren dat Evert en ik tegen elkaar staan te schreeuwen... Maar of dat dé ruzie is..." Ze haalt haar schouders op. Bram geeft een zacht kneepje in haar schouder. "Hé, maak je er niet te druk over. Het komt wel, kleine stapjes."
JE LEEST
Herinneren
FanfictionDe dingen die je je herinnert kunnen het verschil maken. Net zoals de dingen die je je niet herinnert.