Hoofdstuk 23

188 11 3
                                    

Tien uur 's avonds. Negen dagen nadat Fenna ontwaakte uit haar coma. Ze ligt op haar rug, de lichten op de afdeling zijn uitgegaan. Ze staart door het schemerdonker naar het plafond, niet in staat om de slaap te vatten. Haar hoofd zit vol; fragmenten van herinneringen komen boven en verdwijnen dan weer. Ze probeert het vast te houden, en alles aan elkaar te verbinden, maar er mist nog steeds zo veel. Ze zou wel kunnen huilen van frustratie, de gaten in haar geheugen maken haar helemaal gek. Ze vindt het zo belangrijk om te weten wat er gebeurd is.

Geconcentreerd probeert Fenna de stukken uit haar herinneringen in een chronologische volgorde te zetten. Ze sluit haar ogen, maar daardoor vliegen de beelden juist door elkaar heen. Als ze haar ogen weer opent, richt ze haar blik op de lijnen in het plafond. Ze blaast zacht wat lucht uit. Ze ziet Everts boze gezicht voor zich, en hoort zichzelf schreeuwen. Even voelt ze een vlaag van woede in haar borst borrelen. Het verrast haar, dat ze het gevoel van de herinnering zo duidelijk op kan roepen. Even vervult het haar met hoop, maar het blijft bij dat ene fragment. Daarna is er niks meer.

Om kwart voor elf gaat de deur van Fenna's kamer langzaam open. Ze kijkt op, en ziet een verpleegkundige in de deuropening verschijnen. Het is een oudere vrouw, ietwat gezet, met grijze haren die ze in een slordig knotje omhoog gebonden heeft. Ze kijkt Fenna bezorgd aan. "Is alles oké?" Vraagt ze. Fenna dwingt zichzelf om te glimlachen. "Beetje moeite om in slaap te vallen." Antwoordt ze rustig. De verpleegster knikt. "Wil je iets zodat je kan slapen?" Vraagt ze dan. "Nee," reageert Fenna direct, "dankjewel," voegt ze er nog zacht aan toe. Ze wil geen slaappillen, daar wordt ze duf van, en dan raakt ze de controle over haar eigen gedachten alleen nog maar verder kwijt dan ze nu al is.

Als de verpleegster weg is, zucht Fenna diep. Ze is uitgeput, misschien moet ze juist wel slapen. Misschien dat ze zich beter voelt als ze is uitgerust, zoals iedereen in haar omgeving constant blijft zeggen. Vanmiddag waren Bram en Liselotte op bezoek, maar ze waren al snel weggegaan omdat ze vonden dat Fenna een vermoeide indruk maakte. Ze was het er zelf mee oneens geweest, ondanks de hoofdpijn waar ze vandaag weer veel last van had, voelde ze zich prima, en vond ze het juist heel fijn om wat gezelschap te hebben. Evert was helemaal niet langs geweest, hij heeft zijn meiden vanaf vandaag weer. Misschien dat hij morgen langskomt. Fenna hoopt erop, ze verlangt ontzettend naar hem. Ze spreekt het echter niet hardop uit, omdat ze weet dat Evert dat ingewikkeld vindt.

Kwart voor twee. Fenna is inmiddels op haar zij gedraaid, maar ze is nog steeds klaarwakker. Er is nog een klein fragmentje teruggekomen, ze zit op een stoel bij Liselotte aan de keukentafel. Het is een vluchtige herinnering, maar ze voelt er wel intens verdriet bij. Ze probeert het te plaatsen, maar dat is lastig omdat ze geen verdere context heeft. Gevoelsmatig zou ze zeggen dat het na het verbreken van haar relatie zou moeten zijn, maar ze heeft wel eerder zo bij Liselotte gezeten, dus ze weet het niet precies. Ze zou zo graag met iemand willen praten, maar ten eerste is het midden in de nacht, en ten tweede zijn haar vrienden heel terughoudend als het gaat om praten over wat er is gebeurd.

Half drie. Weer gaat de deur van Fenna's kamer open. Nog steeds slaapt ze niet. Het is dezelfde verpleegster als een paar uur eerder. Dit keer kijkt ze Fenna nog bezorgder aan. "Je zit ergens mee, hè?" Vraagt ze zacht. Fenna komt overeind in bed en haalt haar schouders op. "Geheugenverlies..." Mompelt ze zacht. De verpleegster knikt. "Ja... Ik heb je dossier gezien. Wat een gedoe," ze leunt tegen de rand van Fenna's bed en kijkt de blondine aandachtig aan, "er is iets belangrijks gebeurd in die periode, hè?" Concludeert ze. Fenna wendt haar blik af. "Heel veel..." Geeft ze toe. Voorzichtig legt de verpleegster een hand op Fenna's been. "Probeer toch maar te gaan slapen... Dit lost niks op, zo maak je het jezelf alleen moeilijker." Fenna buigt haar hoofd. "Makkelijker gezegd dan gedaan." Reageert ze cynisch. De verpleegster glimlacht zwakjes. "Ja... Ik heb makkelijk praten. Maar ik heb ook ervaring. En ik weet dat je brein het beste herstelt als je het een beetje rust geeft." Fenna kijkt op. "Ik zal het proberen." Mompelt ze, voordat ze op haar zij gaat liggen en opkrult in een balletje.

HerinnerenWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu