Hoofdstuk 13

210 13 4
                                    

"Fen? Met Liselotte. Waar ben je naartoe? Bel even terug alsjeblieft." Fenna klikt met een half oog op de weg gericht door naar het volgende bericht. "Yo Fenna, Bram hier. What the fuck ben je nu weer aan het doen? Bel ff, je weet dat dit soort acties facking stom zijn." Weer klinkt Fenna zonder terug te bellen door. "Godverdomme, Fenna. Je wéét hoe irritant dit is. Hoe moeilijk is het verdomme nou om even te overleggen? Kom terug hierheen!" Fenna zucht diep. Omdat ze nog steeds met hoge snelheid door de stad rijdt heeft ze geen tijd om in haar telefoon te zoeken. Everts nummer is het meest recent, en daarom klikt ze op het groene belicoontje naast zijn naam. "Jezus, Fenna!" Hij neemt gelijk op, maar ze legt hem meteen het zwijgen op. "Evert, stil. Zet me op speaker." Ze wacht een paar seconden. "Ik ben even iets uitzoeken, heeft haast. Ik ben over een uurtje terug dan leg ik alles uit." Zonder op antwoord te wachten hangt ze op, en daarna negeert ze de inkomende oproepen.

"Zo óntzettend irritant." Klaagt Evert, nadat Fenna voor de achtste keer op rij niet opneemt. Hij laat zijn telefoon op zijn bureau vallen, waar het apparaatje met een klap op het harde oppervlak terechtkomt. Bram haalt zijn hand door zijn krullen. "Laten we dan gewoon doorwerken, man. Dan legt ze het over een uur wel uit." Hij vindt het stiekem ook heel vervelend als Fenna dit doet, maar hij weet dat het geen zin heeft om Everts irritatie hierover te voeden. "Kunnen we niet proberen te achterhalen waar ze heen is?" Vraagt Evert zich af. Bram zucht. "Laat het nou maar. Voor we daar achter zijn is ze allang weer terug. En hopelijk met resultaat, want we moeten Esmée terugvinden."

Een tijdje lang werkt Brams plan om Evert een beetje rustig te houden. Een halfuur gaat het eigenlijk heel goed. Het halfuur daarna wordt hij ongeduldig. "Ze zou na een uur terug zijn." Moppert Evert. Dit vond hij altijd al een van Fenna's meest vreselijke eigenschappen, en sinds ze uit elkaar zijn is dit chagrijnige, geïrriteerde gedrag de enige manier waarop hij zich een houding weet te geven om haar heen. Als Bram niet op zijn woorden reageert, komt hij overeind. "Ik ga bij Liselotte en Dries kijken of zij al iets hebben gehoord." Besluit hij.

Zowel Dries als Liselotte hebben echter ook niks van Fenna gehoord. Met een geïrriteerde zucht neemt Evert weer plaats achter zijn bureau. "Dat verdomde impulsieve gedrag ook altijd." Bram kijkt op. "Chill man, ze duikt wel weer op. En met een beetje geluk heeft ze wéér resultaat geboekt." Evert mompelt wat binnensmonds, maar richt zich dan toch weer op zijn laptop. "Ze zorgt maar dat ze iets heeft ontdekt. Anders ga ik godverdomme een klacht indienen. Ik ben hier hélemáál klaar mee." Bram kan een lachje niet onderdrukken. "Je weet net zo goed als ik dat je dat niet gaat doen. Ik weet dat het lastig is tussen jullie nu, maar blijf een beetje rustig, man. Als je op deze manier blijft doorgaan kunnen jullie uiteindelijk helemaal niet meer samenwerken." Brams verwijt komt aan bij Evert, die nu eindelijk stil wordt.

Twee uur na het laatste gesprek met Fenna, gaat Everts telefoon. Onbekend nummer. Hij neemt op, "Evert Numan." Bram kijkt niet op of om, zo lang Evert niet schreeuwt zal het Fenna niet zijn. "W-wat? Nee... Weet u het zeker?" De bezorgde en licht paniekerige toon in Everts stem zorgt ervoor dat Bram nu wel opkijkt. De blonde rechercheur is ietwat wit weggetrokken, en heeft alleen nog maar aandacht voor de stem aan de andere kant van de telefoon. "Nee... Ja, ik-ik kom eraan." Stottert hij nog, voor hij het gesprek beëindigt.

Met grote ogen blijft Evert voor zich uitstaren. "Yo, gast! Wat is er aan de hand?" Brams stem rukt hem uit zijn gedachten. "Ze-ze... Fenna..." Hij komt niet goed uit zijn woorden. "Fen... Ze-ze heeft een ongeluk gehad... Ze is in het ziekenhuis nu. Ik-ik ben blijkbaar nog de contactpersoon... Voor noodgevallen. En-en... Het is niet goed. Ze is niet... Ze is bewusteloos, nog niet bijgekomen. Meer weten ze nog niet... We-we-we moeten daarheen, Bram. Nu." Korte zinnen, met paniek gevuld. Bram springt gelijk overeind. "Wacht hier... Of loop vast naar de auto. Jij rijdt niet. Ik ga Lies halen. Dries kunnen we in de auto wel inlichten. Nu hebben we haast." Hij sprint weg, Evert verdwaasd achterlatend. Fenna heeft een ongeluk gehad. Het is niet goed. Dat is het enige wat er door zijn hoofd gaat. Het maakt hem niet meer uit dat hun relatie klaar is; hij moet nú naar haar toe.

——————

Oh oh... 😳🙈

HerinnerenWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu