Het geklop op de deur echode nog lang door de lege gangen van het huis. "Vrouwe Black?", zei Milo zacht. Hij hoorde geschuifel van binnen de kamer en de deur opende zachtjes. Vrouwe Charlotte Black. Een prachtige en nette vrouw met hoge standaarden. Haar ogen waren fel en bruin, altijd stekend door iedereen die ook maar durfde terug te kijken. Haar ogen waren gespleten, wat haar nog enger maakte, en kleine rimpels begonnen zich zachtjes te vertonen op haar gezicht. Net zoals haar zachte, grijze lokken door haar lang, zwart haar wat netjes gevlochten was over haar schouder. Haar nachtjapon was een oud tintje wit. In het geheel leek ze net een geest, een wenende vrouw die 's nachts zwierf door het grote huis. Je begon aan haar te zien dat ze een onhandelbaar, vijftien jaar oud zoontje had. Rond deze tijden van de nacht kon je Vrouwe Black altijd het beste vinden in haar studiekamer terwijl haar man, Charles Black, allang in slaap was gevallen in hun slaapkamer.
Milo had nooit taken in haar studieruimte en hij kwam sowieso niet heel erg veel in dit deel van het huis. "Milo?", vroeg Vrouwe Black twijfelend. Ze keek door hem heen naar de lege gang, zoekend naar iemand die hen misschien zou zien of iemand die misschien met Milo was meegekomen, maar ze zag er geen. Haar ogen fixeerde zich terug op het kleine jongetje voor haar neus. "Wat doe je hier rond dit uur? Slaapt Victor al? Is er iets gebeurd?" Milo gaf een klein knikje waarna de vrouwe en vroeg haar studieruimte binnen te komen. Ze bood hem aan om te gaan zitten en plaatste zichzelf neer met hem. De studieruimte was erg slordig. Er waren papieren en brieven verspreid over de hele kamer. Verschillende platen en verschillende geuren die Milo nog nooit eerder in zijn leven had geroken. "Vertel eens, wat is er gebeurd?", vroeg de vrouwe met een bezorgde stem. Zeker, die bezorgde stem. Ze bleek altijd bang voor iets of iemand. Bang dat er misschien iets was gebeurd met haar zoon, haar enige erfgenaam. Milo voelde zich eigenlijk veel te moe en voelde niet heel erg veel voor een half uur waarin hij haar zou uitleggen dat er absoluut niets mis was met Victor.
Nou ja, misschien wel iets, maar niets iets waar hij iets aan kon doen. "Ik heb een beslissing gemaakt," sprak Milo vastberaden maar zacht. Hij verdronk bijna in zijn eigen woorden, bang hoe de vrouwe erop zou reageren.
"Kan je misschien wat harder praten, lief? Ik kon geen enkel woord verstaan van wat je net zei!"
"Ik heb een beslissing gemaakt," zei Milo nu wat harder terwijl hij wat rechter ging zitten en de vrouwe ferm aankeek. Haar expressie ging snel van verward naar nieuwsgierig, alsof ze echt geïnteresseerd was in een kleine dienaar in een huis met honderden.
"En hoe luidt de beslissing die je gemaakt hebt, jongeman?"
Haar stem was zacht en lief, niets zoals de strenge stem die Milo altijd had gekend. Misschien wilde ze niemand wakker maken, zo midden in de nacht. Of misschien wilde ze niet dat andere mensen wisten dat ze Milo had binnengelaten in haar studieruimte. Milo schraapte zijn keel. "Ik heb besloten dat ik een zeeman wil worden, zoals mijn vader, onder order van de Koninklijke Marine. Ik wens ook om zo snel mogelijk te vertrekken als dat kan."
Zijn hopen sprongen alle kanten uit, de meeste gunstig en begrijpend.
Natuurlijk Milo. Ik begrijp dat je dat wenst. Ik begrijp dat je je niet geliefd voelt hier. Ik begrijp jou.
Stilte.
Er was tot zoverre helemaal geen reactie. Alleen pure en onuitstaanbare stilte dat werkte op Milo's zenuwen zoals de vorst deed op zijn lichaam in de koudste winters. Hij wenste dat hij iets kon horen, al was het gezang van vogels, maar alsjeblieft geen stilte. Wanneer het zo stil was, zouden al zijn gedachtes zijn hoofd insluipen en niet meer weggaan. Gedachtes die beide positief en negatief waren. Toen veranderde vrouw Black's expressie van schok naar woede. In een snelle beweging sloeg ze Milo in zijn gezicht met haar platte hand en stond op.
"Jij durft te zeggen dat je hier ongelukkig bent?", siste ze boos. Milo durfde om nonchalant zijn schouders op te halen en zijn hoofd te knikken.
Nog een klap.
"Jij durft te zeggen dat je ondankbaar bent voor de manier dat we je hadden ingenomen als een van ons? Wij die jou een baan hebben gegeven? Een leven? Zonder mij zou je een dood, klein lichaampje zijn; koud en verlaten op de straat!"
Ze was nu aan het schreeuwen en Milo stond nu ook op van zijn plaats, zijn wang brandend van de klappen. "Zonder mij zou je moeder een hoer geweest zijn! Een waardeloze jonge vrouw met geen naam op haar graf!"
Milo beet weer op zijn tanden, stapte dichter naar de deur en kneep zijn vuisten samen. Hij keek haar net zo uitdagend terug. De vrouwe nam een diepe adem. "Je bent treurig, jongeman Kit. Net zoals je moeder."
Dat was de druppel.
"Praat niet zo over mijn moeder!", schreeuwde Milo terug, de tranen staken in zijn ogen. "Ze was meer lieflijk en mooier dan u ooit zou kunnen zijn, ook al zou u het proberen! En ik zeg dat niet alleen omdat ik het ben, omdat ik haar kende. Oh nee, zij hield tenminste van haar zoon!"
Vrouwe Black's woede stapelde hoger en hoger, maar die van Milo's net zo erg. Hij was ziek om de hele tijd behandeld te worden als het mindere van een hond. Hij zou gaan zeilen zoals zijn vader, of de vrouwe het nu wilde of niet. Wie was zij om hem tegen te houden?
De vrouwe stapte snel naar haar bureau en pakte een klein, goud belletje in haar hand. Milo verroerde zich niet maar bedacht later dat hij dat misschien wel had moeten doen. Ze rinkelde het belletje zo hard, dat Milo dacht dat ze misschien haar hand zou kwijtraken. Hij bleef stil. Als zij knechten wilde laten komen, dan mocht ze dat. Ze zou hem niet voor eeuwig van de zee af kunnen houden.
Binnen enkele seconden stormden twee dienaren de ruimte binnen, beide verrast om Milo daar te aan te treffen. Vrouwe Black's gezicht was rood, alsof al het bloed van haar lichaam zo door haar ogen of oren naar buiten zou komen stromen.
"Sluit hem op. Op de zolderkamer, bij die andere." Ze moest even ademhalen en sowieso op adem komen om fatsoenlijk tegen de knechten te praten en nog steeds keurig over te komen. "We zullen zien hoe lang het duurt voordat jongeheer Kit zich realiseert hoe gelukkig hij zou moeten zijn met ons."
De knechten grepen Milo vast bij zijn armen en schouders, het onmogelijk makend voor hem om te ontsnappen. En hij probeerde, zo gaf zijn eerste instinct dat meteen aan. Maar het had geen nut. De knechten stonden op het punt om Milo weg te nemen totdat vrouwe Black nog een laatste keer sprak. "Zorg ervoor dat hij eet," zei ze, "hij zal de kracht nodig hebben voor morgenochtend waar we hem gegeseld zullen hebben. Publiekelijk."
Daarna sleepten de dienaren Milo met hen mee, de koude en vochtige trap op naar de zolder. De deur van de zolderkamer was gemaakt van dik, oud hout en er was geen raampje in gesneden. De kamer zelf was compleet leeg, behalve voor een overschaduwd figuur in de hoek, dichtbij het raam. De knechten duwden Milo ruw naar binnen en sloten de deur achter hem dicht.
JE LEEST
The secret of the Triangle - The Broken Compass Chronicles
AdventureDe getijden worden onhandelbaar, gevaarlijk zelfs. Matrozen, zeemannen en piraten gelijk, ontwijken de Zeven Zeeën en haar gevaren. En terwijl schepen en mannen elke dag lijken te verdwijnen, kan de jonge Milo Kit niet stoppen met het dromen van een...