Hoofdstuk 24

31 3 0
                                    

Niet te geloven.

Mijn opa.

Mijn oma.

Én Auriana.

Allemaal moesten ze huilen.

Ik zei dat ze niet hoefde te huilen, maar ze deden het toch.
Ik werd er verdrietig van.
Ze zeiden dat ze allemaal iemand hadden ontmoet.

Het was........

JEZUS!!!!!!

Ik........Ik wist niet wat ik moest zeggen. 

Ik had zo veel te vragen bijvoorbeeld: is het waar dat je een blinde hebt kunnen laten kijken, of dat je een verlamde hebt kunnen laten lopen? 

Hij gaf geen antwoord, en seinde dat we even met z'n tweeën gingen lopen.

Hij zei: hoe kom je hier, in de hemel? 

Ik zei dat het door die stomme kanker kwam. Hij zei dat we naar mijn ouders en Ben konden gaan. 

WAT!!!! echt waar!! maar wacht; die zijn beneden, op de aarde. Zei ik.

Hij zei: ja maar je kan bij ze komen als je het echt heel graag wilt. 

UH ja! zeker weten. 

En toen lukte het, ik deed mijn ogen dicht, en toen ik ze weer open deed lag ik weer in mijn bed. Ik kon mijn familie zien, maar zij mij niet. 

En alsnog, ben ik de blijste persoon van de hemel.

I wish you where hereWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu