BadBoy Friend *voltooid*

Hoofdstuk 9

Zodra ik op mijn kamer kom haal ik weer adem. Ik laat me op mijn bed vallen en pak mijn telefoon.

Peter: Hoe is het gegaan?

Ik: Ik denk dat hij mij geloofde.

Ik: Maar ik moet de volgende keer op tijd zijn.

Ik leg mijn telefoon weg en trek mijn pyjama aan. Ik poets mijn tanden, verwijder mijn make-up en ga dan in bed liggen. Al snel val ik in een droomloze slaap.

De volgende dagen verliepen normaal. Ik ben naar school gegaan en heb veel met Peter geappt. We hebben niet meer afgesproken omdat ik niet mijn vader boos wilde maken. Het is nu vrijdag en de school is uit. Ik loop met mijn jas in mijn hand naar het kluisje van Niels. Hij staat weer met een meisje. Ik zucht en ga er bij staan. 'Klaar voor weer een race', zeg ik. Niels kijkt me aan en knikt meteen. Hij geeft het meisje nog een kus en dan lopen we naar buiten. 'Vind je het erg als Peter ook komt'. 'Waarom moet hij mee', vraagt hij. Ik haal mijn schouders op. 'Ik wil hem zien en ik wil dat jullie elkaar ook mogen'. Niels zucht. 'Ik neem toch ook geen vriendinnetjes van mij mee naar de friettent'. 'Wat heb je tegen Peter', vraag ik. 'Ik vertrouw hem niet', zegt hij. 'Ik heb nooit iets tegen jou vriendinnetjes waarom heb jij wel iets tegen mijn vriendje'. Niels haalt zijn schouders op en kijkt naar de grond. Ik kijk naar de fietsenstallen en zie onze scooters staan. 'We gaan toch racen', vraag ik. 'Ja maar dit keer niet voor het betalen, zoveel geld heb ik niet meer'. Ik begin te glimlachen en ren ik naar mijn scooter. 'Nee', hoor ik achter me. Niels begint ook te rennen en zijn voetstappen komen steeds dichter bij. Ik pak mijn sleutel en stap op mijn scooter. Ik start en rij meteen weg. Achter me komt Niels aanrijden. Hij haalt me in en dan komen we bij het stoplicht. Gelukkig staat hij op rood. We stoppen allebei en kijken elkaar intimiderend aan. Als het stoplicht op groen springt rijden we tegelijk weg. De frietzaak komt in zicht en ik zie Peter al staan wachten. Hij kijkt ons lachend aan. Ik rem en kom tot stiltand. Ik kijk naast me en zie ook Niels al staan. Dan kijk ik naar Peter. 'Wie was sneller'. 'Volgens mij gelijk', zegt hij. Ik grinnik en zet mijn scooter op slot. Samen met Peter en Niels lopen we naar binnen. We bestellen eten en gaan aan een tafeltje zitten. Tijdens het eten praat ik met Peter. Niels blijft stil en luistert alleen. Zodra de friet op is gaan we naar buiten. Ik neem afscheid van Peter en rij met Niels naar mijn huis. 'Waarom was je zo stil, waarom praat je niet gewoon mee', vraag ik. Hij haalt zijn schouders op. We komen aan bij mijn huis en ik zet mijn scooter weg. Daarna lopen we naar binnen en pak ik meteen cola en chips. Niels is op de bank gaan zitten en zoekt een film. De film start en ik ga tegen Niels aanliggen. 'Vind Peter dat wel goed', vraagt Niels. 'Hoezo niet we doen dit altijd en we zijn gewoon vrienden. Dat moet hij accepteren'. Niels knikt en kijkt terug naar de tv.

Als de film is afgelopen ga ik recht zitten. Ik ruim alles op en zie dat Niels al zijn jas aan trekt. 'Ga je nu al', vraag ik. Hij knikt. 'Waarom, je gaat de laatste tijd steeds vaker eerder weg'. 'Ja ik heb gewoon wat dingen te doen'. Ik zucht en maak de voordeur open. 'Tot maandag', zeg ik terwijl hij het pad af loopt. 'Tot maandag', glimlacht Niels. Ik doe de deur dicht en ga naar mijn kamer. Ik ga op mijn bed liggen en staar naar het plafond.