Hoofdstuk 6: het Park

25 3 0
                                    

Sarah ligt comfortabel op het gras van het Beatrixpark. Het is nu een maand verder, maar de gebeurtenissen van de eerste missie zitten nog vers in haar gedachten.

Ze is nu al voor de tweede keer geschorst. De eerste keer was omdat ze niet op Jeff wachtte voor een onderhandeling. Ja, inderdaad. Ze hadden dus liever dat ze daar gewoon een beetje bleef staan wachten om beschoten te worden. Lekker.

De tweede keer was omdat ze een beetje té fanatiek te keer ging toen er om back up werd gevraagd. Dat hele woedegebeuren heeft ze duidelijk nog niet onder de knie.

Nu ligt ze daar onder een boom de bladeren, die boven zich hangen, te bewonderen. Ze zwieren langzaam met de zachte wind mee en langs de takken heen sprankelen zonnestralen over haar gezicht. De zwelling die ze eerder had is nauwelijks meer te zien en de blauwe plek makkelijk met wat make up te camoufleren.

Ze geniet enorm van dit moment. Van de rust die ze om zich heen heeft.
Kindjes rennen af en toe langs, eendjes kwaken en verliefde stelletjes zijn giechelend te horen. Het is perfect.

Iedereen is momenteel bezig met de huidige missie en omdat ze de vorige keer geschorst werd voor agressie, moet zij het deze keer uitzitten.

Dit is de eerste keer dat ze even een moment voor zichzelf heeft. Met haar vader loopt ze de laatste tijd veel te bikkelen en met haar broer, wel, helemaal niets eigenlijk. Niet eens fatsoenlijk praten doen ze.

Hij is constant weg of aan het trainen. Het is net of ze vreemden in hun eigen huis zijn. Na zijn eerste schorsing, vanwege het drinken, is hij wat meer afgekoeld.

Afgekoeld in de zin van beter luisteren naar de 'ouderlingen' van het bedrijf. Maar als zijn zus weet ze dat het maar tijdelijk is.

Ryan is iemand die niet makkelijk te temmen is. Hij is een vrije geest die doet wat hij wil. Hij mag zich dan even netjes gedragen, maar het is alleen een kwestie van tijd tot dat hij weer z'n eigen gangetje gaat. Iets wat ze de laatste tijd steeds meer in haarzelf herkent. Dat onvoorspelbare.

Ze heeft haar ogen dicht en probeert even te focussen op de geluiden om haar heen. Dit is haar moment. Ze wil er zoveel mogelijk van genieten.

Na een paar minuten meent ze wat beweging naast zich te voelen alsof iemand naast haar is komen zitten. Ze opent haar ogen.

Het eerst wat ze ziet is een zwarte pet, met eronder een paar karamel kleurige ogen.

'Hallo, alweer.'

Geschrokken schiet ze overeind. 'Jij!'
Ze maakt aanstalten om op te staan maar hij pakt haar stevig vast bij de bovenarm.
'Niet zo snel.'

Haar hart klopt sneller en ze kijkt paniekerig om zich heen.
'Wij hebben nog het een en ander te bespreken.'

Haar ogen schieten naar haar schoudertas die naast haar op het gras ligt. Als ze voorzichtig is kan ze haar taser eruit halen. Sinds hij haar onder schot heeft gehouden in de steeg zijn de veiligheidsprotocollen van Rycherus fors gestegen.

Het gebruik van wapens was voor de ouderen altijd al toegestaan, maar voor de jongeren nog niet. Sinds het ongeval krijgen ze training in het gebruik van vuurwapens, maar tot die lessen zijn afgerond is het dragen ervan nog strikt verboden.

In plaats daarvan hebben alle leden pepperspray en tasers gekregen om te gebruiken in geval van nood.

Zo langzaam als ze kan strekt ze haar vingers, door de grassprieten heen, richting de tas.

'We hebben niks te bespreken.' Zegt ze een tikkeltje kattig. Ze probeert zichzelf zo kalm mogelijk te houden, ook al gaat dat niet zo makkelijk. Haar ademhaling is diep en ze voelt zich kotsmisselijk. Langzaam glijden haar vingers dichterbij de tas.

'O Sarah toch,' ze verstijft wanneer hij haar richting in leunt. Zijn arm slaat hij om haar heen en ze voelt zijn warme vingers om haar hand krullen en bij de tas wegtrekken. Haar schouder is tegen zijn borstkas gedrukt. 'Zo naïef ben je toch niet?' Fluistert hij in haar oor. De trillingen van zijn diepe stem stuurt een golf van kippenvel over haar heen.

Zijn hand glijdt zachtjes naar de tas en hij pakt het beet. 'Opstaan, we gaan een wandeling maken.'

Het misselijke gevoel wordt alleen maar erger zodra ze opstaat. Hij heeft zijn hand strak om haar tas heen.

'De taser kan ik wel vergeten.' Denkt ze.

Terwijl ze langzaam haar jurkje rechttrekt kijkt ze om zich heen, zoekend naar een uitweg.

Haar instinct is om hem nu aan te vallen, maar in een park gevuld met toeschouwers is dat niet te doen. Wegrennen is op dit moment de enige optie. Ze versnelt haar pas, maar hij is sneller. Hij buigt een arm om haar middel en trekt haar naar zich toe. Met een hand op haar taille begeleidt hij haar naar de ingang van het park. Met veel tegenzin en een groeiende haat wordt ze richting een motor geduwd.

'Ik ga daar niet op.' Zegt ze standvastig en vouwt haar armen strak op elkaar. Hij zucht.
'Jij en ik,' hij plaats zich tussen haar en de motor in en buigt zich naar haar toe. 'Wij hebben zaken te bespreken.' Zij ogen zijn intens en zijn kaken op elkaar geklemd. 'Dus tenzij je dat tussen de bosjes van een park wil doen, kom je gewoon netjes met mij mee.'

Ze kookt van woede wanneer hij de buddyseat optilt en uit de bergruimte een helm tevoorschijn haalt. Het is knalroze, besprenkelt met glitters en met een mega blije chibi figuurtje op de zijkant.

'Dat ding zet ik dus niet op!' Sist ze.

Een ondeugende grijns verschijnt op zijn gezicht. 'Geen zorgen kleintje,' hij knipoogt. 'Ik breng je straks weer netjes naar huis.'

Ze grijpt de helm uit zijn handen en krijgt de neiging het tegen zijn scheve glimlach te dreunen. In plaats daarvan duwt ze het hard tegen zijn borstkas. Het effect is niet zoals ze gehoopt had. Het heeft hem niet eens bewogen. Niet één freaking  centimeter!

'Dit. Zet ik. Niet op!'

'Fijn.' Hij pakt het terug en trekt de zwarte pet van zijn hoofd. Zijn donkerblonde haren glijden zachtjes over zijn wenkbrauwen voordat hij het met een hand weer over zijn hoofd strijkt. Een klein litteken op zijn haarlijn is eventjes te zien en Sarah voelt een vleugje tevredenheid,wetende dat zij het heeft veroorzaakt.

Hij zet de roze helm op zijn hoofd en ziet er -ongelooflijk hoe het ook klinkt- even goed uit als ervoor. Sarah heeft nog nooit iemands zo graag ter plekke willen wurgen.

Hij overhandigt haar een andere, veel minder opvallende, helm en stapt op de motor. Verwachtend kijkt hij haar aan en knikt naar achteren. 'Spring er maar op.'

Ze snuift en zet de helm op. 'Waar gaan we naartoe?' Vraagt ze met opgeheven hoofd en een poker-face.

Hij grijnst. 'Italië.' Zijn ogen houden de hare vast. 'Paar minuutjes rijden.'

'Alleen mij overkomt dit soort shit weer.' Denkt ze. En dit alles omdat ze haar stomme- en zó niet juiste- intuïtie heeft gevolgd.

Ze schuift haar jurkje wat omhoog en stapt achter hem op de motor. Ze probeert afstand van hem te houden, maar zodra ze wegrijden moet ze hem wel vastgrijpen.

Met haar armen om zijn middel en haar dijen tegen zijn benen aangedrukt heeft ze zich nog nooit zó verward gevoelt.

Woede, adrenaline, zenuwachtigheid en opwinding gieren tegelijkertijd door haar lichaam. Vooral voor het laatste haat ze zichzelf meer dan ooit te voren.

Volg Het SpoorWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu