Hoofdstuk 7: de Zaken

20 2 0
                                    

Enkele momenten later arriveren ze bij ijssalon Venetië. Sarah is hier al een aantal keren geweest en voelt zich enigszins opgelucht. Geen onbekend terrein.

Na de helmen te hebben opgeborgen pakt de vreemdeling haar hand vast, wat meer chaos in haar brein veroorzaakt. Achter hem aan getrokken stapt ze over de drempel van de vestiging.

Aan de toonbank staat een vriendelijk uitziende medewerker. Zodra hij het tweetal ziet binnenkomen zwaait hij geanimeerd met een hand in de lucht.
'Steven! Goed je weer te zien amico!'

Er verschijnt een oprechte glimlach op -blijkbaar- Stevens gezicht en ze geven elkaar één of andere geheime handdruk.
'Jou ook man! Como vanno le cose?'
'Sta andando bene..'

Terwijl het duo opgewekt verder praat wordt Sarahs aandacht ergens anders getrokken. Een aantal klanten, voornamelijk dames, steken hun nekken uit om ook maar een glimp van Steven op te vangen. Niet alleen naar hem, maar ook naar haar wordt er gekeken. Van top tot teen.

Ongemakkelijk schuift ze wat haren achter haar oor. Ze is buitengewoon stil en Steven merkt dat haar iets dwars zit. Hij laat haar hand los en in plaats daarvan buigt hij zijn arm om haar middel. Jaloerse blikken zijn te voelen en ze weet niet goed hoe ze erop moet reageren.

'Kom,' zegt Steven, buigend naar haar toe. 'Hij heeft een tafeltje voor ons.' Samen lopen ze met de vrolijke Italiaan mee. Hij leidt ze naar een soort vip ruimte achterin de salon en wijst ze een tafel toe.

'En, wat zal het zijn?' Vraagt de man.
'Verras ons maar, Vito.' Antwoordt Steven. Sarah is even van haar stuk gebracht bij het zien van zijn perfecte glimlach. 'Geen wonder dat ze allemaal staren,' denk ze. 'Zijn lach is verdomd betoverend.'

Ze betrapt zichzelf op het bewonderen van zijn aantrekkelijkheid en schrapt haar keel. De man verlaat de tafel met de missie hen te verrassen en uiteindelijk valt Stevens aandacht op haar.

'Dus,' hij leunt wat dichterbij en vouwt zijn zongebruinde armen op de tafel. 'Laten we over zaken praten.'
Sarah tilt haar kin op. 'Wat voor zaken?'
'Kom op, Sarah,' zegt hij met vernauwde ogen. 'Je weet waar ik het over heb.'

'Echt?' Zegt ze met opgetrokken wenkbrauwen. 'Want zover ik het weet hebben wij niks te bespreken.' Ze leunt met haar ellebogen op de tafel en legt haar handen op elkaar. 'Het is simpel. Ik gaf je een uitweg en jij accepteerde het.'
Hij kijkt haar terughoudend aan.
'Jij en ik, hebben geen enkele zaken meer tussen ons. Punt.' Zegt ze standvastig.
Ze houdt haar hoofd een beetje schuin, wachtend op antwoord.

'Wat ben je toch naïef.' Zegt hij met een lage stem. Hij blijft haar blik intens vasthouden. 'Je hebt me nooit een uitweg gegeven.'
Ze fronst haar wenkbrauwen. 'Wat?'
'Die uitweg was er al vóórdat jij het voorstelde.'

Ze lacht en kan niet geloven wat hij nu uitkraamt. 'Oké, dus waarom bleef je dan als een klein Bambi'tje aan de grond genageld?'
Hij klemt zij kaken beledigd op elkaar.
'Ik moest een keuze maken.' Zegt hij nors.

Plotseling herinnert ze zich de grote strijd die binnen in hem plaats vond. Het komt allemaal weer terug en ze voelt zich gelijk een beetje schuldig. Ze wendt haar ogen van hem af.

Op de tafel staat een kleine, rechthoekige bloempot met roze orchideeën erin. Ze vestigt haar aandacht erop en brengt haar vingers naar de zachte blaadjes.

Volg Het SpoorWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu