5

136 31 36
                                    

Ik draai het slot om en stap de gang binnen. Wat een dag. 

Ik weet dat mijn ouders thuis zijn, maar ik vlucht snel naar boven. Ik heb geen zin om verhaal te doen. 

Ik gooi mijn tas van mijn schouder af en plof op bed. Ik haal een paar keer diep adem en pak dan mijn telefoon om Mette een bericht te sturen. Ben je oké? 

Rustig probeer ik de dag tot me door te laten dringen. Vanochtend had ik nog goed contact met Mette. Maar door mijn confrontatie over Noud is dat veranderd. Ze zag hem. Wist niet wat ze moest doen. Ze was doodsbang. Ze wilde van de angst af. Dacht een oplossing te hebben. 

En waar ik nog het meeste verbaasd over ben, is dat Noud mij vandaag leek aan te voelen. Hij wist dat er weer wat aan de hand was. Hij had de auto al klaar staan. Hij hielp me haar terug te krijgen. 

Hij bracht me thuis. Net als vroeger. 

Voordat ik het door heb, vallen mijn ogen dicht. Ik laat het gebeuren. Ik ben op. 

"Ster?" Hoor ik dan. Mijn moeder komt, zonder te kloppen, binnen. "Ik had je niet thuis horen komen."

"Dat was nou net de bedoeling." Ik open mijn ogen niet. Ik vind het donkere fijn. 

"Hoe was je dag?" 

"Te gek." Zeg ik sarcastisch. Mijn moeder kent me, ze komt op de rand van mijn bed zitten. "Mette was weer bezig."

"Somber?"

"Ze stond al klaar op de brug." Vertel ik. Mijn moeder weet niet het hele verhaal. Ze weet niet wat er met Mette is gebeurd wat ik mezelf verwijt. Niemand weet het. Alleen Mette en ik. 

"En toen?"

"Toen was Noud er." Ik zeg het alsof ik het erg vond. Dat verhaal kent mijn moeder dan wel weer.

"Noud?" Vraagt ze verbaasd. "Dat is lang geleden."

"Niet lang genoeg." Zeg ik zacht. Ik open mijn ogen en draai me om zodat ik op mijn buik lig. 

"Ach, doe eens normaal." Ook nu weet ze dat het niet zo is. "Ik weet nog wel dat je-"

"Mam, alsjeblieft. Ik wil slapen." Ik hint haar om mijn kamer te verlaten. Gelukkig doet ze dit dan ook. "Zal ik je roepen wanneer het eten klaar is?"

"Hmhm." Antwoord ik met mijn ogen alweer dicht. Hartstikke lief hoe ze met alles omgaat natuurlijk, maar ik heb dingen nog niet verwerkt. Die hoef ik dan dus ook niet te horen. 

Ik open mijn ogen weer door het berichtje dat op mijn telefoon binnenkomt. Ben je met Noud mee gereden?

"Shit." Mompel ik. Mette denkt dat ik hem haat, wat ook zo is, dus vraagt ze zich vast af wat ik in zijn auto deed.

Ik besluit om niet op haar berichtje te antwoorden. Ik laat het. 

Ik leg mijn mobiel terug op mijn nachtkastje en sluit mijn ogen weer. Ik zal het totaal niet erg vinden om in slaap te vallen. Per ongeluk of zo. 

Helaas wordt dit verstoord door mijn mobiel die nog eens afgaat.

Ben je wel oké? Je kwam nogal aangeslagen over.

Noud. Ik zucht en rol mijn ogen. 

Sinds wanneer maakt dat wat uit voor jou?  Stuur ik terug. 

Ik bel je wel even. 

Oh nee. Ik dacht het niet. Bel maar. Ik neem toch niet op. 

Binnen 3 seconden komt zijn naam op de display. Ik laat het gaan. De telefoon leg ik naast me neer, ik ga op mijn zij liggen. Met mijn rug naar de oproep. 

Als ik nog eens kijk is de oproep weg. Ik ga comfortabel liggen. 

Niet veel later begint mijn telefoon weer te trillen. Ik rol mijn ogen en weiger de oproep. 

Nogmaals ga ik comfortabel te liggen. Nogmaals trilt mijn telefoon. Ik druk mijn oren dicht met mijn kussen, maar het trillen blijf ik natuurlijk voelen. 

Ik pak mijn telefoon, ga rechtop zitten en hou het aan mijn oor. "Wat?" Snauw ik. 

"Zie je wel dat je niet oké bent." Klinkt zijn stem. Oh hij had weer gelijk. "Zal ik even langs komen?"

"Nee." Reageer ik meteen. Ik lijk wel te schrikken.

"Wil je er niet over praten?" 

"Nee." Antwoord ik weer. "Het gaat niet om mij."

"Voor mij wel."

Ik hang op. Ik kan het er niet bij hebben. 

Rood - On HoldWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu