22

59 10 34
                                    

De dagen vlogen voorbij. Wat zeg ik? Weken. Maanden.

Vanaf de laatste keer dat ze bij mij de poort uit liep. Alles ging snel.

Noud en ik groeiden nog dichter naar elkaar toe. We waren vaker samen. Begonnen elkaar anders te zien, op een positieve manier. Ik begon hem vooral anders te zien.

Niemand stond ons in de weg. Iedereen vond het prima. Ze lieten ons onze gang gaan. Niemand keek raar om als we samen door de stad liepen. Net alsof we een normaal stel zijn, wat we eigenlijk ook zijn.

We gingen avondjes weg. Iedereen vond het leuk voor ons. Het werd ons gegund.

Toch bleef zij in mijn gedachten. Af en toe dacht ik, wat doet Mette nu? Wat als ze ons zou zien?

Toen Noud achter Mette aan was gegaan om te kijken wat ze van plan was, vond hij haar thuis. Ze was gelukkig niks geks gaan doen.

Ze heeft nog lopen schreeuwen tegen hem. Boos dat hij haar niet wil. Niet op de manier zoals zij hem wil.

Noud ging kijken voor mij, omdat ik me zorgen maakte. Ik vond het fijn.

Toch had ik het idee dat hij me niet alles vertelde toen hij mij opbelde.

"Ik heb d'r gevonden hoor." Klonk hij door de telefoon. Hij klonk anders. Alsof er dus iets was wat ik niet mocht weten.

Ik vroeg of alles oké was. "Voor zover dat kan." Antwoordde hij kortaf.

Ik dacht dat hij bedoelde dat ze erg overstuur was door het zien van Noud en mij. Dat was dus niet zo.

Ik heb hem lang niet durven vragen wat er precies gebeurd was. Misschien was ik bang voor het antwoord.

Een paar avonden na de dag van het hele gebeuren, durfde ik het te vragen. Het was tenminste al gevraagd voordat mijn hersencellen eruit waren.

We lagen in Noud zijn bed, te staren uit zijn open dakraam. Het was een heldere hemel, we konden de sterren goed zien. Hij maakte grapjes dat hij mij goed kon zien, aangezien mijn naam afgeleid is van de sterren.

Het gesprek leidde er niet naar, ik vroeg het uit het niets.

"Wat is er gebeurd die dag?"

Hij keek me verbaasd aan. Geen vermoeden waar ik het over kon hebben.

"Toen Mette ons zag." Vulde ik aan.

"Ik trof haar thuis aan," Begon hij. "Dat had ik gezegd toch?"

Ik zei niks.

"Geloof je me niet?" Vroeg hij verontwaardigd.

"Ik heb gewoon het gevoel dat je me niet alles verteld." Zei ik eerlijk. "Je kan mij niet wijs maken dat ze je in de armen sprong." Grinnikte ik erbij.

"Nou..." Mompelde Noud. Ik draaide mijn hoofd naar hem. Wat, 'nou'? Vroeg ik mezelf af.

Ik keek hem doordringend aan tot hij zelf begon met uitleg geven.

Hij zuchtte hard. "Kut." Mompelde hij erbij.

"Wat, Noud?" Vroeg ik dringend. Ik werd zenuwachtig van de scenario's die door mijn hoofd vlogen.

Ik draaide me op mijn buik om Noud beter aan te kunnen kijken. Ik voelde aan dat het niet iets zal zijn waar ik blij mee zal zijn.

Zijn ogen kruisden heel even de mijne. Hij wilde ze ontwijken en draaide ze weg.

"Noud." Brom ik. Het voelde niet goed.

"Ze huilde toen ze de deur open deed voor me." Begon hij.

Ik knikte om duidelijk te maken dat hij verder kon.

"Ik ben naar binnen gegaan en heb haar een glaasje water gegeven."

Ik dacht nog, wat lief. Maar toen zei een naar stemmetje in mijn hoofd dat ze elkaar gevoeld hebben zoals Noud en ik elkaar gevoeld hebben. Ik werd misselijk van die gedachte. Ik zag het voor me. Ik was bang dat dat was wat hij me ging vertellen. Helaas zat ik er niet ver naast.    

Je hebt het einde van de gepubliceerde delen bereikt.

⏰ Laatst bijgewerkt: Apr 04, 2020 ⏰

Voeg dit verhaal toe aan je bibliotheek om op de hoogte gebracht te worden van nieuwe delen!

Rood - On HoldWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu