2

183 35 65
                                    

Zonder dat ze nog wat hoeft te zeggen weet ik waar ze het over heeft. Of beter gezegd over wie. Ik loop met versnelde pas naar de uitgang van de school. "Waar ben je?" Vraag ik.

"In het fietsenhok." Ze snikt.

"Waar is hìj?"

Ze blijft stil. Ik hoor enkel haar adem. "Mette-"

"2 meter verder op." Zegt ze dan.

"Shit." Fluister ik. "Ik kom eraan."

Dat zeg ik wel, maar ik, een vrouw van 1 meter 68, verslaat nooit een man van bijna 2 meter.

Mijn versnelde pas wordt omgezet naar rennen. Ik ren weer terug de school in, naar de plek waar ik weet waar hij is. Waar hij altijd is. Ik kan het niet geloven. Dat ik nu terug naar hem ren. Maar wat moet ik anders? Anders was het al een verloren zaak.

Zijn verbaasde blik maakt me alleen maar meer gefrustreerd van het feit dat ik hem op dit moment nodig heb. Hij vind het heerlijk als meisjes achter hem aan rennen, als hij weet dat ze hem nodig hebben. A la Mette.

"Mee komen." Brom ik.

Zonder achterom te hoeven kijken, weet ik dat Noud achter me aanloopt. Dat weet ik nog wel van voor al het gedoe met Mette. "Wat is er?" Hij klinkt serieus. Hij weet ook dat ik na alles niet zomaar bij hem terug kom, dus dat er wel wat aan de hand moet zijn.

"Mette," Begin ik. Hij stopt met lopen. Hij neemt haar niet zo serieus, dat wist ik al. "Ze heeft me nodig."

"Ga dan." Zegt hij. Er is een paar meter tussen ons aangezien ik wel was doorgelopen.

"Nee, jij moet mee." Brom ik. Ik probeer het duidelijk en toch niet hardop te zeggen. "Waarom?" Hij begint een grijns op zijn gezicht te krijgen. Hij duidt op iets anders.

"Niet nu, Noud."

Hij wil horen dat ik hem nodig heb. Ik rol mijn ogen wanneer hij nog altijd stil blijft staan. "Deze situatie kan ik niet alleen aan." Ik zeg het op normale toon. Niet iedereen hoeft het te weten.

Hij zucht. "Oké."

"Als je me verteld wat er aan de hand is." Voegt hij eraan toe.

"Kijk zelf maar." Ik wijs naar Mette die tussen de fietsen opgekropen zit. Ik had hem ook verwacht. Maar hij is er niet. Zodra dat tot mij doordringt ren ik naar Mette toe. Ik trek haar omhoog en sla mijn armen om haar heen.

"Hij is er nog steeds." Fluistert ze. Ik laat haar onmiddellijk los en kijk snel om me heen. Maar ik zie hem niet. "Waar dan?" Vraag ik.

"Je gelooft me niet." Ze kijkt me verwijtend aan.

"Ik zie hem gewoon niet." Ik voel me schuldig dat ik hem niet zie. Ze voelt zich al zo alleen en onbegrepen.

"Laat maar!" Ze loopt met versnelde pas naar binnen. Ik blijf staan. Hoe kan ik haar nog helpen? Dit gaat zo niet langer.

Ik voel een hand strelend op mijn arm. Ik trek mijn arm weg. "Niet doen." Mopper ik.

"Waar had ze het over?" Vraagt hij. Hij snapt er natuurlijk helemaal niks van. Net als alle buitenstanders. Ik kijk hem met een serieuze blik aan en loop dan ook richting de ingang van school. "Hallo?" Hij probeert nog eens mijn aandacht te trekken. "Astère." Bromt hij. Hij begint de macht kwijt te raken en dat haat hij.

Wanneer ik nog niet reageer pakt hij mijn arm vast en trekt me naar hem toe.

"Wat?" Mopper ik terug.

"Waar ging dat over?" Vraagt hij nog eens. "Niks." Antwoord ik.

"En daar had je me voor nodig?" Lacht hij. Als er niks ernstigs aan de hand is, neemt hij het niet serieus. Zoals nu. Ik blijf hem doordringend aankijken. "Je bent sexy als je boos bent."

"Ik ben bezorgd, Noud." Ik vervolg mijn weg naar de ingang. "Ik red me wel hoor." Hoor ik achter me. Ik rol weer mijn ogen. Hij denkt dat alles om hem draait. Ongelooflijk.

Ik haal mijn telefoon weer tevoorschijn. Ik besluit om de moeder van Mette een berichtje te sturen. Ze zou hem weer gezien hebben...

Uiteraard probeer ik Mette te bellen. Ze neemt niet op, dat was te verwachten. "Geef het toch op." Hoor ik achter me. "Het heeft geen zin."

"Dat jij nou niet oprecht om haar geeft, wil niet zeggen dat ik dat ook niet doe." Ga ik ertegenin. "Niet dat je überhaupt ergens om geeft." Fluister ik.

"Je weet dat dat niet waar is."

Zijn moeder. Zij is de enige waar hij om geeft. Maar zij is er niet meer. Ik wil hem niet laten zien dat het mij elke keer raakt, dan geef ik hem weer macht. Dan laat ik hem weer goed voelen. "Het enige waar jij om geeft is seks. En van mij krijg je het niet dus ging je naar mijn beste vriendin."

"Ook dat is niet waar." Ik rol mijn ogen. "Ik geef niet alleen om seks." Hij kijkt me diep in mijn ogen aan. "Ik vind het wel heel lekker," Gaat hij verder. Alweer krijgt hij het voor elkaar om mij mijn ogen te laten rollen. Ik hou het niet eens meer bij. "Maar dat is niet het enige waar ik om geef."

Ik weet wat hij gaat zeggen. Hij kan het beter niet zeggen. "Niet zeggen." Onderbreek ik hem.

"Wat dan? Moet je er dan aan toegeven?" Hij grijnst.

Die verdomde grijns. 

Rood - On HoldWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu