Waarschuwing:
Dit hoofdstuk bevat een scène met betrekking tot suïcide.
Als je wil en/of het nodig hebt, ben ik beschikbaar om je vragen/ervaringen te delen!Mijn telefoon gaat af. Een berichtje. Jij ook? Moeten we naar de politie?
Ik kijk op van mijn telefoon, Noud staat er nog steeds. Ik richt mijn blik weer op het schermpje. Nee. Stuur ik terug.
"Ik praat tegen je." Zegt hij uiteindelijk.
"Ik heb ook zo vaak met jou geprobeerd te praten, maar dan luister je ook niet." Ik probeer de gemene Astère weer naar boven te halen. De Astère die zijn aantrekkelijke woorden kan afweren.
"Ik geef om je, Ster." Hij blijft het proberen. "Als dat zo is, dan was je niet met mijn beste vriendin gegaan." Ga ik tegen hem in. Af en toe kijk ik hem aan en werp dan weer mijn ogen op mijn telefoon.
"Je weet waarom dat was."
"Was? Je doet het nog steeds." Lach ik. Hij blijft me aankijken, vroeger kon ik daar niet tegen. Dan gaf ik me meteen over. "Nee. Het gaat niet gebeuren." Ik loop, nogmaals, van hem weg.
Ik laat hem machteloos achter. Het is fijn om te weten dat ik hem, iemand die geilt op macht, machteloos kan laten voelen. Ik vind het zo heerlijk als dat hij de macht vindt.
Weer gaat mijn telefoon af. Ik kan het niet meer aan. Ik ben bij de brug.
"Godverdomme." Zeg ik met harde toon. Het berichtje is van Mette. Direct voel ik de blikken van anderen. Ik kijk nog even naar de richting waar ik Noud achter heb gelaten. Ook hij heeft mijn gevloek gehoord. Ik baal dat hij mijn blik opvangt, hierdoor weet hij, weer, dat het serieus is.
Ik ren, zonder jas, opnieuw naar buiten terwijl ik mijn fietssleutel in mijn tas zoek. Ik probeer gehaast de sleutel in het sleutelgat te proppen, maar dit gaat natuurlijk niet als gepland. Het sleutelbos glijdt tussen mijn vingers door en valt op de grond.
"Wat doe je?" Vraagt Noud. "Ik heb een auto. Kom."
Natuurlijk heeft hij de auto mee. Hoeveel zal die gekost hebben? Natuurlijk moet die ook nog mee naar school. Natuurlijk.
Ik raap mijn sleutelbos op en ren met tegenzin naar Noud zijn auto. Hij staat al klaar om te gaan.
"Waar is ze?" Vraagt hij.
"Bij de brug," Antwoord ik. "Het is teveel om uit te leggen."
"Weet ik." Hij klinkt begripvol. Ik kijk hem voor een paar seconden verbaasd aan. Ik geloof mijn oren niet. "Wat zeg je nou?" Zeg ik. Ik kan mijn lach niet onderdrukken.
Noud werpt heel even zijn blik op mij, maar richt zijn aandacht dan weer op de weg. We rijden met een snelheid van 55 km/u over een 30-weg.
"Dank je." Ik weet het uit mijn mond te krijgen. Hij zegt niks, kijkt me enkel aan.
"Daar!" Roep ik zodra ik Mette op de rand van de brug zie staan. "Wat is ze van plan?" Vraagt Noud. Hij houdt zich van de domme.
"Wat denk je? Waar lijkt het op?" Mopper ik terwijl ik de autodeur open duw. Ik ren op Mette af met de hoop dat ze me niet ziet. Nog meer hoop ik dat ze niet die ene stap zet. Ik hoor nogmaals een autodeur dicht slaan, Noud komt er ook aan. Ik wist dat hij het wel zou doen. Al is het niet voor Mette, wel voor mij.
Zodra ik nog maar een paar meter van Mette verwijderd ben begin ik de woorden bij elkaar te rapen.
"Mette, alsjeblieft." Begin ik. Ze schrikt en moet zich stevig vast grijpen. Daar ging ze al bijna.
"Doe het niet." Ga ik verder.
"Ga weg, Ster." Ze snauwt naar me. "Niemand gelooft me."
"Ík geloof je. Dat weet je." Ik probeer rustig te blijven. De adrenaline giert door mijn lijf. Die van Mette vast ook. "Ik was er zelf bij."
"En daarom is het jouw schuld." Ze schuift het op mij af. En dat mag.
"Klopt." Mijn stem breekt. "En het spijt me." Voeg ik toe.
Ze kijkt me ijzig aan. Ik heb haar lange tijd niet zo gezien. "Ik zal er tot de dag dat ik dood ga spijt van hebben."
"Maar goed ook."
JE LEEST
Rood - On Hold
RomanceAlles of niets. Buigen of barsten. Noud en Astère kennen elkaar al jaren van school. En al die jaren hebben ze een hekel aan elkaar. Ze botsen zo erg als het maar kan. Maar maken elkaar compleet. Ze verschillen op alle gebieden, maar hebben één ding...