9

115 26 86
                                    

Zodra het gesprek met Mette is opgehangen, ga ik verder met mij klaar maken.

Gedurende de dag dwalen mijn gedachten af en toe af naar het afspraakje wat vanavond zou zijn. Nou ja, afspraakje. We zouden een drankje doen. En God mag weten wat daarna allemaal.

Ik moet mijn best doen om mijn gedachten bij de les te houden. Al fantaseer ik graag.

Is het slecht dat ik deze gedachtes heb? Voor hém? Voor Noud? Terwijl ik weet wat het met Mette zal doen?

Voor het eerst deze ochtend kan ik mijn gedachten wél ergens bij houden. Mette komt binnengelopen. En dat terwijl ze zo zei dat ze niet zou komen.

Ze komt naast me zitten en kijkt me dringend aan.

"Wat.." Ik hou een korte pauze. "Is er?" Ga ik verder.

"Wij moeten praten." Zegt ze. En dat is ook het enige wat ze zegt.

Ik laat het voor wat het is, voor nu. Ik probeer scenario's te verzinnen waar het over zou kunnen gaan. Noud? Zij en Noud? Noud en ik? Of Max?

Wie is Max, hoor ik je denken. Dat gaat nog wel verduidelijkt worden.

De les is al gauw afgelopen. Ik loop met versnelde pas achter Mette aan. Als we op een rustige plek staan, kijk ik haar vragend aan.

Ze zegt niks.

"Je wou praten?" Mijn poging om wat los te krijgen werkt.

"Ik weet niet wat ik moet doen." Deelt ze. "Met Noud."

Ik slik. Oh ja. Ze heeft gevoelens voor Noud.

"Hij doet afstandelijk."

"Als in?" Ik doe alsof ik geïnteresseerd ben. Maar mijn gedachten gaan maar naar één ding uit.

"Ik weet dat hij iets had met iemand anders, voordat ik hem leerde kennen." Legt ze uit. "Ik ben bang dat hij daar weer mee bezig is."

Ze weet niet dat ik - ook - wat heb gehad met Noud. Zo weet ze ook niet dat ze hoogstwaarschijnlijk mij bedoeld met die 'iemand anders'.

"Maar dat moet niet zo bijzonder geweest zijn." Laat ze zichzelf lachen. Ondertussen zie ik Noud zijn silhouet een paar meter achter Mette staan. Ik concentreer me erop. Ik kijk hem aan.

"Hoezo niet?" Vraag ik aan Mette terwijl mijn ogen niet afwijken van die van Noud.

"Nou," Lacht ze weer. "Tegelijkertijd was hij met mij."

Nog steeds kijkt Noud mij aan. Niet wetende dat we nu over hem praten.

Als er tot me doordringt wat Mette zei, richt ik mijn blik snel op haar. Ik mag niet laten merken dat het mij pijn doet als ze zoiets zegt. Maar ze denkt natuurlijk dat het één of andere sloerie is.

"Als dat niet iets betekent." Glimlach ik. Zoals een goede vriendin haar zou mee geven. Ik verlaat het gesprek en loop op Noud af. Ik stop niet. Ik loop langs hem heen.

Hij kijkt me vragend aan. Hij heeft geen idee.

Ik hoor Mette mijn naam roepen, omdat ik ineens weg loop. Maar ik reageer niet. Ik reageer op niemand.

Ik loop direct naar de wc's en sluit me erin op. Even alleen. Zonder gezeik van anderen.

Ik weet dat ik het moet vertellen tegen Mette. Dat ik wat heb gehad met Noud. Dat ik misschien weer iets voel voor hem. Of dat dat misschien nooit weg is geweest.

Of ik houd gewoon mijn mond. Ik zeg niks. Ik negeer Noud. En ik verwijder mijn gevoel.

Dat lijkt me het beste.

Ik schrik uit mijn gedachten door een bonk op de wc deur. "Ster?" Klinkt Mettes stem.

Ik doe het eerste wat er in me op komt. Ik maak braakgeluiden.

"Oh, sorry." Klinkt dezelfde stem. "Ik haal wel even water."

Tot ik zeker weet dat ze weg is, ga ik door met de geluiden. Ik wist dat het zou werken.

Ik sluip de wc weer uit en loop met versnelde pas naar de ingang van school. Zonder achterom te kijken hoop ik dat Mette mij niet ziet.

Ik loop naar de fietsenstalling, leun tegen het hek en haal een keer goed adem.

Het voelt lang geleden. Lang geleden dat ik geademd heb.

Ademen is vanzelfsprekend, maar bewust ademen is soms zó fijn.

Ik voel mijn telefoon trillen. Mette waarschijnlijk.

Eerst laat ik het gaan. Dan beslis ik om toch te kijken of zij het is die mij belt.

Ik kijk op de display. Wel een naam met de M. Maar geen Mette.

Rood - On HoldWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu