Hoofdstuk 19 - Een Onaangenaam Bezoekje

113 5 2
                                    

"Nee! Wij gaan hier beneden! Toch Ap!"

"En waarom hebben jullie meer recht op deze kamer dan ik? Dit was net zo goed mijn kamer."

"Denk maar niet dat ik weer naar zolder ga! Dat doet Noa maar! En ik ga ook niet bij Trudie slapen! Ik heb recht op een veilige slaapplek."

"En Ap wil gewoon op zijn oude kamer, dat jij jouw Noatje dan niet mee kan nemen is niet mijn probleem makker."

"Zo is dat! En no way dat ik alleen boven ga slapen! Alleen!? Jullie gaan maar met z'n allen boven slapen! Ik heb recht op de benedenkamer!"

"Ik sliep hier vroeger ook, en Noa kan niet op de grond, dus jullie gaan maar naar boven. En trouwens onze roze Barbie kan hier niet verblijven, want dr kleren passen hier niet."

De kus van Fabian en Nienke wordt verstoort door lawaai van op gang. Jeroen, Noa, Appie en Amber staan voor de oude kamer van Appie en Jeroen te discussiëren over wie de kamer mag hebben.

"Ho, ho, wat is hier aan de hand?" Nienke komt naar het stel toegelopen. Ze slaat haar armen over elkaar, klaar om de boel te sussen.

"Nien! Nien, nien, nien, ik wil niet meer op zolder en ook niet alleen boven. Please, zeg me dat deze kamer voor mij is." Smekend vliegt Amber naar de grond.

Nienke draait haar ogen naar de anderen die achter Amber staan. Tegelijk nemen Appie en Jeroen het woord: "Maar dit was vroeger míjn kamer!" De twee heren schrikken en slaan hun armen arrogant over elkaar.

Dan kijkt Nienke naar Noa, die haar schouders optrekt een een hoofdschuddende beweging maakt: "Tja, oud-Anubis bewoners, wat moet je ermee?"

Na veel ophef zijn de kamers in de middag netjes verdeeld. Appie en Amber hebben gewonnen en slapen in de oude kamer van Appie en Jeroen. Jeroen en Noa hebben hun intrek genomen op zolder. Het tweepersoonsbed op de zolderkamer heeft Jeroen weten te overtuigen. En natuurlijk is de rust op de zolderkamer ook fijn. Geen Appie die grapjes uithaalt én ongestoord horrorfilms kijken met Noa.

Jeroen ligt op bed terwijl Noa nog wat spulletjes opruimt. "Prima bedje, hier hou ik het nog wel een nachtje uit," Jeroen test de vering van het matras door te bewegen, "oud bed, maar het zou flink wat op kunnen leveren." Hij legt zijn handen onder zijn hoofd en kijkt naar het plafond. "Vind je het eigenlijk niet eng om hier weer te slapen?"

Noa pakt de laatste kleren uit haar koffer en legt deze in de kast. "Nee, ik denk het niet. Technisch gezien kan ik het nog niet weten, omdat ik nog niet hier geslapen heb, maar..."

Jeroen wacht op het vervolg van Noa's zin, maar tevergeefs. "En vind je het dan niet eng om weer bezig te zijn met de club? En met het schilderij?"

Noa schudt haar hoofd: "Begin jij je nu al weer druk te maken over mij? Ik weet heus wel waar ik aan begin." Ze loopt naar Jeroen en gaat zitten op de rand van het bed. Ze kijkt in het rond. "Eigenlijk ben ik best blij als ik mee kan helpen met het mysterie. Als Appie in gevaar is en ik kan hem helpen, dan wil ik dat graag doen," ze wacht, "dat heeft de club ook voor mij gedaan."

Jeroen knikt al starend naar het plafond. "Dus je bent blij dat je iets terug kan doen, ook al weet je niet wat je moet doen en hoe gevaarlijk het is? Misschien gebeurt er wel iets. Iets naars."

"Jeroehoen." Noa draait zich om naar haar vriend en lacht.

"Ja wat?" zegt Jeroen serieus.

Noa trekt een je-weet-wel-gezicht, waarop hij rechtop gaat zitten. "Ja nou, straks dan...eh..."

"Ja? Wat eh, straks eh?" Lacht Noa. Ze legt haar handen op Jeroens knieën.

"Eh...nou, gewoon," Jeroen denkt na en beseft dat hij niet zo bezorgd moet doen om Noa, "gewoon," bedenkt hij, "ik wil deze lach niet missen." Hij gaat staan en tilt Noa op, die het uitgilt: "Zet me neer!" Jeroen draait een rondje met een trappelende vriendin in zijn armen. Na een aantal gillen zet hij Noa netjes terug op de grond. Lachend gooit ze haar handen om Jeroen en kijkt hem in de ogen: "En jou lachje dan, denk je dat ik die kan missen?"

Jeroen glimlacht: "Zo mag ik het horen."

"Weet je Jeroen, het komt allemaal goed! En je hoeft je geen zorgen te maken om mij, dat scheelt je een hoop energie."

In de kamer van Appie is het een drukte van belang. Er liggen nog veel oude spullen over de vloer die een plekje moeten krijgen. Appie komt veel spullen van vroeger tegen, die vooral bedoeld waren om grappen mee uit te halen. Amber is vooral druk bezig met het installeren van haar eigen spullen.

"Ieeh! Wat is dit?" Ze pakt een namaak-schedel uit de kast en houdt het omhoog.

Appie lacht: "Oh dat, dat is een opgegraven schedel van een vampier!! Muhaha!!"

"Waaaah!" Amber laat het ding vallen.

"Geintje, maar zo hebben we hem vroeger wel eens gebruikt tijdens wiskunde," Appie pakt het masker op, "ja, goeie oude tijd, hè schatje!" En hij gooit het ding naar achteren.

Amber zucht opgelucht en pakt haar koffer verder uit.

"Jij hebt nog steeds zo veel kleding he?"

Amber knikt trots: "Ja, en het zijn er alleen maar meer geworden door mijn modellencarrière." Ze pakt een shirtje en houdt het voor zich. "Wat vind je?"

"Pff, modellencarrière. Gewoon een uit de hand gelopen shopverslaving."

Boos stapt Amber naar Appie toe: "Shopverslaving? Hoe kun je!" Ze wijst afkeurend met haar vinger. "Ik werk hard hoor! Jij speelt alleen maar met knopjes! Jij doet alleen maar..." Amber onderbreekt zichzelf. Plots ziet ze achter Appie een vage schim. Amber knippert haar ogen en kijkt verward naar Appie. Dan kijkt ze terug naar de plek waar de schim stond. Hij staat er nog steeds. Ze wrijft in haar ogen, maar in plaats van dat het zwarte gedaante verdwijnt, wordt het duidelijker.

"Ambi Bambi, wat is er?" Appie zwaait met zijn armen.

Amber's mond valt open van schrik. Oren verschijnen en grote, lichtbruine ogen kijken vol woede naar haar. Dan worden rondom de boze ogen een kleine neus, rode lippen en blond haar zichtbaar. De schim legt een hand op Appie's schouder. Het loopt om Appie heen al starend naar Amber.

"Wie ben jij? Wat doe jij daar?" trilt Ambers stem.

De schim komt achter Appie weg. Daar ziet Amber dat het geen voeten heeft. Ze deinst achteruit: "Ga weg!!" Amber's ademhaling versnelt. Ze grijpt naar de schedel op de grond, klaar om aan te vallen, maar de schim laat zich niet tegenhouden. Het zweeft naar Amber toe, zonder een woord te zeggen. De ogen die naar haar kijken spatten vuur.

Dan herkent Amber de persoon: Vera. "WWAAAAAAAAAAAAHHHHHH" Ze knijpt haar ogen dicht. Haar wapen valt op de grond. Haar handen slaat ze voor haar ogen. "NEEEEEEEE!!!!"

"Rustig Amber, ik doe je niks hoor. Ik wist niet dat je zo gehecht was aan je kleding, sorry," zegt Appie verontschuldigend.

Voorzichtig doet Amber haar ogen open. "Vera."

"Ik had niet raar mogen doen over je schoonheid. Het spijt me. En ook sorry van de schedel."

"Vera," hijgt Amber.

"Gaat het?"

"Vera."

"Ik heet Appie, hoor."

Amber kijkt angstig om haar heen. Ze bijt zenuwachtig op haar nagels. Haar hart klopt in haar keel. Dan kijkt ze in paniek naar haar vriend: "Vera, Vera van Wolf...ze was hier!"

De Vergelding Van Sjoe - Het Huis AnubisWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu