Beoordeling ronde 1 opdracht 2 - SylvieThoughts

17 4 16
                                    

SylvieThoughts

Daar zat ze dan, in een bijna leeg cafeetje. Terwijl ze op haar gemak rondkeek, nam Jane voorzichtig een slokje van haar warme chocolademelk.

Het was verrassend rustig vandaag, bedacht ze. Eigenlijk had ze ook niet anders hoeven verwachten (deze zin loopt niet helemaal lekker. Je had beter 'eigenlijk had ze ook niet anders verwacht' kunnen doen). Het was namelijk donderdagmorgen om tien uur. De meeste mensen zijn rond die tijd nog druk met andere dingen. Nuttigere dingen dan katten bekijken in het Amersfoorts Kattenmuseum. (Goed gebruik gemaakt van de subtiele details die je in het verhaal hebt verwerkt.)

Jane begon te gniffelen toen ze dacht aan de leraren die nu op school zaten, pratend over hun voorbeeldige en minder voorbeeldige leerlingen. Dankzij die oersaaie vergaderingen kwam het dat zij hier zat. (Je hebt de opbouw heel mooi gedaan. We weten nu de plaats, tijd, waarom ze hier is en details over de hoofdpersoon. Dit is erg veel, maar je hebt het niet als veel doen overkomen.)

Ze genoot van de rust om haar heen. Gewoon even een momentje voor haar alleen.

Of nou ja... helemaal alleen was ze ook weer niet. Jane keek door het dichtstbijzijnde raam naar buiten, recht het dierenverblijf in. Daar zag ze vele harige wezens rondrennen. Dik of dun, groot of klein, één ding hadden ze allemaal gemeen: het kat-zijn. (Allemaal katten!)

Waarschijnlijk was het, rondom het gebouw waarin ze zich bevond, erg lawaaierig. Maar gelukkig waren de muren van het café geluidsdicht en (omdat het volgende deel van je zin verder borduurt op het eerste deel en een gevolg is van het eerste deel had je hier beter 'dus' neer kunnen zetten in plaats van "en".) niemand hoefde zijn of haar handen op de oren te drukken.

De rustige vrede (klinkt een beetje dubbelop. Vrede is normaal gesproken al rustig) duurde niet langer voort. Met een ruk vloog de deur van het restaurantje open.

Geïrriteerd vanwege de onverwachte herrie draaide Jane zich om.

De boosdoeners waren zwermen kinderen, die uitgelaten naar binnen kwamen stormen. Opvallend was dat ieder lid van deze groep een geel T-shirt droeg. Op alle T-shirts stond in blauwe geschreven: Basisschool Hendrik III. (O nee een basisschool. Ik kan me nu al voorstellen wat voor lawaai dat gemaakt moet hebben.)

Erachteraan kwamen een paar volwassenen. Begeleiders van een schoolreisje, zo te zien.

Ze namen allemaal plaats aan tafels in het vertek.

Helaas ging dat ook gepaard met een hoop geluid, waardoor Jane niet meer kon genieten van haar chocolademelk. (Dit zijn ook weer van die kleine mooie details waar ik het eerder ook al over had. Hierdoor leren we meer over de hoofdpersoon en het brengt het verhaal iets verder.)

Net toen ze besloot dat het tijd was om op te stappen, klonk er een luide klap.

Verrast keek ze op. Wat was dat?

Ze was niet de enige die het geluid gehoord had. Alle gesprekken om haar heen vielen stil. Stoelen werden niet meer verschoven. Obers stopten met hun werk.

Er lag opeens een harig voorwerp op de grond. Gewoon op de plankenvloer, midden in café De Krabpaal. En het was duidelijk dat het daar niet thuishoorde. (Ik kan eindeloos door blijven praten over de kleine details die je in het verhaal verwerkt. Nu de naam van het café. Heel mooi gedaan. Maar ik houd nu wel op over de kleine details want dat weten we inmiddels wel.)

De oorverdovende stilte werd doorbroken door allemaal verraste kreten. Allemaal theorieën vlogen door de lucht, de een nog gekker dan de ander. (Mooi gebruik gemaakt van de tegenstelling stilte-lawaai in je verhaal.)

Maar wat niemand had durven bedenken, was dat het mysterieuze geval gewoon even bij de buren was komen kijken.

Omdat niemand aanstalten maakte om het eens van dichterbij te gaan bekijken, schoof Jane voorzichtig haar stoel naar achteren en stond op. Zo zachtjes mogelijk sloop ze op het kleine monster af (dit klinkt ietwat negatief, al begrijp ik dat ze zo over het beestje denkt). Het laatste wat ze wilde was dat zij als bedreiging beschouwd zou worden en daarom zorgde ze ervoor dat ze laag bij de grond bleef.

Toen ze nog maar een halve meter van het voorwerp verwijderd was, hapte ze verrast naar adem.

Een kat? Overal in dit museum had ze verwacht een kat aan te treffen behalve hier, binnen de veilige muren van het restaurant. (Nu verwerk je ook nog eens humor in je verhaal en maak je het nog beter.)

Behoedzaam stak ze haar arm uit. Nu pas viel het haar op dat de grijswitte vacht van het dier bespikkeld was met allemaal zwarte stipjes. Onnatuurlijk en slordig, alsof iemand per ongeluk verf gekliederd had. (Je hebt een mooie schrijfstijl en dat zit hem echt in de kleine details.)

De kat had haar inmiddels opgemerkt.

Gespannen wachtte Jane af wat er zou gebeuren. Tevergeefs, want hij bleef gewoon uitgestrekt op de grond liggen, duidelijk niet onder de indruk van het vreemde wezen dat hem naderde.

Sterker nog, toen ze haar hand uitstak en zijn vacht streelde, begon hij te snorren. Dat zei genoeg; dit was een poes die mensenhanden gewend was. (Nu even een klein dingetje. Een poes is vrouwelijk en dus wordt er met zij en haar verwezen. In de paragraaf hiervoor verwijs je met hij.)

Nog steeds was het een raadsel waar hij vandaan gekomen was. Jane keek zoekend rond. Was er ergens anders een opening waardoor het naar binnen was gekomen?

Net op dat moment hoorde ze een luide uitroep. 'Een gat in het plafond!'

Iedereen keek omhoog en zag een joekel van een opening. Toen viel er een stukje beton naar beneden, meteen gevolgd door een regenbui aan gruis.

Alle kinderen, begeleiders, medewerkers en overige aanwezigen sprongen vlug achteruit om de zwarte schilfertjes en brokjes te ontwijken.

Jane grinnikte. Dat verklaarde waarom er talloze stippen op de poezenvacht zaten. Die moest hij meegetrokken hebben in zijn val.

Plotseling vloog de deur open. Een man in een overall kwam binnen rennen en griste de kat uit haar handen. (Dit was nogal onverwachts en dat zorgt ervoor dat er ook een beetje spanning in je verhaal komt.)

'Sorry voor de overlast', zei hij en verdween weer.

Teleurgesteld keek Jane naar de deur die achter hem dichtklapte. Ze wist de naam van de poes nog niet.

Nou ja, dacht ze bij zichzelf, de volgende keer beter. (Dit lijkt erop te duiden dat ze ervan uitgaat dat er nog een keer een kat door het plafond komt vallen en dat lijkt me onlogisch.)

Waar ik geen antwoord heb gekregen maar wel vragen over heb is het gat in het plafond en de poes. Een val door een plafond loopt niet altijd goed af, zeker omdat het beestje ietwat verdwaasd rondkeek en nu vraag ik me heel sterk af of het wel goed gaat met de poes. Ook is het gat iets waar je het beste nog iets over had kunnen vertellen. Er kwam gruis uitvallen en dat is zeker in een restaurant een onhoudbare situatie.

Punten:

Zinsopbouw en spelling: 18

Voldaan aan opdracht: 20

Verhaalloop: 18

Diepgang: 16

Creativiteit: 20

Totaal opdracht: 92 punten

Subtotaal ronde: 109 punten

Jij staat hiermee op de 1e plaats.

Waar woorden spreken, schrijfwedstrijd [GESLOTEN]Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu