Boordeling ronde 1 opdracht 2 - woordenmeesteresse

10 2 6
                                    

woordenmeesteresse

"Esmee!" Gilt mijn beste vriendin Sofie. Overduidelijk is Sofie vrolijker wakker geworden dan mij (dan ik). Vandaag is er een extra schooluitje gepland waar ik niet zo vrolijk van wordt (ik word. Hij wordt. Zonder -t dus.). In het kader van een gezonde school gaan we helemaal lopends (lopend. Typfoutje denk ik?) naar een sportpark. Een sportpark, wie verzint dat?! (over het algemeen gebruik je geen ?! in een verhaal. Verontwaardiging moet blijken uit de zin zelf of over hoe jij beschrijft dat het personage eraan denkt.) Als klassenvertegenwoordiger heb ik dit natuurlijk proberen te tegenhouden ('tegen te houden', niet " te tegenhouden"), maar dat mocht niet baten. Wat ik ook heb geprobeerd, het gaat gewoon door. Ondanks het vooruitzicht, steekt de enthousiasme (het enthousiasme) van Sofie steekt (dubbel steekt in je zin. Je kan er een weglaten) mij aan. Na een korte sprintje (een kort sprintje, dus zonder -e aan het eind van kort) bevinden de armen van Sofie (zich) rondom mijn lichaam. (Best een goed begin. Je laat meteen weten wat er staat te gebeuren maar doet dat niet op een manier waar je erg veel informatie over je heen krijgt.)

"Heb je er een beetje zin in, (het is een vraag, dus de komma mag een vraagteken zijn)" vraagt (vraag ik en vraagt hij, dus je mag de -t weglaten) ik aan Sofie. Vol energie knikt Sofie. Haar staart beweegt sierlijk mee.

"Duh, ik hou ervan om actief bezig te zijn." Mijn antwoord is voorspelbaar, dus daar hoeft ze niet naar te vragen. Wanneer ik sport, wordt het mij verplicht. Het is niet iets wat ik haat, maar ik zou het nooit uit mezelf doen. Samen lopen we naar de klas om ons present te melden. Blijkbaar heeft niemand zin in een vervangende opdracht, (deze komma mag je weglaten) want iedereen is aanwezig. Vooraan zijn er nog twee plekjes naast elkaar vrij, (deze ook) dus die nemen Sofie en ik in beslag. Wanneer we nauwelijks stil zitten (deze zin klopt niet helemaal), begint de docent te praten.

Zoals jullie al weten, gaan we zo naar de sportpark om een training bij te wonen van Matteo. Ik verwacht dat jullie je netjes gedragen. De aanwezigheid heb ik net al gedaan, dus we kunnen vetrekken (vertrekken). De klas staat op, klaar om te vertrekken.

Binnen een lange drie kwartier (dit klinkt vreemd. Ik snap het wel, maar je had het beter op een andere manier kunnen verwoorden) staan we voor de sportpark. Een uitdagende parcours is voor ons klaargezet. Een ongeveer 30-jarige man in sportkleding komt voor de groep te staan. Hij stelt zich voor als Matteo. De klas wordt opgesplitst in vier groepen. Sofie en ik komen beide in team 3 terecht.

Aangekomen bij het eerste onderdeel wordt uitgelegd dat je in zeven minuten zo vaak mogelijk door de stormbaan moet gaan. Je begint de stormbaan met een open stuk, dan door twee poortjes, door naar een stuk omhoog en naar beneden door de zeep. De volgende mag pas beginnen wanneer hij of zij wordt aangetikt. Sofie gaat als eerste, maar zonder geluk, door een val lopen we wat achter, maar gelukkig kan Sofie door. Een blessure krijgen past niet bij haar. Halverwege lopen we weer gelijk op schema. Ik mag voor de tweede keer de baan op. Achter me wordt ik aangemoedigd door Sofie. Als ik de terugweg sneller weet uit te voeren, staan wij op kop. Ik mag dan wel niet van sporten houden, fanatiek ben ik wel. Net nadat ik de volgende aantik, horen we een fluitje. We hebben gewonnen! Matteo maakt de tussenstand bekend en we staan op een teleurstellende derde plek.

Na een korte rustmoment begint ronde twee, touwtje springen. Ondanks dat er drie jongens bij ons in het team zitten, doen we het nog redelijk. In team 1 blijft iemand aan het touw haken met zijn voet, waardoor de wedstrijd even stil wordt gelegd. Matteo haalt uit de kantine een ice pack (gebruik zo min mogelijk Engels in een Nederlands verhaal en als je het wel doet, maak het dan schuingedrukt.). Team 1 moet het met een man minder doen. Wanneer de tijd om is, heb ik vertrouwen dat we winnen.

Na een rustmoment maakt Matteo de score bekent. "Team 2 en 3 staan op kop met beide 14 punten, daarna volgt team 1 met 12 punten en team 4 met 9 punten. Zo gaan we honkballen. Er zijn veel punten te verdienen, dus ik vraag jullie nog even jullie aandacht. De spelregels worden uitgelegd. Een homerun, vangbal en een speler binnen halen geven je punten.

Na wat wachten wint team 4 van team 1. Tussen team 2 en ons team mag team 2 beginnen met slaan. Ik vang twee slechte ballen, maar team 2 verdient alsnog 9 punten. Ik betwijfel of we die gezonde taart nog kunnen winnen.

Na de derde slag, loop ik verder naar de een-na-laatste honk. Achter me hoor ik zachtjes een kat miauwen. Hoor ik dat echt goed? "Miauw," klinkt nu iets luider. Ik kijk achterom. In de bosjes zit een oranje vacht. Direct loop ik er heen.

"Wat doe jij hier," vraag ik de kat. Een achterpoot zit verstrikt tussen een draad. Ik aai de kat terwijl ik het draad verwijder. Mijn naam wordt geroepen, maar ik negeer het. Bezorgt komt Matteo aangelopen.

"Gaat het?" Vraagt Matteo.

"Ja hoor," is mijn antwoord. Ik wijs Matteo de kat aan. "Hij was verstrikt geraakt."

"Je weet dat je de winnende punt nu hebt misgelopen, he (Als je besluit om hè in je verhaal te doen, wat ik kan afraden omdat het spreektaal is, denk dan aan het streepje op de è.)." Ik knik.

"Het maakt niet uit, een kat of een dier (dit is weer een beetje ongelukkig verwoord, hiermee impliceer je eigenlijk dat een kat geen dier is) wil ik altijd wel redden."

(Ik miste diepgang in je verhaal en een doel waar het naartoe ging. In een goed verhaal is altijd een doel, iets om te bereiken en daar draait het hele verhaal om. Je hebt je karakter niet heel goed uitgewerkt. We weten niets over dat karakter. Let op de kleine details. SylvieThoughts is daar best goed in, dus misschien kun je haar verhaal lezen om er wat van op te steken. Verder is er nog één ding: let op je spelling. Alleen bij hij/zij/het komt er een -t achter)

Punten:

Zinsopbouw en spelling: 10

Voldaan aan opdracht: 20

Verhaalloop: 10

Diepgang: 10

Creativiteit: 20

Totaal opdracht: 70 punten

Subtotaal ronde: 76 punten

Jij staat hiermee op de gedeelde 13e plek.

Waar woorden spreken, schrijfwedstrijd [GESLOTEN]Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu