Beoordeling ronde 1 opdracht 2 - bemysummer

12 3 0
                                    

bemysummer

Een schoolreisje naar Londen.

Wie had gedacht dat dat een goed idee was, had het mooi mis. En wie had gedacht dat vijfde klassers zelfstandig genoeg waren voor een dropping in Engeland om ons weekend Londen mee af te sluiten, had het al helemaal bij het verkeerde eind. (Het begin zorgt er al voor dat je nieuwsgierig raakt naar de rest van het verhaal.)

Ik liep de hele dropping voorop, want blijkbaar was hun vertrouwen in mij goed genoeg waardoor ik de taak als leidster van de groep graag op me had genomen (Deze zin loopt niet helemaal lekker). Achteraf was dat een slechte keus geweest. Alles was namelijk goed gegaan, tot ik halverwege de nacht erachter kwam dat dit niet de route was die onze docenten voor het schoolreisje hadden uitgestippeld. Maar zolang je maar deed alsof alles goed was — dacht ik — (Je hebt hier het hele kastlijntje gebruikt en dat is helemaal goed! Veel mensen maken hier fouten in door gebruik te maken van het koppelteken of het halve kantlijntje) zou het niet uitmaken dat we verkeerd liepen.

We hadden geen idee hoe laat het was. Maar het wad ('was') zéker al halverwege het einde van de nacht. Ik gokte dat het rond vieren was, maar we zouden het nooit zeker te weten krijgen. We moesten namelijk bij de voorbereiding onze telefoons in leveren zodat we niet vals zouden spelen. En eerlijk, ik had nooit vals gespeeld behalve als ik zeker wist dat wij verkeerd liepen en juist verder van ons hotel vandaan kwamen, in plaats van dichterbij. (Het begint nu een klein beetje langdradig te worden door het telkens herhalen dat ze verkeerd lopen. Ook is het erg veel informatie in een keer. Dat is niet per se slecht, maar in dit geval is het niet heel mooi verwerkt in het verhaal waardoor het wel als veel voelt.)

Maar die docenten waren ook niet zo dom dat ze niet begrepen dat al die kinderachtige jongens — je zou niet eens beseffen dat ze inmiddels in de vijfde zaten (dit brengt humor in je verhaal. Goed!) — misbruik zouden gaan maken van de situatie. Dus uit voorzorg moest het dan maar zonder. (Hier leg je weer erg veel uit en je legt het ook lang uit. Ik heb het gevoel dat je vaak een beetje om je punt heen draait en veel woorden nodig hebt om iets kleins uit te leggen.)

Mijn benen begonnen inmiddels pijn te doen van dat lange wandelen. Ik vroeg me af hoe het bij de rest van de groep zat. Tot nu toe waren ze nog niet aan het klagen, maar het zou niet lang meer duurde voordat ze eindelijk beseften dat we niets meer deden dan rondjes te lopen door een vreemd bos in Engeland.

Ik schrok toen ik naast mij opeens een kat zag lopen. Waar die vandaan was gekomen wist ik niet. Ongelukkig staarde ik de kat aan toen ik zag dat hij zwart was.

We hadden al genoeg ongeluk gehad deze dag en ik vond dat wij het verdient ('verdiend') hadden om niet nog meer ongeluk te krijgen. (Fijn dat we hier wat meer te weten over de hoofdpersoon, namelijk bijgeloof.) En hoewel ik zo erg naar het reisje had uitgekeken, verlangde mijn ziel op dat moment toch wel naar mijn vertrouwde omgeving. Zodra we thuis waren zou mijn lichaam meteen mijn bed opzoeken. Dat besluit stond vast.

Toen ik weer omlaag keek, zag ik dat de zwarte kat nog steeds aan mijn zijde liep. Met een diepe frons keek ik de kat aan. "Psst, ga weg..."

Ik probeerde met mijn voeten de kat de ('te') beangstigen zodat hij weg zou gaan maar het lukte niet. Verwart stopte ik met lopen en besloot me ("me" had je weg moeten laten.) daarna om te draaien. Dan zou de kat wel weg gaan... Tenminste dat dacht ik, want toen ik me omdraaide in de hoop met rust te worden gelaten door de kat bleef hij ook dit keer aan mijn zijde. "Wil je me wat vertellen, vriend?"

Niet veel later stonden mijn benen weer stil. De groep. Waar is iedereen? Waar zijn Noah, Sky, Jonas, Luke en Pip? Was ik daadwerkelijk zo diep in gedachten geweest dat ik niet door had gehad dat de groep helemaal de andere kant op was gelopen?

Ik vervloekte mijn leven met een rijtje scheldwoorden.

"Volg mij gewoon, dan komt alles goed. Pas op, het gaat zo regenen...", klonk er opeens een stem uit het niets. Geschrokken slaakte ik een gilletje. "Niet bang zijn meisje. Ik ben inderdaad je vriend. Zwarte katten brengen niet altijd ongeluk... Dus, hup. Volg mij." Volgens mij werd ik gek. Het zal de angst wel zijn die me gek maakte. Een kat kon niet praten... (hier begint er eindelijk wat te gebeuren in het verhaal. Ik zou zeggen dat het hier pas echt begint, want het hele stuk hiervoor voelde als een intro.)

Toen ik naast me keek, was de kat weg. Even wilde ik opgelucht adem halen, maar al snel zag ik dat hij vooruit gelopen was. Nieuwsgierig volgden mijn benen de zwarte kat, want ik besefte dat de kat écht tegen mij had gepraat. Dus moest ik maar hopen op een wonder. Deze dag was al raar genoeg, dit kon er vast ook nog wel bij.

De kat begon zijn pas te versnellen. Inmiddels kwam er regen met bakken uit de hemel vallen.

Druppels water dropen van mijn natte haren af maar ik besloot het maar te laten voor wat het was. Ik wilde de kat niet uit het oog verliezen.

Daar was de groep! Opgelucht haalde ik adem en holde naar de groep toe. Alleen toen ik achterom keek, was de kat verdwenen. Ik moet het me verbeeld hebben, dacht ik... Grapjas.

(Pas halverwege het verhaal gebeurde er iets en kwam er een doel in je verhaal. Het hele stuk daarvoor was de introductie om ernaar toe te werken. Probeer in het vervolg dat stuk korter te laten. Je kunt tijdens het verhaal ook nog die stukjes informatie terloops laten vallen.)

Punten:

Zinsopbouw en spelling: 15

Voldaan aan opdracht: 20

Verhaalloop: 10

Diepgang: 15

Creativiteit: 20

Totaal opdracht: 80 punten

Subtotaal ronde: 92 punten

Jij staat hiermee op de 9e plaats.

Waar woorden spreken, schrijfwedstrijd [GESLOTEN]Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu