Hoofdstuk 16

24 4 5
                                    

De volgende ochtend lig ik wakker in mijn bed. Het bed is vrij groot en ik heb best goed kunnen slapen. De vroege zon schijnt door het raampje naar binnen.

Ik neem me voor om me eerst te douchen, zodat ik me wat kan verfrissen. Gisteren was een helse dag en ik voel me gelukkig al beter.

Ik kleed me uit en ga in de douche staan. Er zijn veel verschillende knopjes die ik kan gebruiken. Ik kies voor een knopje en vervolgens komt er een heerlijke rozengeur in de douche terecht.

Ik heb nog nooit gedoucht, omdat we thuis enkel een bad hebben. Hierin moet je rechtstaan terwijl je je wast, en dat is heel anders vergeleken met het bad dat we thuis hebben.

Na een paar minuten ben ik weer helemaal proper en opgefrist. Ik merk dat de rozengeur nog steeds op mijn lichaam zit.

Daarna ga ik naar de woonkamer van de trein, waar ook de tafel staat met allemaal eten op. Er is altijd heel veel eten, meer dan ik me had kunnen voorstellen.

Na het eten neem ik wat tijd voor mezelf en daarom ga ik weer terug naar mijn kamer.

Ik zet de televisie aan. Het scherm is enorm groot en heel modern vergeleken met de oude bak die wij thuis hebben.

Het scherm springt aan en ik zet me op bed om te kijken. Het gezicht van Caesar Flickerman verschijnt, terwijl hij uit legt over de vorige Hongerspelen.

Hij heeft nu een opvallend fluogroen kapsel aan. Hoewel ik de kleur totaal niet mooi vind, vind ik wel dat de felle kleuren hem staan.

Als hij de normale neutrale haarkleur zou hebben, zoals zwart of donkerbruin, dan zouden de speler er erg droevig uit zien -wat het ook wel is- en dat willen de spelmakers vermijden door het vrolijk te maken met felle kleuren.

Mijn aandacht gaat weer naar wat hij te vertellen heeft. Hij spreekt over de vorige Hongerspelen, de 62ste. Toen waren er veel beroeps bij die beter getraind waren dan anders. Zo waren de spelen snel gedaan.

Hongerige jongens -en verrassend ook meisjes- die meteen op hun vijanden of gingen en die alleen uit waren op doden. Het was een gruwelijk Hongerspelen geweest.

Het beeld gaat van Caesar Flickerman tot de beelden naar hoe het groepje van de Beroeps hun slachtoffers maken.

Ik moet op mijn tanden bijten om niet weg te kijken. De beelden zijn gruwelijk.

Eindelijk kan ik weer een beetje kijken. Op het beeld is het nacht. Het beeld is nog steeds gefocust op de zes Beroeps, die allemaal liggen te slapen.

Als het beeld wordt uitgezoomd, komt er een ander persoon in beeld, ik kan niet goed onderscheiden of het een meisje of een jongen is. Ik kan wel zien dat de persoon een pijl en boog vast heeft.

De persoon zit in een boom, vlak boven de Beroeps en spant zijn boog aan. Niet veel later zit de pijl in het lichaam van één van de Beroeps.

Het beeld verspringt weer op Caesar Flickerman, wat ik wel jammer vind omdat ik toch best benieuwd was naar hoe het zou af lopen.

En dat, lieve kijkers, noemen we slim zijn. Om te overleven moet je slim zijn, heb ik gelijk mensen?

Hij lacht uitgebreid, maar ik heb nu even geen aandacht meer voor wat hij zegt. Slim zijn, herhaal ik in mijn hoofd. Dat zou wel eens een goede tactiek zijn.

Op de één of andere manier heb ik bewondering voor de persoon die in de boom zat. Hij of zij had één -of misschien wel meerdere- Beroeps gedood, zonder ook maar gewond te raken.

De 63ste HongerspelenWhere stories live. Discover now