Sterre

163 9 1
                                    

Elke dag van mijn leven draag ik een geheim bij me. Ik ben geadopteerd maar dat is niet mijn geheim, mijn geheim is mijn naam. Als mensen mijn echte naam zouden weten zouden ze waarschijnlijk mijn handtekening willen. Nu heb ik de naam Mary. Dat is eigenlijk mijn tweede naam. Mijn echte naam is Sterre. Niemand weet dat alleen mijn echte familie. Ik heb nog contact met ze. Mijn mama weet bijna alles, ze weet wie ik ben maar gedraagt zich er niet anders om. Ik beschouw haar als mijn echte mama. Ik ken en weet wie mijn echte mama is. Ik zie haar één keer per maand. Daarvoor moet ik elke keer weer naar Finland. Daar woont ze immers. Mijn mama kan niet naar hier komen. Ze heeft het te druk met het land te besturen. Niet veel mensen weten van mijn bestaan af. Ik ben de troonopvolgster. Als mijn moeder en mijn vader sterven en geen andere erfgenaam hebben op dat moment zal ik op de troon komen te zitten. Ik wil de troon helemaal niet. Vijf jaar geleden hebben ze me laten kiezen of ik de troon wou. Mijn mama wou dat ik een kans had op een normaal leven. Ik ben blij dat ze me die kans heeft gegeven. Ik weet eigenlijk niet veel over haar. Hier ben ik geen prinses, mijn moeders weten niet alles over mij zoals ik al zei. Eigenlijk ben ik niet bijzonder. Thuis ben ik mezelf en op school ben ik niemand. Ik word gepest eigenlijk maar het kan me niet schelen! Het klinkt misschien raar maar het kan me echt niets schelen. Ik heb liever dit leven dan een leven dat ik zou hebben als ik prinses zou zijn dan zou de pers me lief hebben en de hele wereld eigenlijk ook. Maar dat wil ik niet. Ik heb vrienden en vijanden dat is genoeg. Ik ben best wel slim dat kan ik wel zeggen over mezelf, ik haal negens en tienen. Ik denk dat mijn pestkoppen zicht eraan ergeren dat ik mijn kop niet laat hangen maar ik heb geen reden omdat te doen. ik weet wie ik ben en dat is genoeg. Ik verlaat mijn warme bed. Het is winter, mijn kamer is nog koud. Mama vergeet de verwarming telkens weer aan te zetten. We hebben niets tekort mijn biologische mama betaalt het huis en alles wat we nodig hebben daarom heeft mama eigenlijk geen baan nodig maar toch werkt ze. Ze wil niet de hele dag thuis zitten niksen. Ik trek kleren uit mijn kast. Ik doe een simpele outfit aan: een kleedje tot aan mijn knieën met een col. Het is een winter kleedje. Ik hou van de winter, veel liever de winter dan de zomer. Ik haat de herfst, het is het stomste seizoen dat er is.
Snel poets ik mijn tanden. Ik hoef niet te wachten tot ik mijn eten op heb, ik ontbijt niet. Mijn haar zit altijd in de knoop na het slapen. Ik doe er tien minuten over totdat mijn haar eindelijk uitgekamd is dan loop in naar beneden.
"Hey, mam."
"Hey, schat. Heb je goed geslapen? Vergeet niet dat je volgende week naar Anke gaat hè ?" Hoe kon ik dat nu vergeten Anke was mijn biologische moeder.
"Ja mam ik weet het. En ja ik heb goed geslapen. Ik ga hè !?" Ik liep de deur uit en mijn taxi stond al op de oprit. Michael kwam me elke dag oppikken. Hij was een jaar ouder dan mij. Hij was best wel leuk.
"Hey, wat zie je er leuk uit vandaag!": zei hij.
"Dank je wel voor het compliment dat ik er vandaag goed uitzie." ik gaf hem een knipoog. Ik knipoogde altijd naar hem. Dat was zo ons ding, ik knipoogde naar hem en dan deed hij hetzelfde. Het was best wel grappig.
"Heb je goed geleerd voor het examen?" : vroeg ik.
"Ja tuurlijk. Het is Wiskunde! Jij hebt makkelijk praten jij kent alles in twee minuten!"
"Haha, dat is niet waar. Ik ben mega goed in Frans!": zei ik sarcastisch.
"Ooh, nee. Een acht voor Frans. Straks ga je er nog dood aan!": hij aapte mijn sarcastische toon na.
"Jij doet precies of ik alles meteen kan! Dat is dus niet! Ik werk voor mijn punten in tegenstelling tot ander..." Ik keek hem aan. Hij moest grinniken. Speels gaf ik hem een duw op zijn arm. Het leek dat hij zich pijn had gedaan maar dat was absoluut niet zo. Zijn armen waren daar veel te ze sterk voor. Ik weet niet wat met ze doet maar ze zijn zo gespierd. Dat ik denk ik meer pijn heb dan hem al ik hem speels sla op zijn armen. Als we bij de school aankomen mindere hij vaart.
"Wat is er?" Hij wijst naar iets in de verte. Er staat een limo met de vlag van Finland. Dat kan niet waar zijn! Ze zou nooit naar België komen, ze heeft daar geen tijd voor! Wat komt ze hier in godsnaam doen. Mijn ademhaling begint te versnellen. Snel roep ik mezelf tot orde.
"Rij gewoon door. En negeer die limo. Wie kan er in zitten de koningin?" Wantrouwig keek hij me aan. Ik glimlach verlegen. Maar knikte en begon te rijden. We waren bijna bij zijn plaats op schoolparking aan gekomen als er een man zegt dat we moeten stoppen. Ik slik. Ik stap uit de auto en loop naar de man toe. Ik ken hem de vorige keer dat ik bij mijn biologisch moeder was bracht hij me terug naar het vliegveld.
"Wat is er aan de hand?" : vroeg ik op een luide fluistertoon.
"Ik moet je dit afgeven. Ik zou maar doen wat er van je gevraagd wordt."
"Wat wil ze?": mijn ogen stonden paniekerig. Ze ging toch niet zeggen dat ik bij haar moest gaan wonen ofzo?
"Lees het en je zult het weten." Toen ging hij weg en liet me achter met een brief in mijn hand. Een vriend van me, Lucas. Wou de brief uit mijn hand trekken maar ik was te snel en zette he' in mijn broekzak zodat niemand erbij kon. Zuchtend liep ik naar binnen. De bel was gegaan. Voor een keer was ik blij dat die was afgegaan. Hij had me van starende blikken gered. Iedereen ging zitten en de leerkracht deelde de proefwerken uit. Moest het vandaag juist zijn dat ik zo een brief kreeg? Ik moest me concentreren op mijn examen! Ik zette alles uit mijn hoofd en begon.

Toen we naar huis mochten vluchtte ik de klas uit met Michael achter me aan getrokken.
"Waar wil je zo dringend naartoe?"
"Huis! Ik wil hier niet langer blijven dat nodig is!" We begonnen sneller te lopen. Al snel waren we bij zijn auto.
"Wat staat erin die brief? Als ik vragen mag."
"Je mag, maar ik weet het nog niet. Als ik thuis ben ga ik hem pas lezen." Hij knikte en we reden door. Bij mijn huis ging ik snel naar binnen.
"Als er iets is bericht of bel me dan hé. Tot morge Mary!" : riep hij me na. Ik keek niet om en stapte door de voordeur door.

Mijn aangeboren geheim [ON HOLD]Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu