Ada

597 27 3
                                    


-------FLASHBACK-------

Zonder haast loopt Wolfs de trap af, naar beneden. Zodra hij de ruimte binnenloopt snuift hij de typische geur op die hier rondhangt: de geur van thuis. Hij zou zich na al die jaren niet meer voor kunnen stellen dat hij hier niet meer zou wonen. De grote keuken voor hemzelf is werkelijk als een gift, om nog maar te zwijgen over de mooie vrouw met de lange, bruine haren, die hier ook woonachtig is. Voorzichtig breekt hij zijn eitje open boven de, inmiddels warme, koekenpan. Vanaf het eerste moment dat Wolfs Eva zag, was hij verkocht. Zij hoort bij hem. Ze flirten met elkaar. Soms bewust, een enkele keer onbewust. De laatste tijd is er flink wat vooruitgang geboekt. De twee zijn voorzichtig een relatie aangegaan. Niemand mocht er van weten en veel woorden zijn niet gebruikt om de band tussen de twee te bevestigen, maar laten we het er op houden dat het voor beide partijen duidelijk werd, zo'n vier weken geleden. Wanneer hij twee eitjes heeft gebakken, legt hij er één op een boterham en neemt hij plaats aan de houten keukentafel. Regelmatig is er spanning te voelen tussen de twee individuen. Als hij er aan haar denkt voelt hij het tintelen in zijn onderbuik. Ditzelfde gevoel is aanwezig wanneer ze hem aankijkt. Zijn wangen verkleuren soms en een enkele keer is hij even van zijn apropos. De vrouw - over wie we het net hadden -  haalt hem uit zijn gedachten. 'Smakelijk.' zegt ze met een glimlach rond haar lippen. Ze staat aan de andere kant van de tafel naar hem te kijken. Waarschijnlijk al een hele tijd.  'Oh, Eef,' begint hij met volle mond, 'ik heb ook een eitje voor jou gebakken.' Hij wijst naar het gasfornuis en staat op, nog kauwend op zijn voedsel. Haar verbaasde gezicht blijft niet onopgemerkt.  'Ja, ik dacht...' Gaat hij verder 'Je zal er vast wel eentje lusten. Ik heb de dooier heel gelaten.' Hij knipoogt. Zo eet ze haar eitje het liefst. Hij schept het eitje uit de pan en legt het op een witte boterham. Ze staat inmiddels naast hem en pakt het bord aan. Hun blikken vinden elkaar.  Even staat de wereld stil voor de man met zijn grijze pantalon en witte blouse. Hij buigt zich voorover en drukt een kus tussen haar wang en haar lippen. Ze draait zich snel om. Ze bloost. Hij zag het wel. Hij loopt terug naar de keukentafel en gaat opnieuw op de stoel zitten. Ondertussen blijft hij naar haar kijken. Wanneer Eva naar het kruidenkastje rijkt kan hij het niet laten om een opmerking te maken. 'Keukenzout, hé...' Ze geeft hem de dat-weet-ik-nu-wel-blik.

Een uur later zitten de twee in de auto richting het bureau. Wolfs is bezig met een appje te sturen naar Fleur: de wekelijkse update. De telefoon van Eva gaat. Ze neemt op. 'Eva.' Begint ze. Ze knikt, humt een aantal keer en drukt dan het gesprek weg. 'Dat was Mechels. De vingerafdrukken op het wapen zijn inderdaad van Romijn Vizee. We gaan er meteen heen om hem aan te houden.' Ze kijkt naar rechts, naar haar partner. Geen reactie. Helemaal  in zijn telefoon gezogen, lijkt wel. Ze besluit het zo te laten. De laatste tijd verliep het contact tussen Fleur en Wolfs niet bepaald soepel. Hij neemt het haar heel erg kwalijk als ze niet meteen of kortaf reageert. Hij verwacht natuurlijk een heel verhaal, zoals hij zelf ook stuurt. Eva heeft hem er al een aantal keer op gewezen dat Fleur haar eigen leven heeft en dat hij haar gewoon eens moet opzoeken in Brazilië. Als de wagen tot stilstand komt stapt Eva uit. Ze staat naast de auto met haar portier in haar hand en kijkt naar haar partner. Wolfs blijft zitten en is nog steeds uiterst geconcentreerd bezig met zijn bericht. 'Wolfs,' Probeert ze nog een keer. 'Ja... ja, Ik kom er zo aan. Even mijn zin af-' Eva heeft geen tijd om te wachten. Ze sluit het portier en loopt, al heupwiegend, naar de voordeur van de familie Vizee. Ze kan de man best alleen arresteren. Daar had ze haar collega - of partner - niet voor nodig. Met haar wijsvinger drukt ze op de bel. Wanneer ze na enkele seconden nog muisstil blijft, klopt ze met haar vuist drie maal op de houten deur. 'Romijn Vizee? Politie. Open doen.' Zegt ze uiterst kalm. Weer geen antwoord. Dit keer laat ze haar vinger seconden lang op het knopje rusten. Nog steeds geen gehoor. Ze besluit achterom te gaan en werpt ondertussen nog een blik richting de Jeep. De situatie is niet veranderd. Vastberaden loopt ze het erf van de boerderij op. Ze kijkt rond, ziet niemand. Het ziet er erg verlaten uit. Via het binnenplein loopt ze naar de achterdeur  en klopt aan. 'Politie! Open doen!' Haar stem is inmiddels iets minder kalm. Er wordt weer niet open gedaan. Wat een verassing. Ze zet een paar passen opzij en tuurt naar binnen. Niets. Niemand.

De Stille Strijd (Flikken Maastricht)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu