Let op: dit deel bevat een heftig onderwerp, betreft verkrachting. Bedenk voor jezelf of je dit wil lezen.
1 week in Brazilië
-------FLASHBACK-------
Dagen kruipen voorbij. Inmiddels was het al weer een week geleden dat Eva voor het laatst in Nederland was. De angstige blik in de ogen van haar partner staat op haar netvlies gebrand. Ze kan zich de gebeurtenis herinneren alsof het de dag van gisteren was. De eerste paar dagen kon ze alleen maar huilen. Ze at bijna niet. Het enige positieve was dat Bols nauwelijks langs kwam in de betreffende kamer. Tijdens de autorit van Maastricht naar Schiphol had Jens haar duidelijk gemaakt dat ontsnappen geen zin zou hebben. Vol trots vertelde hij haar over zijn connecties op Schiphol, die hen zouden begeleiden. De vlucht zelf was ook niet bepaald rustgevend geweest. Ze zat tussen twee mannen in. Zijzelf in het midden, Jens Bols naast het raampje en de spierbundel langs een gangpad. De overige drie heren zaten een rij achter haar. In het toestel hoorde ze het personeel de eindbestemming omroepen. Brazilië. Vanaf het vliegveld van Natal was het - voor haar gevoel, dan - uren rijden voordat ze op de eindbestemming aankwamen. Het zou best kunnen zijn dat het in werkelijkheid veel minder was, maar ze had geen indicatie van tijd. De blinddoek voor haar ogen en haar vastgebonden handen hielpen haar ook niet. De oud officier van justitie had geen moment van haar zijde geweken en was naast haar in het busje gaan zitten. De andere figuren namen ergens anders in het voertuig plaats. In het begin probeerde ze de bewegingen van de auto te onthouden, maar ter vergeefs. Na een aantal minuten was ze haar gevoel voor richting kwijt. Dan maar tellen. 1106, 1107, 1108. Ze moest zichzelf er toe zetten om de tel niet kwijt te raken. 1109, 1110, 1111, 1112. Haar concentratie was slecht. Ze was moe en had honger. 1113, 1114, 1115... Of was het 1113? Tijdens een scherpe bocht verloor Eva haar evenwicht en dus ook de getelde tijd. Ze stootte tegen Jens Bols aan. Het tierap sneed om haar polsen. 'Och, Ada toch...' Had hij gezegd, terwijl Eva snel terug rechtop ging zitten. Meteen had hij zijn hand op haar bovenbeen gelegd. 'Zo,' Zei hij.
Nu ligt ze op het witte dekbed van een groot, zwart hemelbed. Het is een donkere kamer, zonder ramen. Een nachtkastje staat naast het bed met daarop een bureaulampje. Op deze manier kan ze toch nog iets zien van de kamer waarin ze ligt. Ze draagt een fluwelen jurkje met blauwe en gele accenten. Haar beide polsen zijn los van elkaar vastgebonden aan een ijzeren ketting, die vastgemaakt zit aan de spijlen van het bed. Door de ketting nemen haar armen een gestrekte positie aan. In dezelfde ruimte staat, naast het bed en het nachtkastje, een houten stoel en een kledingrek met diverse - naar haar mening - tuttige jurkjes. Enkele camera's zijn geïnstalleerd in verschillende hoeken van de ruimte. Een kelder? Ze heeft geen idee. Haar blik valt op haar armen. Een aantal blauwe en paarse plekken hebben een afdruk gemaakt in haar huid. De rest van haar lichaam is minder pijnlijk. Ze wordt redelijk gespaard wanneer ze, naar de mening van Bols, iets verkeerd doet. De persoon die niet werd gespaard wordt, is Denise.
Geklop op de deur maakt dat Eva haar hoofd wendt naar waar het geluid vandaan komt. Bols loopt kalm de kamer in en sluit de deur direct achter zich. Hij blijft staan en knipt de schakelaar van de plafondlamp aan. Hierdoor ontstaat er gelijk meer licht in de donkere ruimte. Haar hart slaat met de seconde sneller. 'Ada...' Fluistert hij zacht. Er vormt een voorzichtige glimlach rond zijn lippen. Ze spant haar spieren aan. Haar ademhaling is onregelmatig en haar ogen vullen zich direct met tranen van woedde en pijn. Haar positie is niet bepaald aangenaam. Hij zet een aantal stappen richting het hemelbed. 'Hoe maakt u het?' Gaat hij verder, alsof er niets aan de hand is. 'Maak me los. Doe niet zo idioot, Bols.' Hij schudt zijn hoofd en neemt plaats op de rand van het bed, ter hoogte van haar heup. 'Ik ken u al langer dan vandaag. Ik weet wel wat u voor mij voelt, u durft het alleen niet te uitten.' Nu is het de beurt aan Eva om met haar hoofd te schudden. 'Jij bent ziek. Dit is krankzinnig.' Ze probeert zich in te houden om niet meteen te gaan gillen of schelden. Ze wil met hem praten, misschien lukt het haar wel om hem op andere gedachten te brengen. De tweede reden voor haar semi rustige gedragingen, is de spierbundel. Elke keer wanneer Bols de kamer binnenkomt en zij begint te gillen, vragen te stellen of haar kaken stijf op elkaar houdt, komt hij in actie. Hij is de persoon waar Eva de blauwe plekken van heeft. Hij knijpt haar in haar armen. Het put haar uit. De pijn en het eindeloze verzet put haar uit. Elke keer verzet ze zich en spant ze haar spieren aan. Naar verloop van tijd doet dan alles pijn en ligt ze als een hoopje ellende aan de kettingen.
De man ontdoet zich van zijn schoenen en zet ze keurig netjes naast elkaar. Vervolgens kruipt hij het bed op. Hij pakt haar enkels vast en schuift ze uit elkaar. Stevig houdt hij ze vast. 'Ik waarschuw u, mevrouw von Vengen.' Hij lijkt haar al door te hebben. Hij gunt haar een strakke, strenge blik. Een gelijkwaardige blik ontvangt hij echter ook van haar. Wanneer hij haar enkels voorzichtig loslaat en naar voren wil kruipen, trapt Eva met haar benen richting zijn gezicht. Ze kreunt flink en een traan rolt over haar wang van angst en pijn in haar armen. Ze voelt de verzuring. Ze raakt iets met haar rechtervoet. Zijn bril. Het valt op de grond. De man tussen haar benen reageert snel op haar aanval. Uit een impuls trekt hij zich terug en stapt vliegensvlug het bed af. De kalmte van eerder was niet meer terug te vinden. 'Dit was een grote fout, Ada.' Eva hijgt flink. Haar lichaam laat haar in de steek. Drie trappen totaal. Meer energie heeft ze gewoon niet. De conditie die ze had en waar ze zo trots op was, is verdwenen als sneeuw voor de zon. Ook is het niet te ontkennen dat haar armen nu enorm onder druk staan.
De man laat het er niet bij zitten. Inmiddels waren de spierbundel en één van de andere beveiligers ook gearriveerd in de kamer. Ze hoort ze praten. Ze doet haar best het te verstaan, maar ter vergeefs. De spierbundel loopt met grote passen de deur uit. Het duurt echter niet lang voordat hij terug is, met nog twee kettingen. Hij geeft er één aan de andere man en samen binden ze haar enkels vast, na licht verzet van Eva. Haar benen liggen nu in een wijde v-positie op bed. Goddank: ze draagt een onderbroek onder haar jurkje. De heer Bols kijkt haar met een gevoelloze blik aan. Had de man dan echt geen medelijden? De mannen verdwijnen uit de kamer. Bols loopt terug naar de vrouw. Zijn vrouw. 'Waar was ik gebleven?' Ze schudt haar hoofd en jammert dat ze niet wil. Hij neemt opnieuw plaats neemt tussen haar benen. 'Ik heb u een week de tijd gegeven om te bekomen.' Eva snokt een aantal keer met haar armen en benen, in de hoop dat de kettingen los schieten. De pogingen zijn ter vergeefs. Het was te proberen. Hij schenkt er geen aandacht aan. Hij buigt zich naar voren en houdt hij haar gezicht met beide handen vast. 'Wij horen bij elkaar, Ada. Ik weet dat jij net zo naar mij verlangt als ik naar jou... Je durft alleen niet.' Hij staart haar aan in haar heldere blauwe ogen. 'Waarom?' Vraagt ze zacht wanneer hij met zijn hoofd steeds dichterbij komt. Vlak voor haar lippen stopt hij en trekt zich daarna terug. Hij kijkt haar bedenkelijk aan. 'Waarom moest hij dood? Waarom moest je per sé mij hebben? Waarom doe je dit?' Hij slaakt een diepe zucht. 'U stelt te veel vragen. U weet wat er gebeurt als u niet luistert.' Ze slikt en besluit zich gedeisd te houden. Hij strijkt met één hand door haar haren. Na deze handeling een aantal keer te hebben herhaald, ontdoet de voormalig officier van justitie zich ondertussen van zijn blauwe polo en zijn korte broek. Ze kijkt hem met grote ogen aan en noemt zijn naam een aantal keer. Ze krijgt geen gehoor. Alleen zijn boxershort en sokken draagt hij nog. En zijn bril. Bols schuift nog dichter naar haar toe en buigt zich voorover. Eva perst - net op tijd - haar lippen op elkaar. Nog voordat hij zijn lippen op die van haar laat rusten, sluit hij zijn ogen. Voorzichtig beweegt hij zijn lippen over haar huid heen. Hij breekt de kus af wanneer hij merkt dat Eva tegenstribbelt. Hij kijkt haar met een brede grijs aan. 'Jij...' Zegt hij met een lach, terwijl hij met zijn wijsvinger wijst als een schooljuf. Hij schudt zijn hoofd en zijn grijns lijkt alleen maar groter te worden.
'Waarom, Bols?' Vraagt ze hem wanneer hij zich aankleedt. 'Het is meneer Wulff voor jou.' De vrouw met de paardenstaart heeft geen idee wat haar ten oren komt. Hoe moest ze hem noemen? Ze schudde haar hoofd. 'Nooit. Nooit zal ik jou zo noemen.' Hij keek enigszins teleurgesteld, maar hij had ook niet anders verwacht. 'Nog niet, Ada... Nog niet.' Kalm verliet hij de kamer. Hij liet haar achter. Alleen.
JE LEEST
De Stille Strijd (Flikken Maastricht)
FanficVOLTOOID. Dit verhaal is gebaseerd op seizoen 11, aflevering 10 De keuze (slot). Fleur is nooit teruggekeerd naar Nederland.