Hoofdstuk 2

31 2 0
                                    

Een flats water over mijn gezicht maakt me wakker. Naar adem happend doe ik mijn ogen open. 'En zo maak je haar dus wakker. Niet zo moeilijk, toch?' Ik herken de stem meteen. Voor me zie ik het roodharige meisje. Ze zit met haar rug naar me toe. Naast haar zitten twee kleinere meisjes. De ene heeft bruin haar en de andere bruinrood. 'What the hell is dit?' roep ik kwaad. 'Dit zijn Sally en Lazari, weet je nog?' zegt het meisje. 'Is het je nog steeds niet duidelijk dat ik niet weet wie jij bent? Laat staan dat ik weet wie deze kinderen zijn?' Het meisje genaamd Sally kijkt naar het roodharige meisje. 'Snow was een stuk liever, hoor. Weet je zeker dat dit de juiste is?' vraagt ze aan haar. 'Ja, dat weet ik zeker. En ik weet ook zeker dat ze zich haar eigen zelf weer zal herinneren als we op onze bestemming zijn,' antwoordt ze. Ik kijk op en vraag licht beangstigd: 'Ehm, welke bestemming?' 'We gaan op vakantie en jij gaat met ons mee!' roepen Sally en Lazari in koor. 'Wát?!' Ik merk nu pas dat de omgeving waarin ik ben licht op en neer wiebelt. We zitten zo te voelen in een auto. Ik kijk om me heen. Nu pas wordt het duidelijk waarom de drie meiden bijna zwart zijn. De autostoelen zitten voor hun achterhoofd. 'W-Wat...' Ik probeer mezelf te bewegen, maar het lukt niet. Ik kijk naar beneden en zie dat ik vastgebonden zit aan mijn stoel. 'Wat is dit nou weer?! Maak me onmiddellijk los!' gil ik. 'Kan dat ding niet stil zijn? Snow was veel braver,' klinkt het naast me. Ik kijk naar mijn rechterkant en zie daar een ouder meisje zitten met bruin haar en groene ogen. Althans, dat dacht ik. Als ze zich naar mij omdraait zie ik dat er in de plaats van haar ene oog een kleine klok zit. Geschrokken staar ik haar aan. 'Wat? Probleem?' vraagt het meisje bits. Ik voel een hand op mijn hoofd en kijk naar mijn andere kant. Daar zit een jongen met een grijze hoodie en een zwart masker. 'Ze lijkt wel precies op Snow nu. Haar oren en staart zijn ook terug,' zegt hij. 'Waar heb je het over?' vraag ik verbaasd. De jongen zit aan iets op mijn hoofd wat er eerst nog niet was. Ik kijk in de weerspiegeling van het raam en zie tot mijn grote schrik dat er twee puntige, witte dingen aan mijn hoofd vast zitten. 'Waarom schrikt ze zo?' 'Is Snow vergeten hoe ze eruitziet?' 'Ik snap niet waarom ze zo raar doet...' Het wordt me allemaal even te veel. 'Ik ben hier pas net en ik ken jullie niet eens! Kunnen jullie op z'n minst niet even vertellen wie jullie zijn?' jammer ik. Het blijft even stil. Het roodharige meisje komt uiteindelijk aan het woord: 'Het spijt ons. Ik zal me even voorstellen: mijn naam is Alina. De twee meisjes zijn Sally en Lazari, maar aan hen had ik je al voorgesteld.' Ze wijst naar het meisje met het uurwerk in haar oog. Dat is-' 'Clockwork,' onderbreekt het meisje Alina. 'En ik ben Hoodie.' Ik kijk naar de jongen met de grijze hoodie die naast me zit. 

Aparte namen, maar oké... Ik weet ook niet wat ik hier kan verwachten.

'Ehm, oké... Mijn naam is Angela,' zeg ik zacht. 'Maar jullie kunnen me Snow noemen, als jullie dat willen,' voeg ik er snel aan toe. Ik probeer een beetje op te staan, maar dat lukt niet omdat ik vastgebonden zit. 'Wat is er?' vraagt Lazari. 'Ten eerste vind ik het superfijn dat ik vastgebonden zit,' begin ik sarcastisch. Alina onderbreekt me al: 'Sorry. Maar jij bent af en toe zo venijnig als een vos- ehh, kat bedoel ik.' Kat? Hoezo dat nou weer? Hoodie giechelt en zegt: 'Ik denk dat je op je eigen staart zit.' 

Pardon?

Ik steek mijn hand onder me voor zover ik dat kan en even later vis ik inderdaad mijn eigen staart onder mezelf uit. De zenuwen borrelen verder op. Mijn oren gaan omlaag en ik begin een soort van angstige piepgeluidjes te maken. 'Aw, Snow. Ben je bang van jezelf aan het worden?' vraagt Alina. Ze draait haar hoofd om haar stoel heen en kijkt me aan. 'Wij weten gelukkig wel waardoor jij je beter gaat voelen.' Ik kijk Alina vragend aan, terwijl zij naar Hoodie knikt. Hij steekt zijn hand uit naar mijn hoofd, maar ik vertrouw het niet. In een reflex schiet ik een stukje omhoog en probeer hem in zijn hand te bijten. 'Rustig maar! Ik doe je niks. Ik probeer je gewoon te helpen ontspannen,' zegt hij kalm. Hoodie doet het nog eens en dit keer blijf ik zitten, maar nog steeds op mijn hoede. Één verkeerde beweging en zijn hand ligt open. Hij brengt zijn hand naar mijn oren en begint erover te aaien. Eerst voelt het redelijk vijandelijk, maar doen voelt het best comfortabel. Er stijgt een laag gesnor op uit mijn keel en ik ga een beetje tegen Hoodie aan liggen. Al snel maakt het zachte hobbelen van de auto me slaperig en even later ben ik dan ook vertrokken.

•𝕋𝕙𝕖 ℙ𝕖𝕥• 𝔸 𝕟𝕖𝕨 𝕓𝕖𝕘𝕚𝕟 | (𝔻𝕌𝕋ℂℍ)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu