Chapter 4

19 2 19
                                    

"POV Zola, 13 jaar geleden."
"Mama, mama!" Lach ik. We zitten met zijn drieën in de auto. Ik, papa en mama. Vandaag word ik 4 jaar oud, en we gaan versieringen halen en bakspullen, voor de taart.

Maar dat ging niet zo als gepland..

Papa verloor zijn zicht, hij werd duizelig. We reden over het kruispunt heen, terwijl het stoplicht op rood stond. We reden in 2 auto's, en heel onze auto was kapot. Ik was buiten westen, net zo als papa en mama.

Een paar uur later, werd ik wakker in iemand zijn bed. Ik had vreselijke hoofdpijn. Ik raakte in paniek, omdat ik niet wist waar papa en mama waren.

"Je bent eindelijk wakker, we waren zo bezorgd om je! Alles gaat voor de rest goed maar.." een man, een vrouw, en een jongetje komen de kamer ingelopen. Het jongetje is ongeveer even oud als ik. "Maar..?" Vraag ik piepend.
"Je ouders hebben het niet gered." Zegt de man, met heel veel medelijden in zijn stem. De vrouw heeft tranen in haar ogen. Net als het jongetje. Ik begin heel hard te huilen. Het jongetje geeft een knuffelbeer aan mij, die hij in zijn handen had. Ik probeer te glimlachen, maar het lukt gewoon niet.. ik krijg ook geen woorden uit mijn mond. Ik sta op, en ook al zijn het wildvreemde mensen, ik geef ze een stevige knuffel. Gewoon, omdat ik die nu even heel hard nodig heb.

"Je mag vanaf nu bij ons wonen, als je dat wilt natuurlijk, we hebben alles al geregeld.."

"POV Zola"
Morgen is mijn verjaardag.. ik bijt zacht op mijn lip. Nooit, maar dan ook nooit, heb ik zin in mijn verjaardag. 13 jaar geleden was de eerste verjaardag zonder mijn ouders, en natuurlijk, die ga je nooit vergeten. De ouders van Tim, die ik nu ook als mijn ouders beschouw, maar natuurlijk nooit als echte ouders, proberen er altijd een leuke dag van te maken. Ze geven me veel cadeautjes, we gaan uiteten, we doen spelletjes met het hele gezin.. Tim nodigt altijd zijn vrienden uit, en ik een paar van mijn vriendinnen.

Maar goed, dat is morgen pas. Vandaag hebben Tim en ik afgesproken om bij Vince te chillen, dus daar zijn we nu naar opweg. Als het goed is komt Jayden ook, met nog een vriend van hem, maar die ken ik niet.

Als we eenmaal zijn aangekomen bij de voordeur van Vince zijn huis, en we net willen aanbellen, horen we ineens allemaal geschreeuw binnen. "LAAT HAAR F*CKING LOS! EN ROT F*CKING OP UIT DIT HUIS!" Horen we Vince roepen. Daarna horen we allemaal spullen op de grond vallen, en de achterdeur slaat met een klap dicht. Vince zijn vader stapt in de auto, met zijn dronken kop, en rijdt heel snel weg. Hij slingert van links naar rechts. Als dat maar goed gaat.. We kijken nog even toe, voor het geval dat, maar het lijkt erop dat hij dit al vaker heeft gedaan.
Als hij uit het zicht is, lopen we voorzichtig via de achterdeur naar binnen. Daar zien we Vince, met zijn hoofd in zijn handen op de bank zitten. De "haar" over wie hij het had, is nergens meer te bekennen. "Hey" zeggen Tim en ik voorzichtig, beide tegelijk. Vince haalt zijn hoofd uit zijn handen en kijkt ons aan. Hij een bloedneus en een blauw oog, maar hij glimlacht meteen als hij ons ziet, zijn ogen blijven iets langer bij mij hangen dan bij Tim, daarom glimlach ik terug naar hem. "Wat is er gebeurd?" Vraag ik, niet wetend of hij er iets over wil zeggen. "Niks, laat het.." zegt hij. Iets botter dan zijn bedoeling was. Ik schrik van zijn reactie. "zo bedoel ik het niet.. ik wil er gewoon even niet over praten.. willen jullie wat drinken?" We knikken. "Ik pak het wel, blijf jij maar zitten." Zeg ik, waarna ik meteen naar de keuken loop, omdat ik weet dat hij gaat tegenstribbelen. Ik pak drinken voor de jongens, en voor mij. Als ik weer terug loop hebben ze een film op Netflix aangezet. Ik geef ze jongens hun drinken en ga naast Vince op de bank zitten.

Als Tim na een halfuurtje in slaap is gevallen, nestel ik me voorzichtig tegen Vince aan. Hij slaat meteen een arm om me heen, en vanuit mijn ooghoeken zie ik hem glimlachen. Ik glimlach ook. Daarna vallen we ook beide in slaap.

Weer 4 mannen. Ze rennen op me af. Deze keer hebben ze niks in hun handen, maar het enige wat ik niet door heb, is dat we op een klif staan en ik steeds verder achteruit loop. Als ik niet meer verder kan lopen, komen de mannen steeds verder op me af.. en dan.. is er een zo dichtbij, dat ze me kunnen aanraken. Het zweet breekt uit op mijn voorhoofd en tranen rollen over mijn wangen. "Alsjeblieft.. doe het niet.." fluister ik zacht. De mannen beginnen hard te lachen. "Och meisje, jij moet nog veel leren.." Ik zie nu pas, dat het mijn vader is. Mijn échte vader. Ik begin nog harder te huilen. Uiteindelijk zet die zijn handen tegen mijn buik en en geeft me een harde duw.. ik val van de klif af.

Ik schrik gillend wakker, tranen rollen over mijn wangen en ik adem heel snel. Tim en Vince springen meteen op. "Zola, Zola! Rustig, rustig maar, wij zijn er.." ze komen beide aan één kant van me zitten. Tim slaat een arm om me heen, en Vince aait rustgevend over mijn arm heen. Als ik wat gekalmeerd ben, en gestopt ben met huilen, vragen ze wat er aan de hand was. "Ik.. oké jongens, ik ga het gewoon doen." Ik leg ze alles uit. Over de zelfmoord actie van een paar maanden geleden, de man die me kwam redden, de nachtmerries die ik daarna had, en alles wat daarna kwam. Ze kijken me vol ongeloof aan. Vince wat minder dan Tim, maar Vince kent me ook nog niet zo goed, en ook nog niet zo lang.

De ruiten worden doorgeslagen, we schrikken ons dood. Overal ligt glas. Geen een raam wordt overgeslagen. Er worden bakstenen naar binnen gegooid.

A/N
Helloooo Guys,
Dit hoofdstuk is wat beter mag ik hopen? Hahaha in ieder geval wel langer..
lemme know wat je er van vind:))))

The strangerWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu