Ze liepen door het bos. Januari had een prachtig wit tapijt neergelegd. De bomen lieten hun ijspegels glinsteren in de zon. De roodborstjes zochten naar wormpjes onder de sneeuw. Kyla en Wyrden liepen hand in hand, alleen de sfeer was bedrukt. Ze bleven stil al een hele poos. Kyla dacht dat Wyrden genoot van de omgeving, maar zijn gezichtsuitdrukking zei wat anders. ‘Is er iets?’ Hij schudde zijn hoofd. Bij een open plek begon Wyrden hevig te hoesten. Kyla klopte op zijn rug, maar het bleef doorgaan. Hij zakte uiteindelijk op zijn knieen. ‘Wyrden.’ Hij schudde zijn hoofd en hield een hand op zijn borst. Na een poos stopte hij. Hij bleef hijgend zitten. ‘Kyla, ik moet me praten.’ Ze legde een hand op zijn schouder. ‘Nee, wacht met vertellen. Kom eerst op adem.’ Hij stond op en rechte zijn rug. ‘Ik ben blij met je, echt. Er zijn alleen wat dingen. Ik wil stoppen met onze relatie.’ Kyla had het gevoel dat ze bevroor samen met de omgeving. Ze zat nog steeds op haar knieen. ‘Het spijt me. Ik wil nog gewoon vrienden zijn, want ik kan goed bij je terecht. Als je het niet wil, vind ik het een spijtig verlies.’ Hij liep naar haar toe en gaf haar nog een laatste kus op haar voorhoofd. ‘Tot morgen Kyla.’ Hij draaide zich om. Kyla bleef daar zitten, op haar knieen. De tranen rolden stilletjes over haar wangen. Ze hield de ketting die ze had gekregen in haar handen. Het was al donker toen Kyla bij zinnen kwam. Ze droogde haar tranen en liep verkleumt naar huis.
‘Je eten staat in de magnetron.’ riep haar moeder. Ze negeerde het gewoon en liep door naar boven. Ze zette de douche om zijn warmste stand aan. Ze voelde zich leeg, net een zombie. Ze was niet verdrietig of vrolijk. Niks. Dat vond ze nog het ergst, niet weten wat ze er van vond. Natuurlijk vond ze het erg, maar ze ktreeg geen verdriet. Na een halfuur onder douche ging ze naar haar kamer. Ze zat stil op haar bed. De frustratie werd haar te veel en ze begon weer stil te huilen. Ze was hem kwijt. Waarom wist ze niet. Niet meer iemand om op te leunen. Ze ging liggen in bed, maar kon de slaap niet vatten.
Het ging redelijk slecht met Kyla. Ze werd stiller en onzichtbaarder in haar omgeving. Zowel de leraren als haar vrienden merkte het. Ze wilden er alleen niet over praten. Haar cijfers en schoolwerk leden er gelukkig niet onder. Wyrden kwam ook steeds minder naar school. Niemand wist waarom precies. De keren dat hij er was, was hij erg moe en snel uitgeput. Eind febuari bleef hij zelfs thuis.
‘Kap met me kleineren! Ik heb een hell van een leven, dankzij jou. Ga naar een kliniek en zie daar wat je kwijt bent! Ik wil je niet meer zien. Echt verdwijn!’ schreeuwde Kyla. Haar moeder gooide een wijnfles naar haar. ‘Kreng! Hoe durf je zo tegen mij te spreken. Ik ben je moeder!’ Ze gooide weer in een dronken bui de fles. ‘Jij mijn moeder? Zelfs me vrienden zijn betere moeders voor mij dan jij ooit in me leven bent geweest!’ Ze was kwaad. ‘Ow, sorry ik was Wyrden helemaal vergeten. Wyrden schatje help me. Wyrden me mama is gemeen tegen me.’ Kyla pakte haar jas. ‘Loop naar hell.’ Buiten in de frisse nacht liep ze rond. Ze stond uiteindelijk voor de deur van Wyrden.
Mocht je ooit in de problemen komen, mijn deur staat altijd open voor jou.Ze belde aan. Wyrden kwam naar de deur, alleen hij zat in een rolstoel. ‘Kyla, wat is er.’ Ze was verbaasd. Zelfs in de rolstoel toonde hij kracht. ‘Mijn moeder.’ Hij zuchtte. ‘Sorry dat ik naar jou moet komen. Ik wist niet waar anders.’ De tranen begonnen over haar wangen te rollen. ‘Ik mis je. Je komt nooit meer naar school en ik weet niet wat ik zonder je moet doen.’ Ze stond daar, als een klein meisje. Alsof ze wat had opgebiecht bij haar moeder. Ze wachtte op wat er ging gebeuren. Haar wegsturen, de deur dichtgooien. ‘Kom binnen. Je kan hier blijven, op de voorwaarde dat je naar een pleeggezin gaat. Weg van je moeder. Beloof me dat je haar naar kliniek stuurt.’ Kyla keek in zijn ogen. De ogen die moed en kracht uitstraalde. De kracht die hij door zijn aderen had lopen. Ze had respect voor hem hierdoor. ‘Ja.’ zei ze met een zachte stem. Hij knikte. ‘Vraag me niet waarom ik hierin zit. Binnenkort mag ik eruit. Kom en blijf bij mij vanavond.’
In de woonkamer stond een bedbank voor twee personen. Wyrden reed ernaar toe. ‘Wil je me helpen?’ Ze hielp hem op bed. Ze zat aan de rand van het bed. ‘Kom bij me liggen. Ik heb je gemist.’ Bij hem rolde een traan. ‘Ik wilde je nooit kwijt, maar ik wilde dat je me niet zo zou zien. Het kwam eraan en ik wilde er op tijd bij zijn. Het spijt me.’ Wie het meeste verdriet had was niet duidelijk. Ze keken elkaar aan, wazig door de tranen. Het was triest om te zien. Wyrden was zwak, maar hij was nog de jongen die haar ooit liefdevol vast hield, haar moed in sprak. Hij had haar opgevangen toen de grond wegviel. Nu vraagt hij het aan haar, om hem op te vangen voordat hij de grond raakte. Ze kroop naar hem toe en ging naast hem liggen. Hij legde zijn arm om haar heen. ‘Ik blijf thuis omdat ik niet genoeg lucht kan krijgen voor een dag actief zijn. Eerst ging het nog wel, daarna steeds minder. Ze weten niet precies wat het is.’ Hij begon weer te hoesten, heel hevig. ‘Spaar je adem. Zeg nog een zin en rust daarna uit.’ zei Kyla terwijl ze over zijn gezicht streek. Hij was stil en trok haar dichter naar hem toe. Hij fluisderde heel zacht naar haar ‘Ik ben niet zielig, ik ben gewoon zwak voor nu. Ik heb het vaker gehad. Vertel alsjeblieft niet aan anderen hoe het gaat met mij. Een ding nog, dankje dat je zulk respect toont en dat je me niet bent vergeten. Ik heb je gemist.’ Kyla hing iets naar hem toe om hem een kus te geven, zodat hij zijn kracht kon sparen. ‘Slaap maar Wyrden. Morgen ben ik waarschijnlijk al weg als jij nog slaapt. Ik kom terug. Slaap lekker.’
Het was stil die nacht. Tussen de gordijnen door scheen een zwak blauw licht. De maan belichte Wyrdens gezicht. Hij werd wakker. Het eerste wat hij zag toen hij zijn ogen opende, was een meisje. Een meisje met haar handen voor haar gezicht als een kleine kat, met bruine krullen en een zelfs zonder uitdrukking op haar gezicht leek ze gelukkig. Waarom heb ik haar ooit weggestuurd? Hij haalde een lok uit haar gezicht. Ik wil haar gewoon bij mij. Ze is er altijd voor me. Ze vertrouwt me zelfs nog steeds, anders was ze hier niet. Nee, Wyrden je moet haar wegsturen. Ik ga haar pijn doen als ze bij me blijft. Nu heeft ze nog tijd om me te vergeten. Bij Wyrden rolden weer de tranen over zijn wangen. Ik wil haar nooit kwijt. Ik wil haar bij me. Waarom heb ik dit verdomde leven. Ik hou van je Kyla, onthoud het voor altijd. Hij legde weer zijn arm om haar heen. Op haar gezicht kwam een kleine glimlach. Binnenkort vraag ik je terug. Ik zal je ook niet meer loslaten. Niks is voor altijd, dat weet ik. Mijn liefde voor jou is wel voor heel lang. Ik hoop dat je op mij wilt wachten, want ik wacht daarna ook op jou. Ik wil er alles voor doen om je gelukkig te houden. Je bent nu in mijn hart en jij bent nu bij mij. Dat is mijn grote geluk.
Kyla: Waarom neem je niet op?
Wyrden: Srry, ik kan niet meer praten
Kyla:Wat rot. Kan ik wat voor je doen?
Wyrden: Jaaa. Me even gezelschap houden totdat ik naar de dokter moet
Kyla: Okey. Wel snel terug komen met de resultaten. Ik wil je snel weer zien
Wyrden: Ik zal me best doen. Ahh me accu is bijna leeg. Ik ga nu off. Ik kan je daarna misschien nog even appen.
Kyla: Khoop het. Byeee x
‘Goede dag, welkom bij Counterpane. Wat kan ik voor u betekenen?’ Kyla belde de dag daarna voor haar moeder, naar een alcoholkliniek.
Kyla ‘Ja, goede dag. U spreekt met Kyla Wieringa. Ik bel omdat ik mijn moeder graag wil inschrijven voor een behandeling.’
De vrouw ‘Tuurlijk kan dat. Is ze bewust van dat u haar inschrijft?’
Kyla ‘Nee, maar ze is al 5 keer opgenomen met een koma. Ze moet hulp krijgen.’
De vrouw ‘Dat kan zeer zeker. We hebben hebben een kamer vrij in mei. We halen er dan op en u hoeft alleen een tas te regelen met een paar bezittingen. Kleren en de rest krijgt ze bij ons.’
Kyla ‘Dank u. Ik zal alles regelen.’
De vrouw ‘We komen haar 26 mei halen. De tijd krijgt u nog door. Fijne dag verder.’
JE LEEST
Rozenrood, manenschijn. Liefde doet pijn
RomanceKyla heeft niet bepaald veel geluk. Slechte thuisomstandigheden. Weinig vrienden. Maar op de middelbare veranderd alles. Ze werd door een persoon gelukkig. Hij is er altijd voor haar. Maar ja, alle relaties hebben ook mindere kanten. En nog iets. Ni...