Nachtocht

24 2 0
                                    

‘Goede morgen, Kyla.’ Kyla opende langzaam haar ogen. Ze lag tegen Wyrden aan. Zo wakker worden, was altijd haar perfecte ochtend. De oranje ochtendlucht, een heerlijke nacht en wakker worden tegen de warmte van Wyrdens lichaam. ‘Hoi,’ Hij gaf haar een kus op haar voorhoofd. ‘Nog twee dagen en dan gaan we weer naar school.’ Kyla knijpt hem in ze zij. ‘Begin er niet over.’ zei ze flauw. Wyrden begon haar te irriteren. ‘Niet doen.’ Wyrden kreeg een glimlach op zijn gezicht en Kyla wist gelijk wat zijn antwoord was. Wyrden kreeg ze zin, want ze vond het echt irritant. Ze kneep hem in ze nek en hij begon gelijk met ‘Oke, oke. Ik stop al.’ Kyla ging naar zijn oor en fluisterde zacht ‘Mooi zo, alleen ik stop niet.’ Wyrden zuchtte. Kyla duwde hem om en ging op hem liggen. ‘Gewonnen.’ zei ze terwijl ze met zijn haar speelde. ‘Ja, ik weet. En tada je prijs.’ zei hij vrolijk. ‘Wat is me prijs?’ Hij ging overeind zitten. ‘Ik, natuurlijk.’ Hij staarde naar haar. Ze zat op hem met alleen een sportbeha en een joggingbroek. Haar haar was een beetje ontploft, net zoals hij elke ochtend. Zelfs nu was ze prachtig. Zijn ogen bleven hangen op haar ketting. De ketting die hij had geven met kerst. Hij pakte hem en zei ‘Ga je hem ooit nog afdoen?’ Ze schudde haar hoofd. Hij glimlachte en gaf een kus op haar wang. ‘Claim your prize.’ Ze glimlachte. ‘Kom mee naar beneden, dan gaan we eten.’ Wyrden keek teleurgesteld. ‘Gaan we niks leuks doen?’ Kyla kon haar glimlach niet verbergen als hij zo keek. ‘Later misschien.’

's Avonds hadden ze een groot kampvuur gebouwd. Familieleden van Wyrden en gasten uit het hotel waren er. Ze hadden lekkers uit de keuken gejat en waren het nu met z'n twaalven aan het op peuzelen. Kyla zat tegen Wyrden aan terwijl ze met ze alle allerlei verhalen vertelden.

‘He, zullen we wat leuks doen.’ Een groep kinderen kwam uit het hotel. Ze waren wel wat ouder, maar jonger dan Kyla. ‘Tuurlijk, wat willen jullie doen?’ Een meisje met een heel erg lichte huid ging zitten. ‘Een nachtspel. Van de 21 kinderen, gaan er dertien verstoppen op het terrein. De andere acht gaan ze zoeken, maar moeten wel hun schouder tikken. Als de klok elf slaat komen jullie terug.’ Wyrden knikte. ‘Geen slecht idee, vooral omdat je mensen kan laten schrikken. Wie worden die acht?’ Ze pakte een kom en papier. ‘De getrokken namen gaan zoeken.’ Ze schreven hun namen op en het meisje had acht namen. Wyrden was ook een zoeker. ‘Oke, maar let op. De geest van The Old Lady zweerft rond.’ zei het meisje, op een duistere toon. ‘Wie is dat?’ Wyrden begon te vertellen over een eenzame vrouw, wiens man is vermoord op dit landgoed. Het was hun huis. Ze leefde er gelukkig, totdat ze een bloedspoor vond. Ze volgde het en een tijdje later gilde er iemand. Vanaf dat moment liep de vrouw over het erf en bleef het spoor maar volgen. Haar zoons verklaardde haar voor gek en lieten haar uiteindelijk lopen. Ze draaide rondjes en bleef lieverd herhalen. Kyla probeerde aandachtig te luisteren. ‘Wat vind je van het verhaal?’ Ze schudde een beetje met haar hoofd. ‘Het is altijd wel zo'n verhaal. Niks interesants. Kom we gaan verstoppen.’

Kyla rende door het bos. Een schuilplek. Een struik is niet goed genoeg. Nee, de bomen! Ze liep langs een oude en stevige boom. De takken waren dik en hoog, maar ze had een probleem. De eerste takken waren hoog en niet erg stevig naar haar zin. Ze bekeek de overige opties, maar verstijfde toen ze takjes hoorde breken. Haar opties beperkte en ze gokte. Ze nam een aanloop en sprong de boom in. Ze hing aan de onderste tak en kwam met moeite de boom in. ‘Kyla, ik weet dat je hier ergens bent. Ik heb je in de gaten gehouden.’ Een jongetje met wie ze bij het kampvuur had gezeten rende langs. Als hij stiller was had hij ook nog gewonnen.

Het begon haar te vervelen, veilig zitten. Ze hing weer aan de laatste tak. Voorzichtig landde ze op de grond. ‘Ik dacht dat je er nooit uit zou komen.’ Wyrden kwam achter een boom te voorschijn. Zijn glimlach. Speels, ondeugend en ook was hij aan het genieten. Genieten dat ze vast stond. Kyla herkende zijn lach en deed mee. Ze stak haar tong uit en sprintte weg.
Ze is me ontglipt. Wyrden was haar uit het oog verloren. Hij was moe en rond rennen had weinig nut, dus hij verstopte zich half achter een boom. Hij ging zitten en zonk weg in zijn gedachtes. De vakantie met Kyla.

Zijn gedachte werd verstoord door gekraak. Hij stond op en keek om zich heen. Zijn gevoel sprong op scherp toen er werd gegild. Die gil was Karin. Wyrden rende op het geluid af. ‘Karin!’ Hij zocht tien minuten, tevergeefs. Hij zag uiteindelijk tussen de bomen, licht. Een meisje met lichtjes zwevend om haar heen. Een lange witte jurk hulde haar slanke lichaam. Ze zong zachtjes een naam. Hij bleef niet staan en rende verder.
Waar is Karin? En Kyla. Hij zocht verwoed maar vond ze niet. Hij werd bang. Hij keek altijd horror en kon tegen lijken, maar hij werd bang. Er liep iets rond, zijn zusje en Kyla waren onvindbaar en hij had het laatste halfuur niemand gezien. Hij hoorde weer het gezang. Hij stopte, want voor hem liep ze. Recht op hem af. Een witte kap verborg haar gezicht. Hij wilde zich omdraaien en weg rennen, maar zijn schouder werden gepakt.

Ze voelde hoe Wyrden schrok en ze hoorde het ook. Hij had misschien wel een lage stem, maar dit was echt hoog gegil. ‘Rustig, maar ik ben het.’ zei ze om hem enigzinds te kalmeren. Hij draaide zich om en hij keek haar even aan met een blik waarin alle doodsangst te lezen stond. Hij omhelsde haar en kneep haar bijna fijn. Hij ademde heel diep en Kyla dacht dat ze ook een traan in haar nek voelde. Ze realisseerde zich toen pas dat hij echt bang was. Ze ging kalmerend over zijn rug. ‘Het is goed. Dit is iemand van bij het kampvuur. Ze was er voor een extra schrik effect. We zijn je gaan zoeken omdat het al tien uur is geweest.’ Kyla stond daar met een angstige Wyrden in haar armen.

Rozenrood, manenschijn. Liefde doet pijnWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu